Nederlandse onderzoekers hebben voor het eerst menselijke mini-traanklieren gekweekt die echt huilen. Ze hopen daarmee op termijn traanklieraandoeningen de wereld uit te helpen.
Onderzoekers van het Hubrecht Instituut en het UMC Utrecht zijn erin geslaagd om met behulp van zogenoemde organoïdetechnologie miniatuurversies van de muizen- en menselijke traanklier te kweken in een lab. Organoïden zijn 3D-structuren die de functie van echte organen nabootsen.
Essentiële traanvocht
Traanvocht is essentieel voor het bevochtigen en voeden van het hoornvlies en heeft een antibacteriële werking, maar de precieze biologie van het functioneren van de traanklier was tot nu toe onbekend. Oogarts Rachel Kalmann van het UMC Utrecht legt uit: “Als de traanklier niet of slecht functioneert, bijvoorbeeld bij het syndroom van Sjögren, kan dit ernstige gevolgen hebben, waaronder uitdroging en zelfs zweervorming van het hoornvlies. In uiterste gevallen kan dat leiden tot blindheid.”
Om te onderzoeken hoe cellen in de traanklier huilen en wat er mis kan gaan, kweekten de wetenschappers het eerste menselijke model van het orgaan. Het is een ding om traanklieren te kweken in een lab, iets heel anders is om ze ook aan het huilen te brengen.
Coauteur Marie Bannier-Hélaouët van het UMC Utrecht verklaart: “Organoïden worden gekweekt met behulp van een cocktail van groei-stimulerende stoffen. We moesten de gebruikelijke cocktail aanpassen om te zorgen dat de organoïden konden huilen.”
Door de juiste mix van groeifactoren te vinden, konden ze uiteindelijk de organoïden dus aan het huilen brengen. “Onze ogen zijn altijd nat, net als de traanklieren in een petrischaaltje”, voegt Bannier-Hélaouët eraan toe.
Traanklieraandoeningen
De studie, gepubliceerd in het vaktijdschrift Cell Stem Cell, is veelbelovend voor patiënten met traanklieraandoeningen omdat onderzoekers het model kunnen gebruiken om nieuwe medicijnen te zoeken voor mensen die niet genoeg tranen produceren. De mini-traanklieren kunnen bovendien gebruikt worden om te onderzoeken hoe kanker in de traanklier ontstaat.
“En hopelijk kunnen we dit type organoïden in de toekomst zelfs transplanteren naar patiënten met niet-functionerende traanklieren”, voegt Bannier-Hélaouët eraan toe.
(NS)