In het Midden-Oosten zorgt de energierevolutie voor een nooit geziene ommekeer in de relatie tussen Saoedi-Arabië en Israël. Het bericht haalde amper de westerse mainstreammedia: Saoedi-Arabië laat straks toe dat passagiersvliegtuigen haar luchtruim overvliegen op weg van Azië naar Israël. De eerste luchtvaartmaatschappij die volgende maand al van die toelating gebruik zal maken is Air India. Bij elke reis wordt zo een omweg van 2.000 kilometer vermeden.
Het nieuws lijkt misschien niet zo relevant, maar het tijdstip waarop het bekend wordt gemaakt is dat wel. De Noord-Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten is onder impuls van Donald Trump, en zijn joodse schoonzoon Jared Kushner, aan een bocht van 180 graden bezig. De relaties tussen Ryadh en Washington waren onder de regering Obama tot onder het nulpunt gezonken, maar daar lijkt nu verandering in te komen.
De energierevolutie
Hoewel bondgenootschappen in het Midden-Oosten zeer relatief zijn, werd wat vandaag tussen Israël en Saoedi-Arabië gebeurt tot voor kort gewoon onmogelijk geacht. Sinds de oprichting van de Joodse staat in 1948 hebben de Saoedi’s steeds de Palestijnse zaak verdedigd. Dit zorgde voor de nodige spanningen tussen de Amerikanen en de Saoedi’s.
Het was Washington daarbij vooral te doen om de energievoorziening en de politiek-militaire aanwezigheid in de regio. Maar de Amerikanen worden straks zelfvoorzienend op vlak van olie. Het wordt stilaan duidelijk dat de energierevolutie, op gang gebracht door het exploiteren van schaliegas in de VS, ook enorme gevolgen zal hebben voor de Saoedi’s. Onder impuls van de jonge kroonprins Mohamed bin Salman willen de Saoedi’s hun economie onafhankelijk maken van olie.
Verder willen de Amerikanen ook hun militaire aanwezigheid in de regio verder inkrimpen. Een geo-politieke ommekeer is in de maak, waarbij de regels van het Saoedisch-Amerikaanse spel grondig werden gewijzigd.