9 dingen die Assassin’s Creed Unity beter doet dan vorige games

“Zou ik vandaag iets schrijven over Assassin’s Creed Unity? Nee, toch nog maar eerst een avondje gamen.” Dat scenario keerde de voorbije week meermaals terug. Ik heb waarschijnlijk nog nooit zo lang geworsteld om voor mezelf helemaal uit te maken wat ik van een game vind. En ik vind Unity ondanks zijn ruwe kantjes toch een diamant. Een plaat die groeit naarmate je er meer naar luistert. Een karaktervol streekbier in plaats van pakweg een vlakke Heineken.

Met deze omschrijvingen wil ik vooral zeggen dat ik begrijp dat sommigen de game echt niet kunnen pruimen, en dan voornamelijk het vechtsysteem, dat een pak moeilijker is dan in de vorige twee grote titels, Assassin’s Creed III en Black Flag. Het is inderdaad even wennen, maar net dat systeem, in samenhang met een hoop andere dingen, is net wat de game voor mij net zo uitdagend maakt. Want laten we wel wezen: in de vorige twee games werd je zodanig bij het handje gehouden dat je al veel moeite moest doen om de pijp uit te gaan. Unity verloopt veel minder als een interactieve film, en daar kan je natuurlijk voor of tegen zijn.

En heel wat mensen zijn tegen. Het was me dan ook het weekje wel voor Ubisoft, dat een gigantische shitstorm over zich heen kreeg na de release van Unity. Naast kritiek op het vechtsysteem maakten misnoegde gamers melding van een enorme berg glitches: personages met halve gezichten, burgers die vastzitten in een open haard, spelers die pardoes door een vloer vallen, of die tegen een onzichtbare muren botsen. Ik heb er op de Xbox One niet echt last van gehad. Ja, er doken af en toe vreemde dingen op, zoals voorbijgangers die plots verdwenen of zelfs per ongeluk in cutscenes stonden, maar zo abnormaal is dat allemaal niet. Ook in bijvoorbeeld ACIII bleef al eens een geweer in de lucht zweven, en het is ook niet de eerste keer dat we een spartelend of anatomisch niet echt correct lijk aantreffen in een AC-game. Idem voor andere games: in Sunset Overdrive zat ik onlangs ook tot mijn middel vast in een brug. Enfin ik wil de glitches en bugs zeker niet goedpraten, maar ik vraag me af of er zo veel over zou geëmmerd worden wanneer het vechtsysteem iedereen kon bekoren. Mij stoorden die glitches dus niet, maar misschien heb ik gewoon geluk gehad. 

Aan de andere kant ben ik als zware AC-fan nu ook weer niet helemaal lyrisch over Assassin’s Creed Unity. Toch bevat de game voor mij heel wat verbeteringen ten opzichte van voorgaande titels die ik graag eens in de verf wil zetten, weliswaar niet zonder kanttekeningen:

1. Klimmen en parkour gaat vlotter 

Voor het eerst heb je een knoppencombinatie waarmee je honderd procent zeker een gebouw kan afdalen zonder dat je het risico loopt de grond te kussen. Te pletter vallen wanneer je een leap of faith net verkeerd mikt behoort zo tot het verleden, en de functie is ook heel handig om snel vijanden te ontvluchten. Bovendien moet je naast de schouderknop nu opnieuw een extra toets indrukken om hoog te kunnen klimmen, waardoor je meer controle hebt daarover.

De ‘maar’: het is aan de andere kant heel vreemd dat je tijdens het klimmen niet meer achteruit kan springen, iets wat bij veel klimsequenties in vorige games essentieel was en toch altijd een soort automatisme blijft. Vreemd genoeg is het in de zogenaamde anomaliestukken – waarover later meer – dan weer wel mogelijk. En hoewel je meer controle hebt over je loopbewegingen, kruipt Arno tijdens ontsnappingspogingen toch nog iets te veel op obstakels in plaats van erlangs te lopen. In ramen klimmen gaat niet altijd even vlot.

2. Je arendsoog duurt minder lang

Hoofdrolspeler Arno kan dankzij zijn arendsoog traditiegetrouw vijanden en andere objecten spotten, maar nu schakelt het zich vrij snel opnieuw uit terwijl de gespotte tegenstanders net zoals in Black Flag een tijd een felle kleur blijven behouden. Dat belet je de game de hele tijd met het arendsoog ingeschakeld te spelen, iets wat ik in het verleden alleszins veel te vaak deed en wat in feite de graphics en de ervaring nogal verpest.

3. Je kan in meer gebouwen

Terwijl gebouwen betreden in de vorige games meestal betekende dat je een afgesloten missie moest starten, maken die huizen, paleizen en cafés nu meestal gewoon deel uit van de normale kaart. Voor een moordmissie in een paleis kan je zo tientallen ingangen hebben, waardoor niet alleen het spelverloop stukken vlotter verloopt, maar ook de gameplay een pak geloofwaardiger wordt.

4. Systeem van kisten is logischer

Op de kaart vind je traditiegetrouw een hoop kisten die je kan openen. De koffers geld liggen nu niet meer onbeheerd in een tuin te wachten tot jij ze leegrooft, maar ‘veilig’ weggeborgen in huizen of bewaakt door enkele tegenstanders. Veel geloofwaardiger, en bovendien verloopt het openen van sloten opnieuw met een minigame. Je moet dan een bewegend balkje op het juiste moment in een bepaalde zone klikken, en die zone wordt dan groter naarmate je meer slotenmakerservaring vrijspeelt. Zo zijn de bedragen die je vindt in verhouding tot je vorderingen in het spel. En belangrijk: veel plezanter dan die vervelende slotenmakerstoestanden uit de vorige twee titels.

De ‘maar’: sommige kisten kan je enkel openen wanneer je de smartphone- of tabletapp gebruikt. We verkozen de game te spelen zonder, en dat verliep eigenlijk prima. Handiger zou nog zijn mochten die kisten dan gewoon niet verschijnen op de kaarten.

5. Sluipen en stealth gaat gemakkelijker

Nieuw in Unity is de mogelijkheid om te sluipen en om je te verstoppen achter obstakels. Straf dat we daar bij een game rond sluipmoordenaars zo lang op hebben moeten wachten, maar bon, de functie is er nu toch eindelijk. Heel handig om vijanden naar je toe te lokken en geruisloos uit te schakelen. 

De ‘maar’: dat deze nieuwigheden nog niet op punt staan is spijtig en ook wel erg duidelijk. Vijanden keren je vaak expres de rug toe zodat jij ze kan besluipen, en bovendien zijn ze echt zo achterlijk dat ze je bijvoorbeeld niet opmerken wanneer je halve lijf van achter een object steekt. Maar verder meer hierover.

6. Graphics zijn verbluffend

Over één ding is iedereen het eens: de game ziet er werkelijk fenomenaal uit. Parijs is gi-gan-tisch en pas na een uur of vijftien begon ik een béétje een idee te krijgen waar alles ligt. De verschillende gebieden zijn zowel qua uitzicht als gevoel ook nog eens allemaal anders. Je kan je personage verregaand aanpassen, en die aanpassingen zitten dan allemaal in de tussenfilmpjes: knap!

De ‘maar’: ondanks de grafische pracht vond ik de locaties in Italië vaak intrinsiek mooier. Zeker in Rome, want tegen zo’n Colosseum kan nu eenmaal geen Bastille of Notre-Dame op. Maar deze opmerking kan je natuurlijk afdoen als mierenneukerij.

7. De coöpmissies zijn heel cool

Unity start in tegenstelling tot de meeste vorige games niet al te spectaculair. De grote kracht komt pas naar boven bij onder meer de coöpmissies, die je al dan niet samen met anderen online kan spelen. Het is heel cool om te zien wat je medespelers uitsteken: sommigen gaan puur voor eigen gewin, terwijl anderen liever samenblijven of spontaan complementair zijn met wat jij doet. Intrigerend, en het levert dergelijke missies ook een hoge mate van herspeelbaarheid op.

8. Missies kunnen gigantisch zijn

Dankzij de rekenkracht van de nieuwe consoles tovert Unity ook een reeks fenomenale taferelen op je bord, zoals executies op weidse pleinen met honderden toeschouwers en tientallen bewakers, inclusief sluipschutters. De omvang van dergelijke missies is echt indrukwekkend, en ze tot een goed einde brengen biedt dan ook veel voldoening.

De ‘maar’: soms lijkt echt niet alleen heel de bevolking van Parijs op straat te staan, maar ook die van alle steden in de wijde omtrek. Ubisoft wil duidelijk laten zien hoeveel mannetjes tegelijk op zo’n nextgenscherm passen en overdrijft daar wel eens mee.

9. Vechten is uitdagender en bommen zijn eindelijk echt nuttig

Ik vind het vechten in Unity op zich echt stukken toffer dan in ACIII en Black Flag. Wat ik daar vooral miste was het gevoel van controle over de acties. Dankzij één enkele druk op de knop deed het personage daar de mafste dingen, maar uiteindelijk kwam het vechten daar gewoon op neer te wachten tot je tegenstanders uithalen en af te weren. In Unity wordt aanvallen opnieuw beloond, en kan je een ingezette aanval ook nog bliksemsnel ombuigen tot een rol of een afweerbeweging. Vooral dat laatste geeft me net dat gevoel van controle terug dat ik miste.

Dit vechtsysteem lijkt bovendien te zijn wat de ontwikkelaars bij Ubisoft altijd al voor ogen hadden bij de Assassin’s Creed-games, omdat het evenwicht met andere gameplayelementen nu echt goed zit. De moeilijkheidsgraad van de gevechten doet je nu echt wel nadenken vooraleer je als een olifant in een porseleinkast meer dan drie vijanden tegelijk bestormt, en dwingt je veel beter na te denken over de juiste tactiek. Eerlijk, heb jij ooit die cherry bombs al eens gebruikt in de vorige games? Ik alleszins niet, maar ik haal ze nu wel geregeld boven om vijanden te lokken die ik dan, terwijl ik met de nieuwe stealthfunctie achter een deur sta, geruisloos uit de weg ruim. Wanneer ik toch omsingeld ben en vluchten moeilijk dreigt te worden, komen pistolen en rookbommen echt wel van pas. En ja, ik ga geregeld de pijp uit. En ja, ik heb al serieus gevloekt op de game. Maar dat gevoel van frustratie nam nooit de overhand op de goesting om het de volgende keer beter te doen, waardoor Unity me die uitdaging biedt die ik miste bij de twee vorige grote games. Uiteindelijk zat ik bij ACIII vooral te jagen, en kwam ik bij Black Flag bijna niet meer van die boot.

De ‘maar’: toch vind ik het spijtig dat enkele trucjes uit de Ezio-reeks niet langer mogelijk zijn. Wapens van tegenstanders afpakken en hen daarmee afmaken bood erg veel voldoening, vooral wanneer je een weglopende vijand kon uitschakelen met een buitgemaakte speer. Tegenstanders van een gebouw smijten is niet mogelijk, en het gebruik van de verborgen messen is spijtig genoeg fel naar de achtergrond verdwenen. Sommige vaardigheden die je moet vrijspelen hadden misschien beter direct beschikbaar geweest.

Minpunten en gemiste kansen

Unity stelt me op enkele vlakken toch ook wel teleur:

1. Weinig chemie tussen Arno en Elise

In tegenstelling tot heel wat voorgaande games start Unity niet zo spectaculair. Je wordt niet omvergeblazen door scènes op grote boten, maar krijgt meteen inzicht in de achtergrond van de hoofdpersonages. Dat zou je met hen moeten doen moeten meevoelen, maar dat lukt voor mij enkel in het begin. Het wraakverhaal van Arno doet wat denken aan dat van de grote Ezio, maar het niveau ervan haalt het niet. En zo sympathiek en cool als Ezio is Arno al zeker niet. Daarnaast is het verhaal van Arno en Elise wel atypisch en is het boeiend genoeg om je benieuwd te maken naar het vervolg. Maar hier zat echt meer in. En het feit dat Elise de Franse naam Arno Jan Becaus-gewijs uitspreekt als ‘Aarwnooow’ helpt trouwens niet echt, al ben ik blij dat niet alle dialogen verzanden in een ‘Allo ‘Allo-Engels.

2. De verschillende soorten punten zijn gewoon raar

In Unity verzamel je naast geld nog verschillende soorten andere punten, en dat is echt verwarrend. Want sommige vaardigheden en outfits kan je enkel vrijkopen met de ene soort, terwijl je voor een upgrade dan weer een andere soort nodig hebt. En je kan ook nog sneller voortgang maken door echt geld boven te halen, wat zeker in een multiplayeromgeving toch wat aanvoelt als valsspelen. 

3. Dat Helixgedoe? Tja

Unity heeft nog een dunne ‘hedendaagse’ verhaallijn die je moet duidelijk maken dat je de herinneringen van historische figuren herbeleeft via de Helix, de nieuwe naam van de Animus. Die uit zich dan bijvoorbeeld in anomalieën in de spelwereld, waardoor je via een portaal dan in een andere tijd belandt. Eigenlijk lijken ze er vooral in te zitten omdat de makers per se de Eiffeltoren in de game wilden steken, terwijl die er eind 18de eeuw nog niet stond. Misschien dat andere spelers houden van die afwisseling, maar voor mij is de meerwaarde miniem.

4. Grootste minpunt: de vijanden zijn achterlijk

Terwijl Ubisoft meldt dat de tegenstanders een verbeterde AI hebben, is daar absoluut niets van te merken. Ze merken het amper wanneer vlakbij een collega reutelend aan zijn einde komt, en wanneer ze het toch zien, is de kans groot dat ze na even op te kijken gewoon doorgaan met wat ze aan het doen waren: niets. Lekker de wacht houden naast een lijk, tralala. Je hoort ze zich soms dan nog vlakbij afvragen waar je gebleven bent, ook al zijn ze je gevolgd naar een afgesloten kamer waar je je hebt verstopt in de enige kast. Dit geeft de hele geloofwaardigheid van de game toch een serieuze knauw en is voor mij dan ook het grootste minpunt van Unity.

Conclusie: 8/10

Ondanks de euvels presenteert Ubisoft met Assassin’s Creed Unity toch een huzarenstukje dat als geheel veel beter in elkaar zit dan de vorige games. Grafisch is de game bovendien een van de mooiste ooit. Spijtig is wel dat de vijanden zo dom zijn en dat niet iedereen het vechtsysteem kan pruimen. 

(0 – 2: verschrikkelijk; 3 – 4: slecht;  5 – 6. oké; 7 – 8: uitstekend; 9-10: absolute top)

Meer
Lees meer...