Bij het onthullen van de nieuwe Dreamliner, de Boeing 787-10, pochte een trotse Donald Trump nog eens over zijn America first-beleid. Maar, in tegenstelling tot wat Trump al dan niet gelooft, bewijst dat toestel net waarom zijn protectionistische visie vandaag de dag compleet irrealistisch is.
Trump feliciteerde Boeing tijdens de onthulling “for building the plane right here in South Carolina”. Hij gebruikte de gelegenheid ook om zijn “America First-economics” nog eens in de verf te zetten. “Onze natie moet minder afhankelijk worden van import en meer van producten die hier in de USA worden gemaakt”, zei hij.
Trump wil zware boetes gaan geven aan bedrijven die in de VS arbeiders ontslaan en hun productie naar het buitenland verhuizen om dan de producten die ze daar maken in Amerika te verkopen.
Hij wil ook bedrijven aanmoedigen in de VS te blijven door ze minder belastingen te laten betalen en minder regels te hebben, want die regels “send our jobs to those other countries”. De Boeing 787, die Trump dus prees als een voorbeeld van hoe het moet, is het perfecte voorbeeld van waarom dat allemaal onzin is in de wereld anno 2017.
Made in the USA? Haha
De nieuwe Boeing is, in tegenstelling tot wat Trump denkt en/of beweert helemaal niet “made in the USA”. Hij is hooguit in elkaar gestoken in de VS. Het merendeel van de onderdelen van de Dreamliner komt uit het buitenland. En wat deze case extra interessant maakt: niet omdat ze goedkoper daar gefabriceerd kunnen worden, maar vooral omdat ze het in de VS zelf niet kunnen momenteel.
Er zitten duizenden onderdelen in het toestel, dus vergeef ons als we er maar een aantal uitlichten. Het Italiaans bedrijf Alenia Aeronautica maakt bijvoorbeeld de centrale romp van het toestel, of eigenlijk de carrosserie van het toestel zonder de vleugels. Ze maken daar ook de stabilo, het horizontale draagvlak van de Dreamliner. (Dat is het stuk met achteraan met de kleine vleugels.)
De deuren van de Dreamliner en ook het hele landingsgestel, wordt gemaakt bij Messier-Dowty in Frankrijk. De “cargo access doors” komen uit de fabriek van Saab Aerostructures in Zweden. Het Duitse Diehl Luftfahrt Elektronik fabriceert de verlichting in het toestel, bij het Japanse Jamco worden onder meer de wc’s en een groot deel van het interieur geproduceerd.
Heel veel van het elektrisch systeem wordt geleverd door het Franse Thales, de rest door het Japanse GS Yuasa. De motoren komen van het Britse Rolls Royce plc. Een Canadees bedrijf maakt het vleugelsysteem. En zo kunnen we nog wel een poosje doorgaan.
Oneerlijke concurrentie?
Je kan niet zeggen dat deze bedrijven hun arbeiders hongerlonen betalen waardoor ze goedkoper kunnen werken dan hun Amerikaanse evenknie (als die er al was) en dat die bedrijven oneerlijke concurrentie zijn. Integendeel. De arbeiders die die dingen in elkaar zetten, zijn in de meeste gevallen beter betaald dan hun Amerikaanse collega’s bij Boeing. Ze hebben bovendien allemaal een veel betere sociale zekerheid, vooruitzicht op een pensioen en een degelijke gezondheidsverzekering. O ja, en ze krijgen, met de uitzondering van Japan ook veel meer dagen betaalde vakantie elk jaar.
Ze zijn voor al de hierboven opgesomde bedrijven veel duurder voor hun werkgevers dan de 20,59 dollar per uur die een gemiddelde arbeider kost aan Boeing in de fabriek in South Carolina. Maar, de realiteit is simpel, zullen ingenieurs bij Boeing je tussen pot en pint vertellen: “the parts made by workers in these countries are better, last longer and are more reliable than parts made anywhere else”.
China
Trump zou daar een les kunnen uit trekken, namelijk dat het niet in eerste instantie het optrekken van economische muren rond de VS is die de Amerikaanse bedrijven competitiever zullen maken in deze high tech-wereld van 2017. Maar wel: investeren in omscholingen van arbeiders, opleidingen, maar ook een sociaal vangnet dat hen gemoedsrust geeft, gezonder houdt en beter doet presteren.
De Dreamliner is nog op andere manieren confronterend voor Trump. Nu al is Boeing voor één vijfde afhankelijk van China en voor drie vijfde van andere landen die getroffen dreigen te worden door het opzeggen van handelsverdragen en het opleggen van invoerheffingen door de president.
In z’n businessplan gaat Boeing er zelfs van uit dat het de volgende twintig jaar voor in totaal duizend miljard dollar aan toestellen zal verkopen in China. Als dat land beslist een verbod in te stellen op de koop van Boeings – en het kan dat perfect met z’n politieke constellatie – dan is het game over voor de luchtvaarttak van Boeing en z’n 84.000 Amerikaanse werknemers.