Een team van de VN-vredesmacht Monusco in Congo heeft opnieuw zeventien massagraven gevonden. In totaal heeft de VN sinds augustus al meer dan veertig massagraven ontdekt.
Volgens de Verenigde Naties zijn de slachtoffers die in de nu gevonden graven liggen overleden na gevechten tussen het regeringsleger en de Kamwina Nsapu-militie eind maart.
De graven zijn gevonden in de Kasaiprovincie, een gebied waar het Congolees leger de afgelopen maand met de Kamwina Nsapu-militie heeft gevochten.
De militie heeft z’n naam te danken aan Kamwina Nsapu, geboren als Jean-Pierre Pandi en zoon van een stamhoofd bij de Luba. Pandi kwam in opstand tegen de regering en hij werd vermoord op 12 augustus 2016, samen met acht andere militieleden.
Sindsdien is de militie uit op wraak. Ze veroverde in september de luchthaven van Kananga. Bij de strijd om die weer in te nemen, vielen meer dan honderd doden.
Helft militieleden jonger dan 14
Volgens VN-rapporten is de helft van de militieleden onder de 14 jaar, en de Congolese autoriteiten beweren dat ze onder invloed van drugs vechten. Ze geloven blijkbaar ook in traditionele magie, en tooien zich met speciale bladeren van planten waarvan ze geloven dat die kogels tegenhouden.
De Kamwina Nsapu-militie is een grote bedreiging voor de vrede in Congo. Sinds de dood van de leider van de groep is niet duidelijk wie de macht heeft en welk doel ze nastreven. Met machetes, stokken en geweren vallen ze regelmatig kerken en scholen aan. Ook zijn er regelmatig gevechten met het regeringsleger.
Het Congolese leger heeft de afgelopen maanden hard teruggeslagen tegen Kamwina Nsapu. Op verschillende plaatsen in het land zijn massagraven ontdekt. Zeven militairen worden vervolgd voor hun rol in een slachtpartij die op video werd vastgelegd.
40 agenten onthoofd
Drie weken geleden heeft de Kamwina Nsapu nog veertig agenten onthoofd die in een hinderlaag waren gelopen. Dat bloedbad was de zwaarste aanval op veiligheidstroepen sinds er vorig jaar onrust uitbrak in het land.
De politiemensen werden op de weg van de zuidelijke stad Tshikapa naar Kananga tegengehouden door de militieleden. Zes agenten die de plaatselijke Tshiluba-taal spraken werden vrijgelaten, de rest werd vermoord.
Na de onthoofdingen namen de daders de wapens en auto’s van de slachtoffers mee.
Sinds president Kabila in december aankondigde dat hij niet wil vertrekken als president, is het onrustig in Congo.
De Kamwina Nsapu-militie is de grootste bedreiging voor de vrede. Het geweld van de groep, die ooit begon als een lokale onafhankelijkheidsbeweging, is inmiddels over vijf provincies verspreid.