Belgium has a bobsled team: 12 weetjes over deze gevaarlijke sport

Hanna Mariën en Elfje Willemsen doen het uitstekend in hun tweemansbob op de Olympische Winterspelen in Sochi. Bobsleeën is de F1 van de wintersport en is bijgevolg iedere keer erg populair op de Spelen. En nu de Belgen hun plaats in een bobslee hebben opgeëist, is het hoog tijd om deze sport eens wat beter te leren kennen.

1. Geen sport om met gelakte nageltjes te doen

Wat Hanna en Elfje presteren, verdient veel respect. Lauryn Williams, een bekende Amerikaanse sprintster, neemt tegenwoordig ook deel aan de Winterspelen. Zij vertelt het volgende over haar nieuwe sport: “Ik dacht dat ik gewoon moest lopen en in de bobslee springen. Niemand had me uitgelegd dat we een pitcrew vormen. Iedereen heeft zijn eigen gereedschapsdoos en deze meisjes kennen echt het verschil tussen een schroevendraaier en een Engelse sleutel. We moeten ook aan gewichtheffen doen, omdat onze slee 180 kilo weegt. Dat is belangrijk om te vermijden dat we er een hernia aan overhouden.”

Al zijn er natuurlijk altijd atleten die wel met gelakte nagels in Sochi aankomen…

2. Belgische Bobslee heet Spanky

Iedere bobslee krijgt een naam. Zo hebben de Belgische meisjes hun slee Spanky gedoopt. In Sochi rijden ze in een slee, die ontwikkeld is door hun trainer. Andere teams zouden al met veel aandacht naar Spanky gekeken hebben. Maar hoe komen ze toch aan die naam? “De slee had een lederen overtrek, dat deed ons aan iets denken. En het is de bedoeling dat onze slee het ijs martelt”, zei Willemsen in De Standaard.

3. De sport voor gepensioneerde atleten

EPA

Het klinkt misschien een beetje oneerbiedig, maar toch is het een beetje waar. Verschillende atleten hebben de overstap van de atletiekpiste naar een bobslee gemaakt. Hanna Mariën is een voormalige loopster, terwijl Elfje Willemsen vroeger als speerwerpster actief was. Bij de vrouwen waren er aanvankelijk te weinig deelnemers voor de competitie en daarom begon men een zoektocht in de atletiekwereld. Tot 1994 was dat een probleem, aangezien de Olympische Zomer- en Winterspelen allebei in hetzelfde jaar werden gehouden. Het was onmogelijk om je in twee verschillende sporten goed voor te bereiden.

4. Plassen is toegelaten

Het is zelfs onvermijdelijk. Als je iets in je blaas hebt, zal het er bijna zeker uitkomen wanneer je geconfronteerd wordt met de G-krachten tijdens de afdaling, getuigt Williams. “Nu ga ik iedere keer voor ik vertrek. Ik wil mijn ‘speed suit’ niet in een ‘wet suit’ veranderen.”

5. Hoe heeft iemand deze sport ooit kunnen bedenken?

Het begon allemaal in 1877 in het Zwitserse Davos, toen mensen op het idee kwamen om een stuur aan een normale slee toe te voegen. Twintig jaar later opende het land de eerste bobsleeclub. Van een piste was toen nog geen sprake. Het parcours was niet meer dan een besneeuwde en bevroren autobaan. Sinds 1932 is het een olympisch nummer. Enkel in 1960 werd de competitie geschrapt, aangezien er te weinig deelnemers waren. Pas toen in de jaren 50 de reglementen werden aangepast, veranderden ook de atleten en was het noodzakelijk om sterk, licht en in goede conditie te zijn.

6. Cool Runnings maakte bobslee populair

Heel wat deelnemers van de bobsleecompetitie zullen toegeven dat ze geïnspireerd werden door de film Cool Runnings. Daarin zien we een Jamaïcaans team deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Het hilarische verhaal over een bende Jamaïcanen die met de vrieskou kennismaken en door iedereen in het dorp worden uitgelachen, is ook echt gebeurd. In 1988 nam Jamaïca voor de allereerste keer deel. Ook in Sochi zijn ze er opnieuw bij.

7. Prins Albert van Monaco deed het ook

Eén van de bekendste deelnemers van de bobsleecompetitie is prins Albert van Monaco. Hij was er vijf keer bij op de Olympische Spelen en is tegenwoordig een lid van het Internationaal Olympisch Comité.

8. BMW doet mee

De link naar de autosport is er ook bij de productie van de sleeën. Zo is BMW een van de producenten.

9. Hoe moet je sturen?

Van een echt stuur is sinds de jaren 60 geen sprake meer. De bestuurder heeft twee ringen waaraan moet worden getrokken om de slee te laten draaien. Langs beide kanten kan de voorkant van de slee zo’n 7,6 centimeter opzij bewegen.

10. Alles draait om perfectie

Het begint allemaal bij het afduwen van het toestel, want daar kan al cruciale tijd verloren gaan. Hierbij speelt de hele crew, die uit twee of vier leden bestaat, een belangrijke rol. Daarna is het voor de bestuurder belangrijk om de ideale lijn te vinden en vast te houden. Wanneer de slee te laag op de piste zit, gaat het te traag. En te hoog betekent ook een te hoge snelheid.

11. Honderdsten van een seconde beslissen

Net zoals bij F1 kan het om honderdsten van een seconde draaien. Ieder minuscuul foutje kan aan de finish een groot verschil opleveren.

12. Helaas is het erg gevaarlijk

Spijtig genoeg is bobsleeën zowat de gevaarlijkste sport op de Winterspelen. Sinds 1933 zijn er 16 doden geteld.