Het Spaanse stierengevechtseizoen begint traditioneel in februari in Valdemorillo, een klein stadje op ongeveer 40 kilometer buiten Madrid. Normaal gesproken trekt dat geen grote namen, maar dit jaar komt de absolute ster onder de matadors, Morante de la Puebla. Niet zomaar: iedereen in het wereldje van de stierengevechten beseft dat het komende seizoen een succes moet worden, wil het stierenvechten niet helemaal verdwijnen in Spanje.
Stierengevechten zijn in Catalonië al sinds 2011 verboden, maar in de rest van het land is de discussie over het al dan niet bannen ervan sinds het begin van de pandemie omgedraaid. Waar het debat zich ooit concentreerde op een verbod, is het nu de vraag of er al dan niet meer subsidies moeten komen. De huidige linkse coalitieregering lijkt niet de politieke wil te hebben om wat ooit bekend stond als het “nationale feest” expliciet te verbieden, maar, tegelijkertijd, is ze ook niet geneigd steun te geven om het stierenvechten draaiende te houden. Zo werden bijvoorbeeld kaartjes voor corrida’s nadrukkelijk uitgesloten van een regeling die premier Pedro Sánchez in oktober vorig jaar aankondigde, waarbij jongeren voor 400 euro aan toegangskaarten zouden krijgen om verschillende culturele sectoren overeind te houden.
Belangrijk om weten: stierengevechten worden in Spanje gezien als cultuur en niet zozeer als sport. Ze vallen onder de bevoegdheid van het ministerie van Cultuur. Het Catalaanse verbod, dat in 2016 trouwens door het Spaanse Grondwettelijk Hof onwettig werd verklaard, ging evenzeer over het maken van een politiek statement als het beschermen van dierenrechten. In de nasleep van het als onwettig beschouwde onafhankelijkheidsreferendum van 2017 heeft de xenofobe en anti-immigratie Vox-partij in haar campagnes anti-Catalaanse- en pro-stierenvechten-sentimenten uitgebuit en is ze de op twee na grootste kracht in de Spaanse politiek geworden. Morante de la Puebla, de stermatador, maar ook collega’s van hem gaan vaak samen met Vox-partijleider Santiago Abascal op campagne.
Sigaarrokende relikwieën van het Franco-regime of puriteinse censuur?
Maar Vox heeft meer te winnen bij die relatie dan de stierenvechters. Vooral in landelijke gebieden waar de partij van Abascal met succes pro-stierenvechten en jagende kiezers heeft aangetrokken. Want extreemrechts heeft door de matadors te omarmen ervoor gezorgd dat een toenemend aantal progressieve burgers een diepgewortelde afkeer van stierenvechten hebben gekregen, al was het maar omdat stierengevechten worden gezien als het laatste bastion voor reactionairen die geen plaats hebben in een Europese democratie van de 21e eeuw.
Het resultaat is een verregaande polarisatie rond stierengevechten die het vrijwel onmogelijk maken om een serieus debat te voeren over het stierenvechten. Het is een emotioneel onderwerp geworden dat door politici over het hele ideologische spectrum is bewapend. De anti-stierenvechtlobby bestempelt de liefhebbers van het stierenvechten als de sigaarrokende relikwieën van het Franco-regime. Verdedigers van de nationale fiesta sluiten ondertussen elk debat over de toekomst uit door alle mogelijke bezwaren te bestempelen als manifestaties van puriteinse censuur.
Hoever het debat over stierengevechten ondertussen verzand is in politieke discussies? Een voorbeeld: Gijon. Weet dat in Spanje op lokaal niveau gemeentebesturen geen wettelijke bevoegdheid hebben om een algeheel verbod uit te vaardigen, maar ze kunnen wel vergunningen van corrida’s om stierengevechten te houden intrekken. In de noordelijke kustplaats Gijon heeft de socialistische burgemeester Ana González zo aangekondigd dat de gemeentelijke arena voortaan gebruikt zal worden voor livemuziek in plaats van corridas.
Hoe een Nigeriaan en een feministe de boel op stelten zetten
Haar beslissing kwam er niet per se omdat ze zo begaan is met het lot van de stieren, wel nadat, in haar woorden, “er een grens was overschreden”. Die grens? Twee stieren die afgelopen zomer werden gedood, werden “El nigeriano” (de Nigeriaan) en een andere “El feminista” (de feministe) genoemd. De aanwezigheid van Morante de la Puebla op het evenement gaf de indruk van een opzettelijke provocatie, maar het was waarschijnlijk toeval. Vechtstieren erven immers hun namen van hun moeder. (Dat gezegd zijnde: er zijn in het verleden uitzonderingen gemaakt. De eerste stier die de legendarische matador Manolete in 1939 tegenkwam, was “El Comunista” (de communist) gedoopt tijdens de kortstondige Tweede Republiek (1931-36). Na de overwinning van generaal Franco in de burgeroorlog (1936-39) en “El Communista” diplomatiek omgedoopt tot “El mirador”.)
Hoe dan ook, de zaak is een voorbeeld van hoe de stierenvechtlobby een soort echokamer is geworden. Er heerst een onvermogen om te begrijpen hoe het stierenvechten van buitenaf wordt waargenomen. Volgens González hebben liefhebbers te lang hun zin gehad, en nu is het tijd om te luisteren naar de vele inwoners van Gijon die tegen het stierenvechten zijn. De afgelopen jaren hebben dierenrechtenactivisten grote demonstraties georganiseerd buiten de arena.
Los van de discussie is er de realiteit van een gebroken businessmodel
Zelfs als je de abolitionistische beweging negeert, is het moeilijk om te ontkennen dat stierenvechten een gebroken businessmodel is. Het staat voor specifieke uitdagingen die het overleven nog moeilijker zullen maken naarmate de pandemie voortduurt. De belangrijkste arena’s van Spanje (Bilbao, Madrid, Pamplona, Sevilla, Valencia, Zaragoza) zijn al twee jaar grotendeels inactief. Met een almaar ouder wordend publiek en sommige sociale afstandsmaatregelen die waarschijnlijk van kracht blijven, is het nu al duidelijk dat matadors en fokkers van stieren hun honoraria aanzienlijk zullen moeten verlagen als organisatoren break-even willen draaien. Aan stierengevechten zijn ook vaste kosten verbonden die het op kleinere schaal moeilijk maken.
Of: net als bij de pandemie zal er waarschijnlijk geen specifieke dag zijn waarop het stierenvechten eindigt, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat het in zijn huidige gedaante nog veel langer zal gedijen.
(kg)