De Formule 1 zal na een afwezigheid van meer dan twee decennia opnieuw de Amerikaanse autobouwer Ford Motor kunnen verwelkomen. Het Amerikaanse concern heeft immers een akkoord ondertekend om de nieuwe motorenleverancier van de raceteams Oracle Red Bull Racing en Scuderia Alpha Tauri te worden. De terugkeer van Ford naar de Formule 1 is over vier jaar voorzien. De autofabrikant verliet de competitie negentien jaar geleden.
Ford gaat samenwerken met Red Bull om gedurende een periode van minstens vijf jaar de krachtbronnen voor zowel Red Bull Racing als Scuderia Alpha Tauri te leveren. De motoren zullen worden gefabriceerd in de fabriek van Red Bull in Milton Keynes (Engeland), waar een aantal medewerkers van Ford zullen worden gedetacheerd.
Nieuwe krachtbron
Ford en Red Bull zullen dit jaar van start gaan met de bouw van de nieuwe krachtbron, die moet voldoen aan innoverende technische voorschriften. De ontwikkeling zal onder meer betrekking hebben op een elektrische motor van 350 kilowatt en een nieuwe verbrandingsmotor die over drie jaar op volledig duurzame brandstoffen moet kunnen werken.
In de geschiedenis van de Formule 1 staat Ford in de ranglijst met de meest succesvolle motorfabrikanten nog altijd op een derde plaats. De Amerikaanse constructeur moet daarbij alleen Ferrari en Mercedes laten voorgaan. Ford behaalde tien wereldtitels bij de constructeurs, terwijl ook zijn piloten dertien keer wereldkampioen werden.
De Amerikaanse autobouwer domineerde de competitie op het einde van de jaren zestig en de jaren zeventig van de voorbije eeuw, met onder meer iconen van de Formule 1 zoals Graham Hill en Jackie Stewart als wereldkampioen.
Ford was met de ontwikkeling van de Double Four Valve (DFV) ook de eigenaar van de meest succesvolle racemotor die ooit in de Formule 1 werd ingezet. Die krachtbron tekende van 1967 tot 1983 voor een totaal van 155 overwinningen.
Begin deze eeuw besliste de Amerikaanse autobouwer tot de aankoop van het team Stewart Grand Prix, dat vervolgens tot Jaguar Racing werd omgedoopt. Dat initiatief kende echter weinig succes en het team werd vijf jaar later aan Red Bull doorverkocht.
Groeiende populariteit
De Formule 1 heeft de jongste jaren weer gevoelig aan populariteit gewonnen. Dat is te danken aan de hevige strijd tussen een aantal toppiloten, maar ook aan de serie Drive to Survive of Netflix, die voor de competitie in de Verenigde Staten een toenemend enthousiasme heeft gecreëerd.
Ford erkende dat het groeiende publiek in de Verenigde Staten en andere belangrijke markten over de hele wereld één van de motivaties was voor zijn terugkeer naar de competitie, samen met het streven van de Formule 1 naar duurzaamheid, wat zich onder meer vertaalt in een toenemend gebruik van elektrische energie en duurzame brandstoffen.
“Dit is het begin van een spannend nieuw hoofdstuk in het verhaal dat Ford in de autosport heeft geschreven en dat begon toen mijn overgrootvader een race won die uiteindelijk bij de lancering van ons bedrijf zou helpen”, beklemtoonde Bill Ford, topman van de Amerikaanse autobouwer.
“Ford keert terug naar de top van de autosport en brengt de lange traditie van innovatie, duurzaamheid en elektrificatie van het bedrijf naar een van de meest zichtbare podia in de hele wereld.”
Stefano Domenicali, chief executive van de Formule 1, stelde dat de competitie met de terugkeer van Ford erin geslaagd is opnieuw een wereldmerk met een ongelooflijk erfgoed in de racerij en de autowereld aan zich te binden.
“De Amerikaanse constructeur is zich bewust van de enorme waarde die ons platform – met meer dan een half miljard fans over de hele wereld – te bieden heeft”, benadrukte Domenicali. Ook Christian Horner, topman van Red Bull Racing, benadrukte het fantastisch te vinden om Ford met dit partnerschap opnieuw in de Formule 1 te kunnen verwelkomen.
De Formule 1 heeft zich ertoe verbonden om tegen het einde van dit decennium een uitstootvrije competitie te worden.