Een van de meest dubieuze belastingvoordelen verdwijnt misschien binnenkort

Vincent Van Peteghem (cd&v), minister van Financiën, wil de fiscaliteit vereenvoudigen. Hij streeft ernaar om de lonen minder zwaar te belasten, maar in ruil moeten er wel enkele fiscale voordelen verdwijnen. Daarmee lonkt het einde voor één van de meest dubieuze belastingvoordelen uit ons fiscaal stelsel: de federale woonbonus voor de tweede woning.

Reeks: De fiscale hervorming en jij

Vincent Van Peteghem (cd&v), minister van Financiën, heeft onlangs zijn blauwdruk voor een fiscale hervorming uit de doeken gedaan. Daarin doet hij uiteenlopende voorstellen om het Belgische belastingsysteem te vereenvoudigen en eerlijker te maken. In deze reeks laten we zeven dagen lang ons licht schijnen over wat er in de blauwdruk van de minister staat.

Van Peteghem wil met zijn hervorming van het Belgische belastingsysteem het aantal codes in de belastingaangifte fors terugschroeven. Bedoeling is om afscheid te nemen van een op de vier codes. Dat betekent wel dat er een resem fiscale voordelen zullen verdwijnen. Op het hakblok ligt onder meer de federale woonbonus voor de tweede woning.

Een oneerlijk voordeel

De federale woonbonus is sinds de afschaffing van de Vlaamse woonbonus in 2020 een doorn in het oog van veel mensen. Mensen die lenen om een gezinswoning te kopen, kunnen sindsdien niet langer de interesten van hun krediet en de premies van hun schuldsaldoverzekering fiscaal inbrengen. Wie een tweede woning koopt, komt wel nog in aanmerking voor een fiscaal voordeel, namelijk de federale woonbonus.

Hoe komt dat? De eerste woning is een Vlaamse bevoegdheid en de tweede woning (en alle andere woningen) een federale bevoegdheid. Op federaal niveau zit de woonbonus in dezelfde fiscale korf als het langetermijnsparen. Dat betekent dus dat die korf niet gevuld mag zijn met de premies van een tak21- of tak23-verzekering.

De kapitaalaflossingen en eventuele premies voor de schuldsaldoverzekering geven recht op de federale belastingvermindering voor het langetermijnsparen van 30 procent. Hoe groot het effectieve voordeel is, is afhankelijk van het belastbaar inkomen van de belastingplichtige. Het plafond bedraagt 2.350 euro. Daarnaast kan je de interesten afhouden van het belastbaar onroerend inkomen (gebaseerd op de huurinkomsten of het kadastraal inkomen).

Federale woonbonus op het hakblok

Met de afschaffing van de federale woonbonus wil Van Peteghem dus komaf maken met die scheeftrekking. “Het onderscheid tussen de eigen en niet-eigen woning is niet langer rechtvaardig. Daarom doven we de federale belastingvermindering voor de niet-eigen woning uit met respect voor verworven rechten”, staat er in de blauwdruk.

De Hoge Raad van Financiën, een adviesorgaan dat de regering bijstaat bij de grote fiscale hervorming, is al langer voorstander van die afschaffing. In een rapport uit 2021 stelde dat orgaan al voor om komaf te maken met dat fiscaal voordeel.

De minister wil ook de meerwaarden op de verkoop van een niet-eigen woning belasten. Bedoeling is om een meerwaardebelasting van 15 procent te introduceren. “We tellen de historische meerwaarden niet mee en de minderwaarden zijn aftrekbaar op belastbare meerwaarden”, verduidelijkt de minister.

Tot slot is het de doelstelling om alle inkomsten uit onroerende goederen te belasten. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor de eigen woning. “We beschouwen de eigen woning als een hoeksteen van financiële zekerheid. Om die reden houden we de eigen woning op federaal niveau belastingvrij”, klinkt het.

(fjc)

Meer
Lees meer...