662 dagen. Zoveel tijd was nodig voor België opnieuw een volwaardige regering had. Toen op 1 oktober 2020 de nieuwe regering De Croo de eed aflegde, sloot het land een woelige periode van instabiliteit af, midden in een pandemie. Het boek “De doodgravers van België“, beschrijft heel die periode in detail. De conclusie is hard: het geheel staat bol van intrige, verraad, geheime achterkamerdeals, en spectaculair bochtenwerk. Plus de bedenking: wat is er nu structureel opgelost?
In het nieuws: Een onthullend boek over de regeringsvorming
De details: Er zitten wel een paar straffe scènes in de reconstructie.
- België haalde in 2010 een bedenkelijk wereldrecord: 541 dagen zonder een werkende regering op het hoogste niveau. Toen werd dat uitgebreid “gevierd”, met een volksfeest waarin de Belgen niet alleen zichzelf en hun leiders bespotten, maar de zaak ook relativeerden. “Ach, alweer een regeringscrisis”, werd in de internationale salons meewarig gezegd over België, ook al toonde die crisis aan hoe fragiel het politieke evenwicht in de Wetstraat geworden was.
- Tien jaar later is de sclerose nog dieper voelbaar. Tegelijk met de politieke impasse ging het land door een pandemie én een economische crisis tussen 2018 en 2020. Het troetelkind van het internationale compromis, de trotse gastheer van de EU en de NAVO ook, zat met zichzelf in de knoop, tot grote wanhoop van het Belgische staatshoofd, de koning.
- Vandaar ook dat de vorming van een nieuwe federale regering in oktober 2020, de zogenaamde Vivaldi-ploeg, voor velen tot een zucht van opluchting leidt: eindelijk was er weer een stabiele regering, met een volwaardige meerderheid, om de crisis aan te pakken.
- Maar wat ging nu écht schuil achter die regeringsvorming? Op basis van tientallen achtergrondgesprekken in die periode zelf, maar ook dankzij een terugblik met zowat alle betrokken hoofdrolspelers achteraf, wordt het verhaal gereconstrueerd. Dat is, omwille van het feit dat met zoveel bronnen gewerkt wordt, automatisch een puzzel van vele waarheden samen, die niet noodzakelijk zal stroken met de individuele overtuiging van één bron over een situatie, een discussie of een deelconflict in die hele periode.
- Voor deze nieuwsbrief kozen we twee fragmenten uit het boek die mooi de context schetsen: kleine dominosteentjes kunnen vallen, en het geheel later sterk beïnvloeden. Plus, er is de rode draad van onderling wantrouwen, dat regeert.
- De regering De Croo I pakte van bij de start enthousiasme, zeker de figuur van de eerste minister schoot omhoog in de lijstjes: Alexander De Croo is vandaag de populairste politicus in de peilingen. Tegelijk wijzen een heel pak hoofdonderhandelaars, onder wie liefst zes partijvoorzitters, vandaag op het feit dat het uitgerekend de huidige premier was, die deels mee aan de basis lag van de lange instabiele periode. In oktober 2019 was hij verantwoordelijk dat de opdracht van Paul Magnette (PS) als informateur mislukte.
- Het zou bovendien naïef zijn, op basis van wat we weten aan details over heel die periode, om te denken dat met de komst van de Vivaldi-regering, het hoofdstuk van politieke instabiliteit in België is afgesloten. Veel elementen in dit boek wijzen op hoogstens een gewapende vrede, eerder dan een duurzame pacificatie, wanneer het over heel het vraagstuk van de architectuur van het land gaat.
De essentie: Misschien was die vorming van Vivaldi uiteindelijk niet het grootste ‘nieuws’ in die regeringsvorming?
- De twee grootste partijen aan beide zijde van de taalgrens, N-VA en PS, bekenden in de zomer van 2020 finaal kleur. Het resultaat beloofde wel een duidelijke visie op middellange termijn, om de deelstaten verder te versterken, en vooral aan Franstalige kant een grondige opkuis van de structuren te organiseren. Het fameuze “Zwitserse model”, waarbij een aantal sterke, autonome deelstaten de dienst uitmaken, heeft intussen opgeld gemaakt in de Wetstraat.
- Al eind 2020 maakte Magnette eindelijk zijn eigen ideeën daarover publiek: een bevestiging van wat velen binnenskamers al lang doorhadden, sinds midden 2020. Vertrouwelijke gesprekken met zowel de PS als N-VA tonen aan dat de PS-voorzitter in zijn hoofd misschien wel verder zit dan velen vermoeden. En dat tot grote vreugde van Bart De Wever, die hoopt eindelijk de gesprekspartner over de taalgrens te hebben gevonden waar hij altijd van droomde.
- Bij de PS is die mentale revolutie merkbaar, alleen al op het niveau van het politiek personeel dat nu de dienst uitmaakt aan de top: het ‘oude’ regionalisme van de Renardisten is terug bij de Waalse socialisten. Een van de consequenties is bovendien dat de PS graag de verkiezingen van het federale niveau en de deelstaten graag zou loskoppelen, en niet langer die ‘samenvallende’ grote stembusslag voor alle niveaus in één keer organiseren. Voor de goede verstaander betekent dit dat de Vivaldi-rit niet perse moet uitgereden worden.
- Aan Vlaamse kant nam Open Vld een grote politieke gok, door het premierschap te claimen, en de partij definitief en vrij bruusk zelfs los te rukken van de grootste partij N-VA. Jarenlang waren die elkaars coalitiepartner en vooral sociaal-economisch elkaars eerste bondgenoot. In twee fasen, eerst onder Gwendolyn Rutten, en daarna onder Alexander De Croo, kozen ze in 2020 hun eigen koers, met ook communautair nu een heel andere agenda: niet toevallig introduceerde premier De Croo de mantra van “een ploeg van 11 miljoen Belgen”, om de COVID-crisis mentaal aan te pakken.
- Diezelfde tricolore aanpak is vandaag dominant bij de MR, nog veel meer dan bij Open Vld. Georges-Louis Bouchez kiest als eerste mainstream-politicus sinds decennia voor een manifest Belgicistische lijn. Zo belooft het communautaire thema in Franstalig België minstens evenveel een electorale veldslag te domineren dan in Vlaanderen.
Wat betekent dat voor nu? Met Vivaldi zijn veel zaken niet structureel opgelost
- “Een overgangsregering”, zo noemde Magnette op een onbewaakt moment het huidige kabinet. De gedachtegang is simpel: bij de volgende federale verkiezingen is de kans erg groot dat de N-VA een forse tik krijgt, terwijl de socialistische familie eerder stabiel zal blijven. Het gevolg is dat er dan, met het communautaire dossier fors op tafel, nog sterker kan onderhandeld worden.
- Dat scenario lijkt ook aan Vlaamse kant bijna onvermijdelijk. Eind 2020 koos Bart De Wever (N-VA) opnieuw voor een verlenging van zijn mandaat aan het hoofd van N-VA. Daarmee gepaard kwam een duidelijke boodschap, die helemaal ingaat tegen zijn eigen theorie van “een tweestromenland” in Vlaanderen: frontvorming tussen Vlaams Belang en N-VA is niet aan de orde.
- De conservatief in De Wever gruwt van revolutionaire scenario’s zoals het eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid, naar Catalaans voorbeeld. Het resultaat daar zegt genoeg. Bovendien is de afkeer voor het extreemrechtse gedachtengoed veel te groot: Van Grieken zal dus ook de volgende keer meer dan waarschijnlijk aan de kant blijven staan. Net als de PTB-PVDA overigens: ook de socialisten maken geen opening naar extreemlinks.
- Dat alles maakt dat een glazen bol niet nodig is, om te voelen dat een heruitgave van wat omschreven wordt in deze reconstructie, een maandenlange zoektocht naar een groter communautair compromis, zich dreigt te herhalen.
- Tenzij natuurlijk de Vivaldi-coalitie, die er ook kwam omdat er simpelweg geen parlementaire meerderheid was voor het N-VA-PS-plan, een fundamentele ommekeer in het politieke landschap kan teweegbrengen.
- De toekomst ligt allerminst vast, zeker in de Belgische politiek. Tegelijk kan men alleen maar hopen dat de hoofdrolspelers van dit verhaal geleerd hebben uit de pijnlijke periode, om het volgende hoofdstuk in de politieke geschiedenis van dit land iets verheffender te maken.
Een dolk uit eigen rangen
Dit fragment beschrijft hoe Sophie Wilmès (MR) in oktober 2019, eigenlijk quasi uit het niets, premier van België wordt.
Afscheidnemend premier Charles Michel (MR) heeft zijn eigen kandidaat klaarstaan in oktober, om hem op te volgen: de minister van Begroting Sophie Wilmès (MR). Een verpletterende indruk heeft zij tot dan niet gemaakt in de Wetstraat: de begroting wordt gemaakt door de premier zelf en zijn vicepremiers. Wilmès heeft echter één eigenschap die geen enkele andere MR-minister bezit op dat moment: ze spreekt behoorlijk Nederlands. Voor een Belgisch premier is tweetaligheid wel noodzakelijk. Plots klinkt de naam van Wilmès als nieuwe premier in de pers. Nu schieten CD&V en Open Vld in actie: dat gaat niet zomaar.
In principe komt Alexander De Croo (Open Vld) ook in aanmerking om Michel op te volgen. Maar Open Vld is kleiner dan CD&V. En net omdat de kwestie zo gevoelig ligt bij de Vlaamse liberalen, past De Croo naar eigen zeggen voor de job van Michel: het is een tijdelijk mandaat, van een regering in lopende zaken, die niet eens een meerderheid heeft? Maar Koen Geens (CD&V) in De Zestien? Daar is hij ook niet bepaald fan van: de minister van Justitie en de liberale vicepremier hebben niet bepaald een hartelijke relatie.
Bij CD&V is iemand zo mogelijk nog veel radicaler. Voor Kris Peeters (CD&V) is het een regelrechte nachtmerrie: zal Geens nu de post krijgen die hem vijf jaar geleden ontzegd is door zijn partij? Vanuit zijn nieuwe job als Europees Parlementslid doet hij er alles aan om dat scenario te voorkomen: het zaait de nodige twijfel in eigen rangen.
Want wat speelt, zowel voor de Vlaamse christendemocraten als liberalen: eens je in De Zestien zit, als premier, zelfs als tussenpaus, moet je wel de mantel van staatsman dragen. Dan wordt het bijzonder eenvoudig voor anderen om die premier mee te sleuren bij een zoveelste roep om een noodkabinet, in een coalitie. En bijna onvermijdelijk is dat een scenario zonder N-VA, maar wel met CD&V en Open Vld.
Hoewel Geens zich in die periode ostentatief uitspreekt voor een paars-gele coalitie, en niet wil weten van paars-groen, helpt het zijn zaak niet genoeg intern. Een etentje tussen Hilde Crevits (CD&B) en Gwendolyn Rutten in dezelfde periode bezegelt zijn lot. Daar geeft Crevits immers tussen de tanden toe aan de liberale voorzitter “dat Geens niet evident ligt, want het draagvlak ontbreekt binnen de partij”.
Op een zaterdag eind oktober roept Michel zijn kern bijeen. De topministers moeten uren en uren vergaderen, Geens geeft zich niet zomaar gewonnen en eist boter bij de vis. De liberalen laten echter niet na in de marathonsessie de CD&V-vicepremier te doen voelen dat zijn eigen partij hem niet voluit steunt. Uiteindelijk moet Geens genoegen nemen met een magere troostprijs: Europese Zaken komt bij hem te zitten.
Michel triomfeert: het is “zijn” Sophie Wilmès die naar De Zestien mag. Een klein dominosteentje valt, eerder onbelangrijk op dat moment. Dat zal later in het verhaal grote gevolgen hebben, wanneer het premierschap een uiterst belangrijke sleutel wordt.
Ontmoeting bij mister X
Dit fragment omschrijft een episode begin december 2019. Paul Magnette (PS) heeft net ontslag genomen als informateur.
Met Georges-Louis Bouchez (MR) en Joachim Coens (CD&V) als nieuw duo is de strategische discussie aan de top van Open Vld allerminst voorbij. Want het is ook Alexander De Croo wel duidelijk dat men nog volop fietst in de richting van een paars-groene coalitie, die nu herdoopt is tot Vivaldi.
En hoewel ze historisch gezien allesbehalve bondgenoten zijn, laat staan dat ze elkaar echt vertrouwen, belt De Croo toch af en toe met z’n collega vicepremier Koen Geens (CD&V). “Jij moet dat tegenhouden Koen, met jouw netwerk. Het heeft geen zin om daarin mee te gaan”, zo geeft De Croo aan Geens mee, wetende dat die geen fan is van het hele Vivaldi-idee.
Maar De Croo, met in zijn kielzog het trouwe kransje van Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en Egbert Lachaert (Open Vld), gaat nog een stapje verder. Want Gwendolyn Rutten (Open Vld) is duidelijk van plan tot de allerlaatste snik van haar voorzitterschap de greep op haar partij niet te lossen. Meer zelfs, een plan circuleert, dan al, om haar drie maanden langer voorzitter te laten zijn, tot de onderhandelingen afgelopen zijn.
Opnieuw via Joy Donné (N-VA), de fixer van de N-VA, wordt in het grootste geheim een meeting belegd, op het appartement van een bevriend zakenman in het Brusselse, door Bart De Wever (N-VA) mister x genoemd, een dag na de aanstelling van het nieuwe duo informateurs, op 11 december ’s avonds.
Daar zien De Wever en De Croo elkaar, de culminatie van een reeks berichten en telefoons die er in de afgelopen weken geweest zijn, in de periode dat De Croo en co met hun “Résistance” steeds meer in het verzet gegaan zijn tegen Rutten.
Donné is er ook bij, kwestie van toch een getuige te hebben, zo redeneert De Wever. Want van echt vertrouwen tussen beiden is geen sprake: de twee kennen elkaar daarvoor al te lang. En in de periode na de val van de regering in 2010 hadden De Wever en De Croo een voorakkoord, maar daar is uiteindelijk niets van terecht gekomen. Toch wil De Wever onder de boutade “de vijand van mijn vijand is mijn vriend” wel eens samenzitten met de vicepremier van Open Vld.
De meeting is duidelijk: “Time is on my side”, stelt De Croo met enige vertrouwen. Want iedereen weet dat in maart eindelijk nieuwe verkiezingen gehouden worden bij Open Vld. En hoewel Bart Tommelein, de burgemeester van badstad Oostende en voormalig minister, zich al gemeld heeft als kandidaat, maakt De Croo duidelijk dat Egbert Lachaert klaarstaat in de coulissen. “En dan krijg je een heel andere Open Vld”, zo is de boodschap. De Croo is ervan overtuigd dat het merendeel van zijn partij zal meegaan en dat Lachaert voorzitter zal worden.
De strategische lijnen zijn duidelijk: de Vlaamse liberalen en N-VA komen dan samen, om een stevig tegengewicht te bieden voor de socialisten en zo een paars-gele regering te maken.
Waar kun je het boek verkrijgen?
Het boek is te verkrijgen bij de groothandels, bij bol.com of via Wetstraat.businessam.be (of Ruedelaloi.businessam.be voor de Franstalige versie).