Steeds minder mensen in Europa hangen het christelijk geloof aan. Dat blijkt nog maar eens uit cijfers van de Universiteit van Parijs bij jongeren uit 21 Europese landen. Zo is de grote meerderheid van de jonge mensen in 12 landen areligieus met Tsjechië als koploper. Het meest religieuze land blijft Polen. In ons land bidt 37 procent van de jonge mensen af en toe nog, maar dat is meestal niet tot een christelijk opperwezen.
Een studie van de Universiteit van Parijs toont aan dat de meerderheid van de jonge Europeanen niet meer religieus is, en al helemaal niet meer christelijk. Zo werden mensen tussen 16 en 29 jaar uit in 21 Europese landen bevraagd over hun geloof tussen 2014 en 2016. De Polen staan nog op kop met maar liefst 83 procent van de jongeren die zich uitgeeft als religieus. Litouwen komt op de tweede plaats met 75 procent.
Van de Belgische jongeren identificeert nog 25 procent zich als christelijk. 10 procent hangt een ander geloof aan en de overige 65 procent is niet gelovig. Daarmee is ons land het zevende minst religieuze land van de bevraging.
Het minst religieuze land was Tsjechië met 91 procent ongelovigen. Op de tweede plaats staat Estland met 81 procent. Nederland is het vierde minst religieuze land met 72 procent ongelovigen, 19 procent christenen en 9 procent aanhangers van andere religies.
“Religie is stervende”
“Religie is stervende”, zegt hoofdonderzoeker Stephen Bullivant aan de Britse krant The Guardian. “Met een aantal opvallend uitzonderingen identificeren jonge Europeanen zich steeds minder met religie. Ook nemen ze steeds minder deel aan erediensten.”
“Christendom als een standaard, als een norm is weg. Waarschijnlijk voor altijd of toch op z’n minst voor de komende honderd jaar. Bovendien hebben een aantal naburige landen met gelijkaardige culturele en historische achtergronden erg uiteenlopende religieuze profielen.”
Opvallend: Polen en Litouwen, en Tsjechië en Estland zijn respectievelijk de meest en minst religieuze landen. Alle vier zijn het voormalige communistische staten.
Bidden en eredienst
De trend van (a)religiositeit zet zich verder wanneer de jonge mensen bevraagd werden over hun deelname aan erediensten. Enkel in Polen, Portugal en Ierland, drie traditioneel vroom katholieke naties, woonde nog meer dan 10 procent van de jonge mensen wekelijks een eredienst bij.
In Tsjechië gaat 70 procent van de ondervraagden nooit naar een kerk of ander gebedshuis, 80 procent bidt nooit. In ons land, het VK, Frankrijk, Spanje en Nederland gaat tussen de 56 en 60 procent nooit naar de kerk en tussen de 63 en 66 procent bidt nooit. In België bidt 37 procent van de jonge mensen dus nog soms. Onze biddende landgenoten richten zich meer tot niet-christelijke godheden.
Verder hadden de katholieken er uiteenlopende profielen. In Polen, waar 80 procent van de jonge mensen katholiek is, gaat ongeveer de helft wekelijks naar de mis. In Litouwen is 70 procent katholiek, maar amper 5 procent gaat wekelijks naar de kerk.
Van regel naar uitzondering
Bullivant zegt nog dat veel jonge Europeanen “gedoopt worden en daarna nooit meer naar de kerk gaan”: “Culturele religieuze identiteit wordt niet zomaar van ouders naar kinderen overgedragen.” Hij benadrukt ook dat heel wat gelovigen buitenlandse roots hebben. “We weten dat het geboortecijfer bij moslims hoger ligt dan bij de rest van de bevolking. En zij scoren hoger op de aanhang van religie.”
“De nieuwe standaard is ‘geen religie’. Die enkelen die toch gelovig zijn, zwemmen bij wijze van spreken tegen de stroom in. Over 20 of 30 jaar zullen kerkgemeenschappen kleiner zijn, maar de enkelingen die overblijven, zullen enorm toegewijd zijn.”