In Siberië is een afgehakte wolvenkop gevonden aan de oever van een rivier. De vacht, hersenen en tanden van het dier bleven intact door het ijskoude klimaat op de Noordpool. Na onderzoek werd duidelijk dat de kop maar liefst 40.000 jaar in het ijs bewaard is gebleven.

Stel je voor: je maakt een wandeling op de oever van de lokale rivier en plots zie je een gigantische afgehakte wolvenkop liggen. Dat is precies wat Pavel Yefimov uit Yakutia, een regio in Siberië, overkwam. Hij vond de kop in de zomer en bracht het naar de wetenschapsacademie van de regio. De academie schakelde de hulp van collega’s in Japan en Zweden in en kwam tot een ongelooflijke ontdekking.

Stuk groter dan moderne wolven

De kop bleef enorm goed bewaard door het ijskoude klimaat in Siberië. De vacht, tanden, hersenen en het gezicht van het dier bleven grotendeels intact. Enkel de ogen ontbraken. De kop is duidelijk groter dan die van moderne wolven, hij meet maar liefst 40 centimeter. Het dier was een mannetje, zou twee tot vier jaar oud geweest zijn en is al een slordige 40.000 jaar dood.

Het dier zou tijdens een ijstijd geleefd hebben en dat zagen de wetenschappers onder andere aan zijn vacht. Die is namelijk heel dik en lijkt een beetje op die van een mammoet. Ook de tanden van de wolf waren duidelijk sterker en groter dan die van de wolven vandaag.

Goed bewaren

Om de kop goed te blijven bewaren buiten de bevroren ondergrond, zullen wetenschappers een plastinatie uitvoeren. Dat wil zeggen dat ze het vocht en vet in de kop zullen vervangen door plastiek, om ervoor te zorgen dat de kop niet verder wegsterft.