Rond de jaarwisseling wordt de app ‘Miniila’ officieel gelanceerd. De bedoeling is om niet-begeleide minderjarige vluchtelingen betrouwbare info te bieden. Het project van Missing Children Europe informeert de nieuwkomers ook over hun rechten. Iets wat ze naar eigen zeggen missen.
Te weinig begeleiding en informatie voor niet-begeleide vluchtelingen is een groot probleem volgens Missing Children Europe. Daar wil de organisatie nu op inspelen door Miniila (n.v.d.r.: Arabisch voor ‘van…naar’) te lanceren. Jongeren die om economische of humanitaire redenen vluchten naar Europa, zijn de doelgroep van Miniila. De app biedt hen betrouwbare en vooral cruciale informatie zoals bed-, bad- en broodmogelijkheden, doktersadressen en internetvoorzieningen.
Bovendien informeert de applicatie nieuwkomers ook over hun rechten. Dat gaat van gezinshereniging, procedures en veiligheid tot bescherming. De app is kindvriendelijk en in verschillende talen beschikbaar. Miniila is het eerste georganiseerde platform dat dergelijke informatie in de moedertalen van kindvluchtelingen beschikbaar stelt.
In 2017 verdwenen in België meer dan 600 niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. In Nederland waren dat er ‘maar’ 360. Op Europees vlak zijn de cijfers nog schrijnender. De voorbije jaren liepen de geregistreerde verdwijningen op tot meer dan 30.000.
“De bedoeling is dat wanneer jongeren in transit toekomen in België ze de app al gedownload hebben,” zegt Niels Van Paemel, project en prevention manager bij Child Focus en nationaal contactpersoon van Miniila. Om dat te kunnen bereiken, zal er intensief campagne gevoerd worden. “We gaan flyeren in bepaalde hubs zoals het Maximiliaanpark. Ook Médécins du Monde en het Rode Kruis gaan mee campagne voeren om het bereik van de app uit te breiden. Daarnaast maken we ook promotie in Italië, Griekenland en Malta, de belangrijkste Europese toegangspoorten voor vluchtelingen.”
De applicatie zal beschikbaar zijn in acht Europese landen die veel vluchtelingen aantrekken, zoals Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. “Na afloop van het project is het de bedoeling dat andere landen hierop kunnen inpikken,” zegt Van Paemel.
© 2018 – StampMedia – Cédric Nijst