Idealistische praat over de Olympische Spelen – die over vier maanden in Peking starten – is een zaak uit het verleden, nu het Internationaal Olympisch Comité (IOC) vragen over de gang van zaken in China blijft ontwijken.

Al in 2001 beloofde datzelfde IOC dat de Spelen van 2008 China zou verplichten vooruitgang op het gebied van mensenrechten te realiseren. Die Spelen stonden onder toezicht van Xi Jinping, die nu president is.

Dit jaar wordt het IOC geconfronteerd met een regering in Peking die haar wil over Hongkong laat gelden en Oeigoeren en andere moslimminderheden onderdrukt. Alle hoop dat Peking zich wat losser zal opstellen tegenover Tibet is inmiddels vervaagd.

Spelen in Peking

Dat verhindert niet dat de Spelen in Peking nog meer zullen worden gecontroleerd dan die van Tokio, schrijft de Associated Press.

Volgens de regels mag niemand het “gesloten managementsysteem” – dat bewegingen van atleten van aankomst tot vertrek monitort en controleert – verlaten. Ook de media worden volledig op slot gezet. Verder worden alleen toeschouwers uit het Chinese vasteland toegelaten.

“In 2008 probeerde Peking de wereld te behagen, in 2022 kan het haar niet echt schelen wat de rest van de wereld denkt.”