Een grote fictiereeks is een grote machinerie waarin elk radertje zijn werk op de best mogelijke manier moet doen om tot een goed resultaat te komen. Maar een reeks heeft natuurlijk ook een goed scenario nodig om kans op slagen te hebben en dus ook een goeie scenarist. In het geval van ‘Over Water’ – vanavond de eerste aflevering op één – zijn het er zelfs twee: Tom Lenaerts en romanschrijver en columnist Paul Baeten Gronda.
Wanneer Tom Lenaerts voor het interview even een plaspauze neemt – de natuur roept soms harder dan de journalist – vraagt Paul Baeten Gronda bedeesd “En eh …vond je ’t een beetje goed?” Het zegt veel over de zenuwachtigheid die het tonen van je nieuwe kindje aan de pers nog altijd oproept. Maar we kunnen ‘m geruststellen: we vonden het wel degelijk goed.
Als Tom terug is, kunnen we van start gaan met wat wij als eerste van dit olijke duo willen weten: waarom deze samenwerking?
Paul Baeten Gronda: Ik heb ook een paar jaar bij Woestijnvis gewerkt, onder andere nog als redacteur voor De Pappenheimers, weliswaar wel toen Steven Van Herreweghe het programma al presenteerde. Maar we kennen elkaar effectief door letterlijk in dezelfde gangen rond te lopen.
Tom Lenaerts: En vanwaar komt dan dat idee om effectief samen te gaan werken? Op een bepaald moment heeft Paul mij een mail gestuurd. Hij is eerst naar Italië vertrokken, heeft daar een stuk of vijf briljante romans geschreven.
Baeten Gronda: (zenuwachtig lachje)
Lenaerts: Ik was weg bij Woestijnvis ondertussen en op een gegeven moment krijg ik een mail van ‘m: “Ik heb een idee voor een fictiereeks, willen we eens afspreken?” Dan hebben we dat gedaan en toen vertelde hij me tussen pot en pint dat hij een reeks wilde maken over de Antwerpse haven en op één of andere manier klikte dat in die mate dat er drie uur later een ruw plan lag waar we allebei zo enthousiast over waren dat we konden zeggen “Hier willen we de volgende jaren van ons leven aan geven”.
Daar komt het in de praktijk wel op neer hé. Fictie maken, is tijdrovend en duurt effectief jaren.
Baeten Gronda: Mja, ik wist dat nog niet helemaal op dat moment. (lacht)
Lenaerts: En ik heb dat verzwegen. (lacht) Nee, het is zo. Je kan er maar beter op voorbereid zijn dat het lang gaat duren en je bent er nooit op voorbereid, want je onderschat zo een project altijd, in elke fase. Het grote voordeel hier is wel geweest dat we met z’n tweeën waren en nooit op hetzelfde moment in een dipje zaten.
Baeten Gronda: We zijn allebei optimistische mensen die allebei nogal … gefocust zijn als het op hun werk aankomt. Het is echt niet makkelijk om met iemand samen te werken, er kan veel frustratie bij komen kijken.
Lenaerts: Het was een beetje als een groepswerk op school waarbij je wél mogen kiezen hebt met wie je samenwerkt.
Baeten Gronda: Stel je voor dat je je groepswerk mag maken met je beste vriend. Dat gevoel hadden wij.
Getraind in liegen
Pas nu ik de eerste twee afleveringen gezien heb, begrijp ik waarom de haven zo goed is voor een reeks als Over Water. Dat havenmilieu, dat is echt iets op zich hé.
Lenaerts: Een hele onbekende wereld.
Baeten Gronda: Het is bekend en onbekend tegelijkertijd. Iedereen kent de haven van Antwerpen, maar de meeste mensen kennen enkel het begrip en zijn er nooit geweest. Het is een land op zich. Het is gigantisch en vertakt. Het is ook een internationaal gegeven én niet onbelangrijk voor het verhaal dat we wilden vertellen: het is een gigantische draaischijf voor de internationale cocaïnehandel.
Lenaerts: Niet dat we de haven per se in een slecht daglicht wilden stellen, maar we zitten met het gegeven van een net afgekickte verslaafde die net dan moet gaan werken in een sector waarmee hij voortdurend met zijn verslaving geconfronteerd wordt. Dat is dramatisch superinteressant.
Met Over Water begeven jullie je inderdaad op het terrein van verslaving. Dan weet je dus ook dat iedereen die er van ver of dichtbij mee te maken heeft, zal kijken om te zien of je wel goed weergeeft wat een verslaving met een mens en diens omgeving doet.
Baeten Gronda: Los van levenservaring – een vriend of een neef of iemand uit je omgeving die verslaafd geweest is – hebben we echt wel serieuze research gedaan. Je creëert een ongelooflijke antenne op dat moment voor alles waarrond je aan het werken bent. Ik heb tientallen verhalen gelezen. Het gaat er trouwens niet heel vaak expliciet over, we moeten het laten zien aan de hand van de gedragingen van John Beckers. Dus moesten we ook zien dat iedereen dat als zodanig kon begrijpen.
Wat ik heel goed weergegeven vind, is dat hij heel vaak keuzes moet maken. Als verslaafde word je heel erg geconfronteerd met het feit dat alcohol overal om ons heen is.
Baeten Gronda: Dat is ook wel zo.
Lenaerts: We vertellen het ook hier: je kan wel veranderen van verslaving, maar de psychologie van de verslaving, die blijft wel zitten. Liegen is ook een erg groot thema. De twee zijn ook heel erg verweven met elkaar, want een verslaafde heeft per definitie ook geheimen. Een verslaafde is dan ook heel erg getraind in dat liegen, want hij moet zijn verslaving verborgen houden.
Baeten Gronda: Het is een ziekte hé. Niet onbelangrijk.
Lenaerts: En je moet ermee leren leven. Je kan er wel mee leren omgaan, maar een verslaafde blijf je.
De meest minzame of de meest gevaarlijke?
Ik zei het ook al tegen Tom Van Dyck: ik vond Carl Dockx eerst niet zo geweldig tof, dan toffer en dan weer niet zo geweldig tof.
Lenaerts: Aha, zoals bij mensen die je net leert kennen! Dan twijfel je ook soms, tof of niet? Tijd in steken of niet? Dat is het interessante aan dat personage van Carl Dockx, dat hij zo ongrijpbaar is.
Baeten Gronda: We kunnen u wel geruststellen dat Carl Dockx het meest minzame personage uit de hele reeks is.
Lenaerts: En misschien ook wel het meest gevaarlijke. En ik hoop eerlijk gezegd dat wat je zegt toepasbaar is op elk personage. We hebben heel hard geprobeerd om onze personages niet uitgesproken goed of uitgesproken slecht te maken.
Baeten Gronda: Met John Beckers doen we dat ook. Uiteraard keurt de kijker niet alles goed wat hij doet. Maar we begrijpen ‘m wel en we keuren ook niet altijd alles af van wat hij doet.
Bij John kon ik inderdaad lang meegaan in zijn psychologie, maar er is toch één moment waarop ik echt van hem moest walgen: de scène waarin de politie voor de deur stond.
Lenaerts: Het interessante is: het verschilt heel erg van persoon tot persoon, wat er te begrijpen valt en wat niet.
Baeten Gronda: In de volgende afleveringen ga je hem nog dingen zien doen die je hart gaan verzachten en waarbij je gaat denken “Toch ne goeie gast!”
Lenaerts: Maak maar eens mee wat hij meemaakt hé. Enig idee hoe je zou reageren, zélf?
Nogal bekend in Vlaanderen
Paul, voor zover ik weet is het de eerste keer dat jij een scenario schrijft voor een fictiereeks. Dat wil ook zeggen dat je minder controle had over het eindproduct dan bij een roman of een column, want een tv-productie is een gigantische machine waarbij je op een bepaald moment de controle moet afgeven aan cast en crew en alleen maar kan hopen dat zij er het beste van maken.
Baeten Gronda: Ik vind het heel fijn om een schakel in die machine te zijn. Een roman schrijven, is een heel tekstueel en atmosferisch gebeuren. Een scenario is met zo veel mogelijk gevoel een duidelijk IKEA-plannetje maken, want je weet dat het doorgegeven gaat worden aan een heleboel mensen die elk ieder voor zich ook nog eens moeten begrijpen wat je wil vertellen.
In deze fase van het proces ben ik trouwens heel blij dat ik de aandacht kan delen. Als een boek af is dan is er altijd een boekvoorstelling en een laudatio en dat is fijn, maar ik zak er ook altijd door de grond van schaamte. Alle spots zijn op u gericht en ik word daar altijd heel ongemakkelijk van. Op het Filmfestival van Gent waren er 20 à 30 mensen die terecht fier konden zijn en in de spotlights konden staan. En dan zijn er ook nog eens de mensen achter de schermen zonder wie het niet geworden zou zijn wat het nu is. Ik vind het een veel meer comfortabele positie én een grote oefening in nederigheid. En ik had ook het geluk dat Tom mijn co-scenarist was, hij is nogal bekend in Vlaanderen en kon dus al veel van mijn ongemak in de spotlights opvangen. (lacht)
Daar gaat de reeks ook over hé, over de omgang met bekendheid. Is dat iets dat je al doende leert, Tom?
Lenaerts: Ik ben denk ik momenteel al langer bekend dan dat ik onbekend geweest ben. Ik weet eigenlijk niet echt wat het wil zeggen om bekend te zijn. Of onbekend te zijn. Ik word er soms door anderen op gewezen dat het wel door mijn bekendheid zal zijn dat mensen vriendelijk zijn tegen mij of dat ik toch nog in een restaurant binnen kan. Ik probeer me ervan bewust te zijn, maar je weet niet altijd waar je je van bewust moet zijn. Ik probeer er geen misbruik van te maken, maar misbruik maken van iets heeft meer te maken met persoonlijkheid dan met het al dan niet bekend zijn.
Baeten Gronda: Ik heb al vaak gedacht dat als ik u zou zijn, ik véél meer gebruik zou maken van mijn bekendheid. (lacht)
Tom, naast scenarist en producer was je ook showrunner voor Over Water. In Hollywood is het een term die al lang meegaat, in Vlaanderen is het relatief nieuw. Hoe heb jij die rol ingevuld?
Lenaerts: Vroeger noemden we dat gewoon eindredacteur. Ik ben showrunner van al mijn programma’s, waken over het proces van de concipiëring tot wanneer je het kindje afgeeft. Ik heb dat altijd al gedaan en je hebt dat ook nodig. Alleen heet het tegenwoordig anders als het om een fictieproject gaat.
Baeten Gronda: Er moet ook gewoon iemand zijn die knopen doorhakt. En het moet duidelijk zijn wie dat is en waar de discussie eindigt. Mensen investeren hun ziel in een project als dit, d’office. Er zijn veel verschillende meningen en de emoties laaien soms dan ook hoog op. Dan moet er iemand zijn die de beslissing neemt, waarna iedereen zich ook neerlegt bij die beslissing om dan weer verder te gaan.
Tweede kansen
Voor mij gaat de reeks over tweede kansen, maar ook over stigma: je blijft altijd een verslaafde, of een gevangene. Of een bekende.
Lenaerts: Mogen we dat opschrijven voor in andere interviews? (lacht) Ik vind dat een goeie analyse.
Baeten Gronda: We lachen er nu mee, maar vaak is het inderdaad zo dat je dingen in romans of in lange fictiereeksen zoals de deze pas achteraf zelf ziet. En dat is vaak in conversaties als deze.
Lenaerts: Soms zijn dat dingen waar je ooit, een jaar of twee geleden, over gesproken hebt, die je sindsdien nooit meer hebt aangehaald en die er toch zijn ingeslopen.
Even over de soundtrack: ik ben een paar weken geleden naar een optreden geweest van Dark Rooms in Berchem, in de Black Smoke op de site van brouwerij De Koninck. Daar meldde de band op het einde van show dat ze de soundtrack gemaakt hebben voor Over Water.
Lenaerts: (verbaasd) Serieus, Daniel Hart was hier en die zegt niks? Bij De Koninck, naast ons? Dat is naast onze deur hé. Eerlijk: die band kenden we niet. Hemzelf wel. Straffe componist.
Ik denk dat ik wel mag zeggen dat het goed gaat met de Vlaamse fictie, qua niveau dan. Er is De Dag, Chausée d’Amour vond ik ook heel sterk. Je moet tegenwoordig concurreren met heel de wereld, maar het kan wel. Netflix-shows als La Casa De Papel en Dark bewijzen ook dat taal geen barrière meer is.
Lenaerts: Nu de barrière van het budget nog wegwerken. (lacht) We staan er om bekend om met weinig geld veel dingen te kunnen doen. Daarom dat onze regisseurs over heel de wereld gevraagd worden. Felix Van Groeningen had geld over na het draaien van Beautiful Boy, ongezien in Hollywood.
En ZDF wilde samenwerken.
Lenaerts: Ja, zij gaan internationaal distribueren. Dat is onze platenmaatschappij, laat ons zeggen. We hebben daar trouwens niet zelf naar gezocht, zij hebben ons gecontacteerd in een heel vroeg stadium. Ze hebben drie scenario’s gelezen, we hebben die laten vertalen op hun vraag, en toen zeiden ze: “We want this.”
Ik heb het met Tom Van Dyck en Tom Dewispelare ook gehad over het screenen van series in de cinema. Ik denk dat het voor Over Water heel goed zou zijn, alleen al omdat dan pas die uitgestrektheid van die haven helemaal tot zijn recht komt. Wat denken jullie daarvan als tv-maker?
Baeten Gronda: We hebben het gezien op het filmfestival van Gent en ik moet zeggen dat ik het ooit wel jammer vond dat het nu voor de meeste mensen teruggedrongen zal worden naar een televisie-, computer- of zelfs smartphonescherm. Van het economische model erachter heb ik totaal geen verstand, maar puur esthetisch vond ik het wel een ervaring om het eens in de cinema te zien.
Lenaerts: Ik geloof dat dat gezellige avonden en evenementen kunnen zijn, maar ik geloof niet dat het echt tot een soort hardcore nichepubliek beperkt zal blijven. Als maker moet ik ervan uitgaan dat ook een reeks als deze in optimale omstandigheden op je telefoon bekeken kan worden. Ik heb een zoon die alle series van de wereld heeft gezien – ik kijk heel hard uit naar de resultaten van zijn examens – maar die kijkt alles op zijn laptop. Dat is echt de nieuwe realiteit.
Zijn jullie zelf bingers eigenlijk?
Baeten Gronda: Ik doe dat wel regelmatig. En nu heb ik eindelijk ook het professionele excuus dat ik mee moet zijn met wat er op de markt is. (lacht)
Lenaerts: Welke reeks moeten we nu zien?
Ik raad momenteel The Kominsky Method aan.
Baeten Gronda: Oh ja, gaat iets voor u zijn, Tom! Echt jouw soort humor en over ouder worden en generatieconflict.
Lenaerts: Ik schrijf het op en weet weeral wat doen, zie. Merci!
Over Water start zondag 16 december om 21.25 op één.