Nee, je kan nu ONMOGELIJK weten wie de Mol is

De eliminatie van “molfavoriet” Bruno is deze week wellicht het gespreksonderwerp aan menige toog, kantoor, speelplaats. Zo blijven er nog vier deelnemers over. En iedereen denkt wel te vermoeden wie de echte Mol is van die vier. Vier overblijvers, voor de gokker betekent dit dus één kans op vier om een weddenschap te winnen. Maar is dit wel zo? Wel …. neen dus. 

We zetten hieronder een analyse van het ruwe format van het programma uiteen. De conclusie zal u verbijsteren. De kans dat u juist gokt wie de mol is, is op dit ogenblik … alles behalve één op vier. Welke ook uw ‘favoriet’ is. Paradoxaal genoeg zal u aan het begin van de volgende aflevering wél exact één kans op vier hebben. BELANGRIJK: hieronder volgen virulente spoilers, die uw kijkgedrag tijdens de laatste afleveringen grondig zouden kunnen doen veranderen. En meteen heel uw kijk op de productie.

Kijkcijfermachine

Het allereerste doel van een productiehuis (in casu Woestijnvis) en van een commerciële zender (in casu Vier), is geld maken. En daar zullen ze nooit flauw over doen. Twee elementen spelen daarin een primordiale rol. Ten eerste moet er natuurlijk geïnvesteerd worden. Een steengoed programma maak je niet enkel met een goed script, twee camera’s en een paar bakken bier. En over bakken gesproken: de productiekosten van een programma als De Mol kosten bakken geld.

Ten tweede, de inkomsten komen hoofdzakelijk van reclame-inkomsten (later van de verkoop van het format, en in mindere mate van zogenaamde product placement). Om ervoor te zorgen dat de inkomsten hoger liggen dan de productiekosten, moeten er kijkers zijn. Zoveel mogelijk kijkers. Liefst dan nog zoveel mogelijk geboeide kijkers die ook overal de loftrompet schallen over het spel. Op het werk, op sociale media, op blogs … En daar vloeit dan weer aandacht uit voort in de pers. Bref, het ideale voor een productiehuis/-zender, is dat zijn programma een hype wordt.

Tot zover het inleidend paragraafje ‘open deuren instampen’. Laten we nu concreet naar het programma gaan dat ons bezighoudt en vooral zoeken naar het antwoord op de vraag: wie is de Mol?

Het slijk van de aarde en niets anders bepaalt wie de échte Mol is

Hebt u al eens stilgestaan bij de gigantische investering die deze superproductie – want zo mogen we De Mol echt betitelen – met zich meebrengt nog voor er één zoutkorrel is geschoten?

Het begint met de selectie van de 10 deelnemers. Dan is er de arbeidsintensieve planning. Vervolgens de verkenningen in Argentinië. Het even arbeidsintensieve opstellen van het script. De brainstorming (brainwashing?) vooraf van de kandidaten. De logistiek hier en op de talrijke locaties (en ertussen) ter plekke. Het peperdure materiaal, dat deels overgevlogen wordt, deels ter plaatse gehuurd. Drones, helikopters, jeeps, auto’s – die laatste twee ook voor heel de crew-, vrachtwagens, telecommunicatiemiddelen, satellietzenders en -ontvangers, noem maar op. Logies voor iedereen.

En dan de aanbouw van settings voor heel wat proeven. Eigen personeel en hulp ingehuurd ter plaatse. In het thuisland een maand lang advertenties. Zelfs het huren van een tramstel annex tramstation (u dacht toch niet dat ze daar gewoon wat op de wilde poef zaten te draaien?). Trailers in de (sociale) media. Een dure (en magnifieke) website. Ach, en nog ontelbare andere onkostenposten, vooral wat de logistiek betreft.

Maar wat als…? (en nu komt het!)

En dan breekt plots, ergens op een zoutvlakte, op duizenden kilometers van huis, shooting day one aan. De logistieke voorbereiding is perfect verlopen. Alles is in gereedheid gebracht. Wellicht zijn er al op voorhand landschappen en panorama’s ingeblikt. Drie weken molletje spelen, postproductie, uitzenden en dan kan de kassa beginnen rinkelen. Eigenlijk kan er echt niets meer fout lopen. Echt niets? Zou er geen zwakke schakel zijn? Een kwetsbare achilleshiel? En indien zo: wat als die schakel, ondanks de perfecte organisatie, het toch begeeft? Wat als die achilleshiel toch geraakt wordt?

Want er is een zwakke schakel natuurlijk. En dat wisten de formatbedenkers vanaf de eerste pennentrek op het witte blad. We zijn vertrokken naar de pampa’s met tien deelnemers. Tien mensen van vlees en bloed. Zonder enige camera-ervaring. Die geen idee hebben wat hen te wachten staat (ondanks de eerste reeksen, jaren geleden). Die elkaar niet kennen. Zonder enige relevante background.

Laten we het kort houden en enkel de vier overgebleven deelnemers bekijken. We hebben een organisatrice van kinderfeestjes, een brand manager, een moeder de vrouw en een ingenieur (als dit inderdaad allemaal echt waar is). Geen enkele band met acteren (tenzij misschien op kinderfeestjes), vanaf dag één rustig en natuurlijk omgaan met camera’s, …

Tien mensen die diepgaand gescreend zijn. Maar nog steeds mensen, met al hun zwaktes. En één van die tien is de Mol, zegt het format.

Ongetwijfeld zijn er, door de stress, de spanning, het groeiend onderling wantrouwen, samen op een zakdoek samenleven … momenten geweest waarop sommige deelnemers door het lint zijn gegaan. Des mensen. Men zal ook opgemerkt hebben dat er af en toe meer dan zomaar wat wijn werd gedronken. Deze en andere omstandigheden verhogen de kans dat iemand onvrijwillig, misschien zelfs zonder het te beseffen, iets te veel zegt, ja zich blootgeeft.

Maar één van die tien is de Mol, zo wil het format. Wat als net diezelfde Mol zich blootgeeft? Of een inzinking krijgt? Je kan dat achteraf wel knippen in de montagecel, maar het kwaad is geschied en het spel virtueel afgelopen. Of de Mol kan gewoon een stom ongeluk hebben of ziek worden en niet verder kunnen?

Kan de investeerder (Woestijnvis) zo’n rampscenario riskeren? Met lege handen (én een lege bankrekening!) weer naar huis keren? No way! Woestijnvis is immers een bedrijf. Een commercieel bedrijf.

Hebben die pientere formatbedenkers dan geen oplossing gevonden voor een eventuele catastrofe? Natuurlijk hebben ze dat. En die is zo simpel als geniaal:

Er is tijdens het overgrote deel van de reeks GEEN MOL.

Wow! Even alles laten bezinken nu?

Tien deelnemers nemen de start op dag één. Tien deelnemers die allemààl kans maken om de pot te winnen. Want niemand van hen is (op dat moment en tot op heden) De Mol. Niemand. En dat hoeft in sé ook niet voor het verdere verloop van het spel. Tenslotte denkt iedereen (deelnemers én kijkers) dat er wél een Mol in het spel zit te graven. Alles verloopt ook alsof er een Mol (maar wie, maar wie dan toch?) tussen hen zit.

Vooral in deze reeks lopen er zelfs alléén maar mollen rond. Iedereen doet wel iets verdacht of saboteert zelfs opzettelijk. De montage en de framing achteraf doen de rest. En het risico van een Mol die zijn mond voorbijpraat of zo is nul ende onbestaande.

Neem nu bijvoorbeeld de scène waarbij de overblijvende kandidaten de kans krijgen om “met de Mol te spreken”. De kans dat de Mol (na twee weken, 24/24 superstress, met een enorme verantwoordelijkheid) zich hier zou verraden is echt te groot. Geen enkele verzekering zou zo’n risico, met de finish in zicht, willen dekken.

Nee. De kans dat u de échte Mol had ontmaskerd net voor de selectieronde was nul. Nul. Zero.

Hey, hier klopt toch iets niet (denkt u nog héél even)?

Maar, maar… en die selectieproef elke week?

Ja, inderdaad, die selectieproeven, hoe zit die vork dan in de steel? Het antwoord is op basis van het voorgaande gewoon logisch: hallo, televisie.

Montage alweer, raderen voor onze ogen (en voor die van de deelnemers), kortom: televisie. Hebben we ooit al eens al de vragen mogen zien? Hebben we, als nauwgezette kijkers op het puntje van onze stoel, al eens de antwoorden van de deelnemers mogen kennen? Een klassement? U vertrouwt erop dat alles correct verloopt. Natuurlijk niet, en het omgekeerde zou ook verbazen.

Want het blijft simpel, risicoloos en tegelijk toch razend spannend voor iedereen. Afhankelijk van de omstandigheden beslist de productie bij elke aflevering wie er de rode vingerafdruk op het scherm te zien krijgt. Boem! Jammer, Bruno, je was een fijne deelnemer *alle andere kandidaten tot in tranen toe bewogen*

Maar wie is dan de échte Mol?

Want op het einde wint er een deelnemer, verliest er een deelnemer en IS er effectief een Mol. En dit jaar lagen de kaarten wel echt perfect voor de spanning. We hebben er heel de tijd eentje gehad: Bruno! Die is lang kandidaat nummer 1 geweest. Maar … die is uitgevallen. Lees: hij is er op het perfecte moment uitgebonjourd door de productie. Want zo krijgen we via deze ‘onverwachte’ wending ook een onverwachte en super intrigerende eindsprint.

Maar om op de hamvraag terug te keren: wie is dan de échte Mol? Daarvoor – en de ene genialiteit na de andere zit verstopt in het draaiboek – moeten we naar het contract dat alle kandidaten vooraf hebben getekend met Woestijnvis. Daar staan heel wat clausules in. We hebben de kans gehad bij seizoen twee om daar enkele van in te kijken. Eén van die clausules is essentieel en we citeren uit een ver geheugen:

“Indien, net voor of tijdens het spel, de Mol om één of andere reden buiten zijn/haar en onze wil moet afhaken (overmacht zoals daar zijn ziekte, ongeval, overlijden van een familielid,…) het spel moet verlaten, zal aan één van de andere kandidaten, op dat moment door ons te kiezen, gevraagd worden om vanaf dat ogenblik de rol van de Mol op zich te nemen. Hij/zij kan dit niet weigeren.”

Iets in die aard. Wat betekent dit nu in ons concreet geval? Elke deelnemer is er dus van in den beginne op voorbereid dat hij mogelijks plots kan gevraagd worden de Mol te worden. Hij/zij zal dus niet verwonderd zijn wanneer dit gebeurt. In casu (we verzinnen maar een mogelijkheid, er zijn er meer en de productie is veel slimmer dan wij): deelnemer X krijgt net voor het draaien van de volgende aflevering te horen: “Bruno was de Mol, maar hij zag het echt niet meer zitten en heeft zich vrijwillig uitgesloten, blabla. ’t Is nu aan jou en je neemt zijn volledig contract over. Hier nog efkes tekenen en vergeet de contractuele zwijgplicht niet hé!”

En zo valt het doek

Oplichterij? Leugens? Nee toch. Gewoon ge-ni-aal. OK, iedereen wordt karrenvrachten zand in de ogen gesmeten. Niks is wat het lijkt. Maar hoort dat niet bij een fictiereeks? En zeg eerlijk: houden we er au fond allemaal niet van om door het kleine scherm onschuldig opgelicht te worden, om dan toch achteraf te kunnen zeggen: ik wist het! Ik wist het!

En voor de gokkers onder u: na de aflevering van volgende week hebt u wél exact één kans op drie dat u de Mol (de echte) er uitpikt.

Marc Parsifalia

Meer
door Redactie
Lees meer...