Academie voor Geneeskunde: wie arts wil worden, moet eerst patiënt zien sterven

Je kan nu een diploma geneeskunde ontvangen en jezelf dokter noemen zonder ooit een patiënt te zien sterven. Dat is onaanvaardbaar voor de Academie voor Geneeskunde. Zij wil de opleiding bijsturen en ervoor zorgen dat zoiets niet meer kan. Volgens de instelling moeten dokters weten hoe ze zich moeten gedragen in bepaalde situaties die voorkomen bij patiënten in palliatieve zorg.

Studenten geneeskunde weten maar al te goed wat ze doen. Ze krijgen uren les over het menselijk lichaam en studeren af met veel kennis. De studenten krijgen ook les in de principes van pijnbestrijding en palliatieve zorg, maar dat zou niet voldoende zijn. Tijdens hun opleiding krijgen ze de kans om stage te lopen, maar de kans zit er dik in dat ze nooit een patiënt zien sterven. Dat blijkt uit een rondvraag bij alle universiteiten van België en dat is onaanvaardbaar voor de Academie voor Geneeskunde.

Stervende patiënten

De Academie voor Geneeskunde heeft advies geschreven om de opleiding een beetje bij te sturen. “De onderwijsmethode bestaat voornamelijk uit colleges. De directe blootstelling aan palliatieve zorg in de praktijk, bijvoorbeeld aan het bed van stervende patiënten, is uitzonderlijk en is niet structureel gegarandeerd met een minimum aantal uren voor elke student geneeskunde”, klinkt het.

In de opleiding moet je wel een stage doen, maar niet alle studenten lopen stage op palliatieve zorg. Daarnaast worden de studenten ook niet meteen aangemoedigd om stervende patiënten op te volgen en te begeleiden. “Alle zorgverleners zouden de basisprincipes van de palliatieve zorg moeten leren en toepassen, bij het levenseinde, maar bij voorkeur ook vroeger in het behandelingstraject.”

Wat houdt het in?

Idealiter zouden de nieuwe palliatieve eindtermen moeten bereikt worden na zes jaar studie geneeskunde. Het advies spreekt over drie niveaus, namelijk palliatieve zorgbenadering, algemene palliatieve zorg en specialisten in palliatieve zorg. De drie niveaus maken onderscheid tussen algemene vorming en specialisatie in palliatieve zorg (zoals in een ziekenhuis of woon-zorgcentrum).

Artsen zouden een vroegtijdige zorgplanning moeten kunnen opstellen en regelmatig moeten evalueren en adviseren. Het is de bedoeling dat ze niet alleen leren hoe ze een behandeling moeten toepassen, maar ook hoe ze moeten handelen en communiceren met de patiënt en familie. “De arts kan met de patiënt en de familie communiceren over de dood en het sterven en over de opties voor terminale zorg, met respect voor de levensbeschouwelijke overtuigingen en waarden van de patiënt en zijn familie.” De arts moet ook weten hoe hij gecompliceerd en slecht nieuws moet meedelen. Daarnaast moeten ze zelf kunnen inschatten wanneer een bepaalde behandeling moet worden stopgezet.

De Academie voor Geneeskunde wil dat afgestudeerden hier zicht op hebben en voldoen aan deze eisen als ze een diploma geneeskunde in hun handen hebben. Het advies werd doorgestuurd naar faculteiten geneeskunde.

Meer
Lees meer...