‘Superfoods’ bestaan niet: waarom mensen denken dat bosbessen hun leven gaan redden

Noten, bosbessen, veenbessen en matcha: als jij ook je dag start met deze combinatie om voldoende antioxidanten, de ‘juiste’ oliën en ‘kalmerende stoffen’ in je lijf te krijgen, hebben we slecht nieuws voor je. Eigenlijk ben je gevallen voor een uitgebreide marketingcampagne. Want ‘superfoods’ bestaan niet.

Eet jij ook een stapel bosbessen omdat ze lekker zijn én antioxidanten bevatten? Nou, eet gerust verder, want lekker en gezond zijn bosbessen wel. Maar zet je verwachtingen niet te hoog: een dagelijkse portie bosbessen zal niet vermijden dat je kanker of een hoge cholesterol krijgt, als dat ook het enige gezonde is dat je op een dag binnenkrijgt.

Hetzelfde geldt, dat had je al geraden, voor andere zogenaamde superfoods: noten laten je levensverwachting niet stijgen. Veenbes houdt geen blaasontsteking en schimmelinfectie tegen. En matcha-thee zorgt niet voor een ‘zachte energie’ in je hersenen. Maar hoe komt het dan dat we ons al enkele jaren blauw betalen aan bosbessen? Het is vaak het resultaat van een marketingcampagne.

Dit soort filmpjes kan je overal vinden. De persoon in deze video is geen expert, maar hij verdient wél geld met z’n video

Wat zijn de gezondheidsvoordelen van bosbessen nu écht?

Laat ons bosbessen als voorbeeld nemen. Zoals dat gaat met veel van die superfoods, is de mythe gebaseerd op echte feiten, die dan nogal uitvergroot worden. Zo is er inderdaad een studie uit 1996 die stelt dat donkere fruitsoorten, met bosbessen op kop, véél antioxidanten bevatten. Dat antioxidanten belangrijk zijn, zal niemand ontkennen. Ze helpen tegen vrije radicalen, die er op hun beurt voor zorgen dat je celdeling soms misgaat. Dat resulteert in allerlei onheil, zoals kanker en zelfs hogere cholesterol.

Maar, bosbessen zijn niet de superfoods die je denkt. Hoe komen ze aan die reputatie? Wel, er is heel wat research gedaan naar bosbessen, meer dan naar, zeg maar, peren of spinazie (spinazie scoort trouwens ook heel hoog op de antioxidantenmeter, we zeggen het maar). Hoe komen bosbessen aan die stapel researchpapers? Door investeringen van marketeers.

John Sauve: Mister Blueberry

Specifiek door investeringen van John Sauve, een marketeer met een lange geschiedenis in het marketen van eten. Hij en de voedingsindustrie zagen dat bosbessen hoog scoorden in de studie, en in marketingtermen is dat goud waard. Dus investeerden ze in meer onderzoek, dat tot dezelfde conclusies kwam, en zetten het in de markt onder de mantel van gezondheid. In de late jaren negentig ging de bosbessenverkoop in Japan daardoor van 2 naar 3 miljoen kilo bosbessen per jaar.

Sauve gaf zelf toe dat hij niet helemaal begreep waarom de bosbes nu zo geweldig was, maar dat het feit dat de bosbes ‘bovenaan de lijst stond’, goed genoeg was. Begin de jaren 2000 verscheen de bosbes dan ook op verschillende Amerikaanse tv-programma’s, bij gezondheidsgoeroes als Oprah en Doctor Oz. Ook in de VS verdubbelde de verkoop van bosbessen over tien jaar tijd.

Marketingcampagne geslaagd: de researchers mogen publiceren, de grote hoeveelheid research zorgt voor onbetaalde reclame in kranten en op tv. En bosbessen zijn, dat is duidelijk, gezond. Maar er is geen enkel sluitend onderzoek dat bosbessen definitief kan linken aan bijvoorbeeld beter geheugen, minder voorkomen van Alzheimer of eierstokkanker. Geen enkel.

Die dag in prime-time op tv: de zogenaamde voordelen van wilde, Noorse bosbessen

Leef je langer van noten?

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld amandelen: de noten krijgen bijna een superheldencape aangemeten door superfood-adepten omdat ze je langer doen leven. Wie de originele studie leest, zal merken dat de studie, die over twintig jaar loopt, iets heel anders beweert. De mensen in de studie die zeven noten per dag aten, leefden inderdaad langer. De studie benadrukt ook dat ze langer leefden, los van doodsoorzaak. Je zou kunnen argumenteren dat de olie in noten gezond is, maar helpen ze ook tegen auto-ongevallen? De wetenschap is het over één ding eens: studies over voeding zijn conceptueel moeilijk door te trekken naar één-op-één conclusies.

Nee, als het om superfoods gaat, moeten we helaas vaststellen dat geen één stuk fruit of groente je langer of gezonder zal doen leven. Wat we wel weten is dat ‘gezonde’ voedingsmiddelen vaak nog wat duurder zijn dan hun ongezonde tegenhangers. Daar zijn wél studies naar gedaan: het prijsverschil zorgt er namelijk voor dat méér mensen zogenaamde superfoods gaan kopen.

Superfoods worden dan ook meer gekocht door mensen die een hoger inkomen hebben: die kopen de acai-, bos-, en veenbessen echter niet omdat ze ze lekker vinden, maar omdat ze geloven dat dat is wat rijke mensen doen. Dat concludeert een Nederlands onderzoek uit 2017. Het gaat dus om de perceptie.

Matcha is gewone groene thee

Nog één voorbeeld? Kijken we even naar de zogenaamde gezondheidsvoordelen van matcha, verpoederde groene theebladeren. De gezondheidsvoordelen van matcha-thee worden onder andere omschreven als ‘goed voor de hersenen’ (zonder meer) en het poeder is blijkbaar ideaal voor wie graag actief wil zijn, maar zijn hersenen graag rust gunt. Met andere woorden: je krijgt er energie van, zonder de ‘kick’ van koffie. Dat zou op zich dan weer goed zijn voor wie graag aan yoga of mindfullness doet.

Die gezondheidsvoordelen zijn dus sowieso al wat vaag, maar zijn wel consistent met zowat alle vormen van thee: groene thee bevat een specifieke soort theïne, wiens energiecomponent trager vrijkomt dan caffeïne. De nadelen van de twee lopen zowat gelijk, maar noch caffeïne noch theïne zijn schadelijk tenzij in grote hoeveelheden.

Waarom is matcha dan zo populair? Omdat het goedje uit Japan overkwam temidden van de gezondheidshype. Omdat matcha ‘verpoederde hele theebladeren’ zijn en dus geen aftreksel, zoals de meeste thees en infusies. Dus zou matcha ook véél meer van de goede werking van thee overnemen dan andere, minder hippe thees op de markt. Omdat de mystiek rond matcha zo groot is, kan je er ook meteen wat meer geld voor vragen. Maar, begrijp goed, matcha is ‘goed’ omdat het ‘meer’ is: hele theebladeren in plaats van infusie, die je opeet, maar wel in poedervorm. Want hele theebladeren verteren niet goed.

Eet divers en veel groenten

Intussen weten we dus dat superfoods geen ding zijn, hoewel mensen met een bosbessen- of amandelobsessie uiteraard rustig verder mogen eten. Maar wie matcha in zijn bosbessensmoothie mixt en vervolgens nooit meer tomaten eet omdat die te weinig antioxidanten bevatten, maakt een grote fout. Want waar voedingsexperts het wél over eens zijn, blijkt toch maar gezond boerenverstand te zijn: een diverse maaltijd bevat méér belangrijke voedingscomponenten dan je bosbessen-banaan-matchasmoothie ooit kan. En het slaat wellicht ook minder geld uit je zakken.

Oh en voor we het vergeten: veenbessensap helpt niet, herhaal: niet, tegen blaasontsteking.

Meer
Lees meer...