Onderzoekers van de universiteit van Hawaii tonen in een nieuwe studie aan dat wanneer plastic afval vergaat er broeikasgassen vrijkomen zoals methaan en etheen die de opwarming van de aarde versnellen. Polyethyleen – dat onder meer in plastic tasjes zit – bleek daarbij het meeste methaan en etheen uit te stoten.
De wetenschappers experimenteerden met verschillende soorten plastic zoals polycarbonaat, acryl, hogedichtheidpolyetheen, polyethyleentereftalaat (PETP), polypropyleen, polystyreen en lagedichtheidpolyetheen (LDPE). Die soorten plastic worden het meest gebruikt als verpakkingsmateriaal, als bestanddeel van kleding en bouwmateriaal, maar ook om plastic (wegwerp)producten van te maken. En het zijn dus de soorten die we het vaakst weggooien en die in de natuur belanden.
De experimenten wijzen uit dat wanneer deze veelgebruikte soorten plastic aan zonlicht worden blootgesteld en vergaan, er verschillende broeikasgassen vrijkomen. Polyethyleen – dat onder meer in plastic tasjes zit – bleek daarbij het meeste methaan en etheen uit te stoten.
De onderzoekers stelden het plastic langdurig bloot aan zonlicht om te kijken wat er gebeurde. Bleek dat in een periode van 212 steeds meer broeikasgassen ging afgeven. Dat is volgens de onderzoekers te wijten aan het feit dat het oppervlak van het plastic – doordat het in kleinere stukjes uiteenvalt of deukjes en scheuren krijgt – toeneemt. “Door de tijd heen vergroten dergelijke mankementen het oppervlak dat beschikbaar is voor verdere door zonlicht ingegeven aftakeling en zo neemt de gasproductie versneld toe”, zegt co-auteur Sarah-Jeanne Royer.
Daarnaast bestudeerden onderzoekers ook plastic dat al als afval in het milieu rondslingert. Daaruit bleek onder meer dat gedumpt LDPE in de oceaan ook broeikasgassen afgeeft wanneer het aan zonlicht wordt blootgesteld. En zodra zonlicht dat proces op gang had gebracht, bleek het ook ’s nachts – wanneer er dus geen zonlicht voorhanden was – door te zetten.