Een waargebeurd verhaal verfilmen over een ziek klein meisje is gevaarlijk, maar ‘Red Sandra’ doet het met opvallend veel gevoel voor detail en nuance

Als mens kunnen we Jan Verheyen goed hebben, als regisseur minder. Dat heeft ermee te maken dat hij volgens ons niet altijd uit zichzelf haalt wat erin zit en al te snel zijn toevlucht neemt tot snelle successen als een nieuwe F.C. De Kampioenen-film. Verheyen is op zijn best als hij zich laat leiden door verontwaardiging. Dat deed hij eerder al voor Het Vonnis (2013) en dat doet hij nu opnieuw voor Red Sandra.

Voor deze film ging de regisseur voor het eerst een samenwerking aan met zijn vrouw Lien Willaert, die meende dat zij beter geplaatst was om dit waargebeurde verhaal over een meisje dat leed aan de stofwisselingsziekte MLD in een film om te zetten. Het zal niet de laatste keer zijn dat de twee samenwerken, want nog voor het einde van het jaar verschijnt Bittersweet Sixteen, een geheel andere film waarin Jan en Lien een samenwerking aangaan met hun dochter Anna Verheyen.

Maar dus eerst deze Red Sandra, waarmee het regisseurskoppel zich op gewaagd terrein begeeft. Waargebeurde verhalen over zieke mensen hebben al snel de neiging om de kijker te gaan manipuleren in wat er gevoeld moet worden. Als het een verhaal over een klein meisje betreft, vergroot dat gevoel van emotionele manipulatie alleen maar. Het doet ons deugd te kunnen zeggen dat we tijdens deze film maar een enkele keer het gevoel hebben gehad dat de twee regisseurs zich daartoe lieten verleiden en dat ze veel vaker gewoon een verhaal aan het vertellen waren.

Fantasie en gevoel voor humor

Dat verhaal speelt zich af binnen de familie Massart. Wanneer hun dochtertje Sandra (Rosalie Charles) met haar voetje begint te slepen maakt moeder Olga (Darya Gantura) zich zorgen en trekt ze met haar dochter naar het ziekenhuis voor onderzoeken. Hun wereld stort in wanneer ze te horen krijgen dat het slepende voetje een teken is van MLD, een zeldzame spierziekte, en dat hun dochter nog maar een jaar te leven zal hebben. Een jaar waarin ze langzaam maar zeker haar beweging, haar spraak en haar zicht zal verliezen.

© Kinepolis Film Distribution

Dat klinkt heftig, maar Verheyen en Willaert houden hun film mooi in balans door naast de scènes over ziekte ook veel ruimte te maken voor de fantasie en het gevoel voor humor van Sandra en de band met haar vader, gespeeld door een Sven De Ridder die zichzelf overtreft. De twee vertellen verhaaltjes over prinsessen en zeemeerminnen en zelfs op de moeilijkste momenten blijkt die fantasie een uitweg. De pamperscène is maar één van de scènes die ons daardoor zal bijblijven. Die fantasiewereld wordt vormgegeven door filmpjes in stop-motion animatie, wat een welkome afwisseling vormt met de wereld van problemen en ziekte.

Naast het verloop van ziekte wordt er ook ingezoomd op de druk die de lijdensweg van hun dochter zet op de relatie van William en Olga, op de verschillende manieren waarop ze met de nieuwe realiteit omgaan en op de onrechtvaardigheid van de farmaceutische industrie.  Het is William die zijn hoop vindt in het op zoek gaan naar oplossingen en daarbij een experimenteel medicijn op het spoor komt dat in Denemarken wordt toegediend, maar in België niet verkocht of toegediend mag worden. Voor het eerst hoorden wij termen als het “named patient”-programma of “compassionate use”, waarmee een farmaceutisch bedrijf je per uitzondering toelaat om een medicijn gratis toegediend te krijgen. Het is een geheel nieuwe wereld die opengaat wanneer je met zeldzame ziektes te maken krijgt, een wereld die William geheel wil leren kennen, maar die hij vooral ook gebruikt om niet aan zichzelf te moeten toegeven dat er geen uitweg meer is.

© Kinepolis Film Distribution

Detail en nuance

Zijn vluchtgedrag levert de meest intense scènes van de film op. Eerst in een ruzie met Olga wanneer blijkt dat er geen eten in huis is en zij hem verwijt dat hij in vliegtuigen en hotels zit en meer in het gezelschap van advocaten is dan thuis. Een tweede keer in een sterke scène waarin William clasht met zijn moeder (Viviane de Muynck) die haar zoon erop wil attent maken dat hij zich beter kan voorbereiden op het afscheid van zijn dochter.  

© Kinepolis Film Distribution

Heel veel sympathie voor de farmaceutische industrie wordt in dit verhaal niet binnengebracht, maar een zinnetje dat ons bijgebleven is, is wel “Elke nieuwe behandeling komt wel voor iemand te laat.” De farmaceutische industrie is inderdaad ook dat: een industrie, met bedrijven die winst willen maken, maar die binnen die context al wel veel mensenlevens gered hebben.

Zelfs wanneer de film zich meer toebuigt naar de rol van de publieke opinie – oordelen van collega’s, de impact van artikels en nieuwsberichten en het scheldgedrag op sociale media – doet Red Sandra dat vrij subtiel. Dat gevoel voor detail en nuance maakt dat we blij zijn met deze film, want de draak die we verwacht hadden, is deze film absoluut niet.

Score: 7/10

Meer
Lees meer...