Wij mogen dan wel genieten van het zomerse weer, voor onze huisdieren brengt het zomerseizoen toch enkele gevaren met zich mee. Zoals daar zijn:
1. De zon
De zon is even gevaarlijk voor je huisdier als voor mensen. Ze kunnen ook verbranden en hebben een plek nodig om te kunnen schuilen tegen de zon.
2. Hitteslag
Gulden regel: als het te warm is voor jou, dan is het dat zeker ook voor je huisdier. Zeker met een dikke vacht. Oververhitting en hitteslag liggen op de loer. Dat is te herkennen aan een dik kwijl, rood tandvlees, trage reacties, slechte coördinatie en in het slechtste geval stuipen.3. Uitdroging
Een gevolg van zon en warmte, maar toch een onderschat gevaar. Voorzie daarom altijd genoeg vers drinkwater, dat liefst in de schaduw staat. Om het water langer koud te houden kan je er ijsblokken aan toevoegen.
4. Verbrande poten
Asfalt in de zon kan heel heet worden, veel heter dan de omgevingstemperartuur. Elk jaar verbranden dieren hun poten door er op te lopen. Een simpele test: leg je handpalm op het asfalt en druk aan. Als je het tien seconden kan volhouden, kan je er met je huisdier zonder bescherming over lopen. Lukt dat niet, stel een wandeling dan uit of geef je huisdier beschermende sokjes.
5. Parasieten en insecten
Zeker voor wie in de buurt van grasland of bos woont, of er vaak gaat wandelen, zijn vlooien en teken bijna onvermijdelijk. Maak er een gewoonte van om de vacht van je huisdier regelmatig te controleren op vlooien en teken. Op zijn best heeft het dier gewoon wat jeuk, maar het kan veel erger worden: sommige dieren reageren allergisch, en krabben en bijten zich tot bloedens toe. Overweeg een vlooien- en tekenband en een preventieve behandeling met pipetjes.
Ook muggen, bijen, wespen, mieren en spinnen kunnen een gevaar betekenen voor je dier: ze verkennen nu eenmaal met hun neus en kunnen die zo letterlijk ergens steken waar hij niet thuishoort.
6. Leptospiroris of de ziekte van Weil
Deze ziekte is ook wel bekend als de rattenziekte, omdat ze door ratten wordt verspreid. Een beet of besmet water of voeding is voldoende om besmet te geraken. Als ze niet tijdig behandeld wordt, kan deze ziekte permanente gezondheidsproblemen of zelfs de dood.
Symptomen zijn; koorts, overgeven, beven, lethargie, anorexia en gevoelige gewrichten en het dier drinkt veel meer dan normaal. Als je vermoedt dat je dier leptospirosis heeft, raadpleeg je beter onmiddellijk de dierenarts.
Er bestaan vaccinaties maar die beschermen niet volledig en lokken redelijk sterke neveneffecten uit.
7. Allergieën
Vlooien, grassen, planten, schimmels, wespensteken… ze kunnen allemaal allergische reacties uitlokken. Signalen zijn meestal extreem veel (meer) krabben, met kale plekken of wondes tot gevolg. In ernstige gevallen kan het dier een anafalyctische shock krijgen, met de dood tot gevolg.
8. Barbecues en andere feestjes
Niet alleen de hete kolen zijn een gevaar, ook de voeding erop. Omdat ze ze stelen, en zich verbranden, of gewoonweg omdat het te vet is (wat kan leiden tot pacreatitis) of te veel bot bevat en intern wondjes en zelfs bloedingen kan veroorzaken. Huisdieren durven ook tafels omver lopen met gebroken glazen en kletsnatte gasten tot gevolg.
De drukte kan je huisdier ook paniekerig maken, voorzie daarom altijd een uitweg naar een veilig (en rustig) plekje, zoals onder een bed of in de kelder. Ergens waar het dier vaker schuilt/slaapt en het zich thuis voelt.
Picnicks zijn een ander gevaar: je hond kan weglopen, overgestimuleerd raken of kinderen die hij niet kent kunnen hem irriteren. Hem vastleggen aan de leiband is een optie – tot je hond het beu is en jouw rustige dagje verpest door te janken of te blaffen.
9. Vergif
Een groen gazon krijg je niet zomaar: velen bewerken het lustig met herbiciden, fertilizators en pesticiden om het onkruid- en mierenvrij te houden. Mooi voor het oog, maar niet echt voor de dieren die erop lopen (laat staan voor het milieu). De schadelijke en giftige stoffen hangen aan hun poten en vacht, wat ze binnen krijgen door zich schoon te likken. Ook voeding die op het gras is terecht gekomen kan besmet zijn en een gevaar betekenen voor je huisdier.
Ook de planten en bloemen in de tuin zelf kunnen giftig zijn. Als je de keuze hebt, plant dan struiken en bloemen die niet giftig zijn voor huisdieren.
Waarschuw de dierenarts als je dier vergif heeft binnengekregen.
10. Zwemmen
Deze geldt vooral voor honden: zwemmen kan een geweldige verfrissing zijn voor je hond in het warme weer, maar niet elke hond is er even goed in. Een hond kan wel instinctief een beetje zwemmen maar ook hij moet oefenen om het te leren. Ga er dus niet zomaar van uit dat je hond een uitstekende zwemmer is, zeker niet als hij een beetje te dik is. Wil je met je hond in het water gaan, laat hem dan geleidelijk aan aan water wennen en leer hem zelf op het droge te klimmen.
Heb je een zwembad, dan is het belangrijk dat je hond er op eigen kracht uit kan. Elk jaar verdrinken honden in zwembaden. Vooral die met platte neuzen zijn minder goede zwemmers en zijn zwaarder bovenaan, waardoor ze rapper zinken.
In een groot meer kan je een reddingsvest aan je hond doen. Als hij afdwaalt en in paniek raakt, is er niet onmiddellijk verdrinkingsgevaar. Hou er ook rekening mee dat de temperatuur van het water in diepe meren snel kan afnemen, waardoor het snel te koud kan zijn. Idealiter ben en blijf je samen met je hond in het water en in relatief ondiepe gebieden.
11. De auto
Je huisdieren lopen meer buiten en hebben dus meer kans om aangereden te worden. Ook in de auto is het gevaarlijk voor dieren: een auto warmt heel snel op, en kan je dier doen oververhitten en zelfs sterven. Laat daarom nooit je hond alleen in de auto en zorg ervoor dat andere huisdieren zich niet kunnen verstoppen in de auto.