Op zoek naar goanna’s en het mysterieuze vogelbekdier

In het 328 km² grote Flinders Chase National Park op Kangaroo Island kan je enkele prachtige wandelingen maken, onder meer naar poelen waar je het mysterieuze vogelbekdier in het wild kan spotten. Een grote aanrader is de Snake Lagoon Hike, die een bijzonder misleidende naam heeft: je ziet er geen slangen, maar des te meer andere dieren. 

De Snake Lagoon Hike-wandeling begint nogal saai, langs een paadje dat meandert doorheen vrij lage struiken en bomen, een overblijfsel van een zware bosbrand enkele jaren geleden. Een tijdlang zie je niks anders dan die struiken, waardoor wat volgt des te indrukwekkender wordt. Je daalt namelijk af in een klein dal, naar een kabbelende rivier met uitstekende rotsen in alle vormen en groottes. Via een bruggetje steek je de stroom over, waarna je die volgt tot aan de zee. Onderweg zie je een hoop prachtige Ctenophorus-hagedissen met rode en oranje accenten, en met een beetje geluk ook goanna’s, varanen die vlotjes langer dan een meter worden. We spotten in het water ook enkele vissen en een soort rivierkreeftje.

Wat je bijna niét tegenkomt, zijn mensen. Tijdens de twee a drie uur durende wandeling op een zonnige maandag in maart passeren we amper vier koppels – twee, indien ondergetekende niet overal zo lang zou staan filmen. De wandeling helemaal volgen tot aan de monding is zeker de moeite, want je wordt beloond met een prachtig strandje dat je helemaal voor jezelf hebt – een ongelooflijk contrast met onze drukke Europese kustgebieden.

Steven Alen

Platypus

In Flinders Chase National Park kan je ook een bijzonder zeldzaam dier bezoeken: het vogelbekdier of de platypus. Dit vreemde schepsel leeft in ondiep water, waar het holen graaft in de oever. Het vogelbekdier behoort tot een aparte soort van dieren, en is eigenlijk alleen verwant aan de echidna, een grote Australische mierenegel die je ook aantreft op Kangaroo Island. Beide dieren zijn de enige zoogdieren die eieren leggen, en de platypus is bovendien het enige zoogdier met een snavel.

Wie het dier al eens heeft proberen te zien in aquariums weet dat het enorm verlegen en schuw is. Een exemplaar proberen te spotten in het wild lijkt dus al bij voorbaat een verloren zaak, tenzij je een halve dag naar het water wil zitten staren. In Flinders Chase kan het alleszins, al moeten we erbij zeggen dat het de mens was die het vogelbekdier (en de koala) in de jaren 20 van de vorige eeuw introduceerde op het eiland. We zitten een dik uur muisstil naar het water te gapen, en zien bijzonder veel luchtbellen openbarsten: een duidelijk teken van de aanwezigheid van het fascinerende dier. Een paar keer horen we ook een plons, maar natuurlijk net op die plaats waar we niet kijken. Gelukkig zijn de beestjes ook te bezichtigen in dierentuinen.

Thinkstock

Andere dieren

Vogelbekdier of niet, de wandeling naar de poelen zelf is ook geweldig. In de vroege avond worden namelijk de wallaby’s en kangoeroes actief, en we komen er dan ook een stuk of tien tegen op de terugweg. Je kan ze vrij gerust staan beloeren vanop een meter of vijf, en sommige dieren laten je zelfs tot op twee meter naderen. Ze houden je wel steeds in het oog, en verdwijnen meteen in het struikgewas wanneer je te dicht komt.

Ook de hoenderganzen zijn opmerkelijke dieren. Het zijn ietwat lomp uitziende vogels die ongeveer even groot zijn als ‘onze’ ganzen. Ze doen ook wat prehistorisch aan, met hun robuuste poten en kenmerkende geel-zwarte snavel. En hun rode ogen maken hen ook ietwat griezelig.

De grootste verrassing komt echter tijdens de autorit uit het park, wanneer een enorme kangoeroe midden op de weg ons de doorgang verspert. We stappen uit en kunnen tot op enkele meters naderen. Een beetje voorzichtig weliswaar, want het beest is zo groot (een meter of twee) dat ie in een slechte bui wel eens flink pijn zou kunnen doen, maar die vrees blijkt ongegrond. De kangoeroe lijkt bijna even geïnteresseerd  in ons als wij in hem, en staat ons ook een tijd aan te gapen, alvorens hij uiteindelijk in de bosjes huppelt. Zalig.

Steven Alen

Praktisch:

Je bezoekt het eiland het beste met een huurauto die je oppikt op de luchthaven van Adelaide. Na anderhalf uur rijden kan je in Jervis Bay een (gereserveerde) ferry nemen naar Kingscote. Ondanks waarschuwingen op enkele toeristische sites mag je wel degelijk met een huurauto van het vasteland rijden op Kangaroo Island. 

Meer
Lees meer...