Smartphones en tablets maken ogen kinderen kapot, er zijn nu keiharde cijfers

Smartphones en tablets maken dat kinderen lang achter elkaar kijken naar iets wat dichtbij is. En daarvan gaan je ogen achteruit. Er is nu voor het eerst bewijs van hoe nefast dat is voor de jongste generatie.

Generation R is een prospectief onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam dat 5.000 opgroeiende Rotterdamse kinderen volgt vanaf het foetale leven tot aan de jonge volwassenheid. Het onderzoek is opgezet om vroege genetische en omgevingsfactoren te identificeren die van invloed zijn op de optimale en suboptimale groei, ontwikkeling en gezondheid.

Van de gevolgde kinderen (geboren tussen 2002 en 2006) was 2,5% bijziend op hun zesde. Inmiddels zijn die kinderen 13 geworden en maar liefst 25% is al bijziend en heeft een bril nodig. De verwachting is dat tegen ze 21 jaar worden meer dan 50% bijziend zal zijn.

“Twee uur naar buiten sturen”

Jan Roelof Polling, onderzoeker bij het Erasmus MC, heeft advies voor ouders om dat te voorkomen: “Door een tijd te bepalen, afspreken om niet zo lang achter de tablet of telefoon te zitten. Bijvoorbeeld: we gaan twintig minuten op de telefoon, daarna kijken we twintig minuten in de verte, zodat onze ogen iets anders doen.” Ook adviseert hij ouders en scholen om kinderen zoveel mogelijk naar buiten te sturen, ten minste twee uur per dag.

Verdubbeld in 50 jaar tijd

De mate van bijziendheid is de afgelopen jaren wereldwijd toegenomen. In de Verenigde Staten en Europa zijn nu al bijna dubbel zoveel jonge volwassenen bijziend in vergelijking met 50 jaar geleden.

In Azië, en dan vooral China, is het nog erger. Vorige maand maakten artsen op een congres voor oogspecialisten bekend dat daar 47,2% van de lager schoolkinderen, 75,8% van de middelbare scholieren en 89,3% van de studenten een bril nodig hebben.

Meer
Lees meer...