Europa dreigt in een veiligheidscrisis te belanden. Rusland produceert jaarlijks honderden ballistische raketten meer dan het aantal onderscheppingsraketten waarover Europa beschikt. Dat zet de defensieve slagkracht van het continent zwaar onder druk.
Volgens schattingen van inlichtingendiensten produceert Rusland elk jaar tussen de 840 en 1.020 ballistische raketten voor de korte en middellange afstand. Het gaat onder meer om geavanceerde systemen zoals de Iskander-M en Kinzhal. Ter vergelijking: Europa beschikt tegen 2025 naar verwachting over slechts 590 tot 695 onderscheppingsraketten.
Die raketten zijn van types zoals PAC-3 MSE, PAC-2 GEM-T en Aster 30B1/B1NT. Maar hun gezamenlijke productie kan het tempo van Rusland bij lange na niet volgen.
Onevenwichtige verdeling binnen Europa
Daarbovenop zijn de onderscheppingssystemen niet gelijk verdeeld. Sommige regio’s, zoals de Baltische staten en de Balkan, hebben nauwelijks bescherming. Landen zoals Duitsland, Polen en Roemenië hebben wel geïnvesteerd in sterkere luchtverdediging langs hun oostgrenzen. Dat creëert echter een onbalans binnen Europa.
Een bijkomend probleem is dat Europa sterk leunt op Amerikaanse satellieten en ruimtevaartsystemen om raketlanceringen tijdig te detecteren. Het Europese Sky Shield-initiatief moet op termijn die afhankelijkheid verminderen en de aankoop van nieuwe onderscheppingssystemen beter coördineren. Maar dat project kampt met uitdagingen rond financiering en uiteenlopende nationale prioriteiten.