Het Kremlin heeft op vrijdag het journalistieke onderzoeksplatform Bellingcat op een zwarte lijst gezet, waardoor het niet meer in Rusland mag opereren. In een verklaring van het Russische ministerie van Justitie staat dat het in Amsterdam gevestigde medium een “bedreiging vormt voor de veiligheid van de Russische Federatie”.
Naast Bellingcat is het ook het Letse onderzoeksplatform The Insider aan de zwarte lijst van NGO’s toegevoegd die in Rusland als “ongewenst” worden beschouwd. De lijst telt momenteel 56 organisaties, die niet meer actief mogen zijn in het land of mogen samenwerken met Russische organisaties en personen.
Christo Grozev, die het netwerk van Bellingcat in Rusland leidt, zei vrijdag in een tweet dat het besluit van Moskou “elke samenwerking of zelfs maar verwijzing naar het werk in Rusland zal criminaliseren”.
Bellingcat-oprichter Eliot Higgins zet zijn vraagtekens bij het besluit van Moskou, omdat het platform geen juridische, financiële en personele aanwezigheid heeft in het land. Het is dus onduidelijk hoe de Russische overheid het verbod denkt af te dwingen.
In een verklaring laat Bellingcat weten: “Het is ons duidelijk dat deze aanduiding tot doel heeft Russische burgers te ontmoedigen om Bellingcat’s vroegere en toekomstige onderzoeken te gebruiken en te promoten”.
In een bredere poging om de oppositie en afwijkende meningen de kop in te drukken, heeft Rusland al tientallen internationale NGO’s en maatschappelijke groeperingen als “ongewenst” bestempeld. Sinds zijn inval in Oekraïne is het harde optreden tegen onafhankelijke media sterk geïntensiveerd, waardoor bijna alle kritische onafhankelijke groeperingen zijn verboden of gedwongen in ballingschap verder te gaan. Daarnaast zijn er wetten uitgevaardigd die kritiek op de strijdkrachten strafbaar stellen met gevangenisstraffen tot 15 jaar.
Onafhankelijk netwerk van journalisten
Bellingcat staat bekend als een onafhankelijk netwerk van burger-onderzoeksjournalisten. Het werd in 2014 opgericht en wordt alom geprezen voor een reeks exclusieve onderzoeken, waaronder naar de vergiftiging van Alexei Navalny in samenwerking met The Insider. Het is gespecialiseerd in factchecken en het uitvoeren van onderzoek op basis van openbare bronnen. Zo onderzochten leden de vliegtuigramp van MH-17 en de Syrische burgeroorlog. In 2019 won het de Investigative Reporting Award van de European Press Prize.
Sinds de Russische inval van Oekraïne houdt het platform zich bezig met de zogenaamde fog of war op sociale media en speelt het een sleutelrol in het documenteren van oorlogsmisdaden in Oekraïne.
De combinatie van smartphones, sociale media en overige digitale media zorgt ervoor dat het verslag van de oorlog sneller, visueler en omvangrijker is dan enig eerder groot militair conflict. Hierin schuilt het belangrijke gevaar van een snelle verspreiding van desinformatie. Experts spreken van een wolk van berichtgevingen die rondom het conflict hangt, waar informatie en desinformatie continu met elkaar vervlochten zijn en elkaar beïnvloeden.
Sinds de start van de oorlog zien experts een sterke toename van de verspreiding van desinformatie.
(kg)