In 2024 heeft Duitsland aanzienlijk minder verblijfsvergunningen toegekend aan partners van inwoners. De daling met ruim 6 procent lijkt vooral te wijten aan de strengere taaleisen. Die vereisten worden steeds vaker als een barrière gezien voor koppels die willen samenleven in Duitsland.

Volgens cijfers van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken, geciteerd door Schengen.News, daalde het aantal toegekende verblijfsvergunningen voor partners van 77.200 in 2023 naar ongeveer 72.500 in 2024. De belangrijkste reden voor die terugval? De verplichte A1-taaltest Duits, die voor veel aanvragers een struikelblok blijkt te zijn.

In 2024 slaagde slechts 62 procent van de kandidaten voor deze taaltoets, terwijl dat in 2023 nog 65 procent was. Wie zakt voor de test, mag zijn of haar partner niet vervoegen in Duitsland, zelfs als aan alle andere voorwaarden is voldaan.

Kritiek op ongelijke regels

De taaleis maakt al langer deel uit van het Duitse migratiebeleid, maar staat onder toenemende kritiek. De linkse partij Die Linke stelt dat de maatregel niet alleen onrechtvaardig is, maar ook mogelijk in strijd met Europese regelgeving. Volgens hen is er sprake van ongelijke behandeling, omdat bijvoorbeeld partners van geschoolde arbeiders wél toegang krijgen tot Duitsland vóór ze de taal beheersen.

“Het is onbegrijpelijk dat liefdesrelaties gescheiden blijven terwijl economische migranten een soepelere behandeling krijgen”, zegt een woordvoerder van Die Linke.

Wie vraagt de verblijfsvergunning aan?

Partnervisa worden het vaakst aangevraagd door inwoners van Turkije, India, Kosovo, Rusland en Iran. De aanvraagprocedure wordt opgestart door de partner die al in Duitsland woont. Die moet aantonen over een geldige verblijfstitel te beschikken, voldoende inkomen te hebben en te kunnen voorzien in geschikte huisvesting.

Aanvragers moeten bovendien ouder zijn dan 18 jaar en slagen voor de A1-taaltoets, tenzij ze onder een van de uitzonderingen vallen.