Guinee vecht tegen een nieuwe uitbraak van ebola. Er zijn al ten minste drie doden gevallen in een regio die zeven jaar geleden het startpunt was van ’s werelds ergste epidemie van de ziekte. Ondertussen bevestigde Congo een vierde nieuw geval van ebola in Noord-Kivu, waar op 7 februari een opflakkering van het virus werd gemeld. Er wordt niet gedacht dat de uitbraken verband houden met elkaar.
In Guinee is het de eerste heropleving sinds de hemorragische koorts huishield in het West-Afrikaanse land en zich van daaruit verspreidde naar twee buurlanden. Meer dan 11.300 mensen stierven bij die laatste uitbraak, de dodelijkste ooit geregistreerd, die begon in een landelijk dorp in Guinee voordat het virus door Liberia en Sierra Leone trok.
Gezondheidsonderzoekers in Guinee zijn volop aan de slag om verdachte contacten op te sporen en te isoleren, en het land bouwt een nieuw behandelcentrum voor ebola. Maar de middelen zijn schaars in Guinee, een van ’s werelds armste landen, dat momenteel ook moet vechten tegen de coronaviruspandemie en uitbraken van gele koorts en mazelen. Het land van 13 miljoen heeft 14.895 besmettingen met het coronavirus en 84 doden geregistreerd.
De uitrol van een ebolavaccin zal naar verwachting al deze week beginnen in het zuidoosten van Nzerekore, waar de uitbraak werd ontdekt. Die zou terug te sporen zijn tot de begrafenis van een verpleegster op 1 februari. Het is onduidelijk of ebola haar dood veroorzaakte, maar zeven mensen die de begrafenis bijwoonden vertoonden later de veelbetekenende symptomen: diarree, braken en bloeden. Drie van hen stierven: een man en twee vrouwen.
Er zijn nu vaccins en er zijn lessen geleerd
Ebola wordt verspreid door contact met lichaamsvloeistoffen. Lijken van degenen die aan de ziekte zijn overleden, zijn ook besmettelijk. Het ebolavirus veroorzaakt een hemorragische koorts met een gemiddeld sterftecijfer van ongeveer de helft, hoewel er nu twee vaccins tegen beschikbaar zijn.
De laatste grote uitbraak van ebola begon in dezelfde regio. Het eerste geval, gemeld in december 2013, was een 18 maanden oude jongen in een landelijk dorp. Artsen denken dat hij besmet werd door een vleermuis. Het virus verspreidde zich daarna door Conakry, de hoofdstad, en naar de buurlanden. Ambtenaren registreerden 28.616 gevallen in Guinee, Liberia en Sierra Leone voordat de uitbraak onder controle kon worden gebracht.
Sindsdien hebben onderzoekers echter nieuwe vaccins, behandelingen en snelle diagnostische tests gevonden, evenals nieuwe manieren om op uitbraken te reageren. Het alarm ging ook veel sneller af dan bij de uitbraak van 2014-2016.
“Er zijn veel lessen geleerd, waaronder de noodzaak om de gemeenschappen er vanaf het begin bij te betrekken”, zei Georges Ki-Zerbo, het hoofd van de Wereldgezondheidsorganisatie in Guinee. Dat geldt ook voor traditionele genezers, die vaak het eerste aanspreekpunt zijn voor mensen op het platteland van Guinee die behandeling voor ziekten zoeken.
De eerste persoon waarvan bekend is dat zij bij deze uitbraak is overleden, is een verpleegster, maar dat betekent niet noodzakelijk dat zij de indexgeval was. Contacttracers zullen proberen te achterhalen hoe ze de ziekte heeft opgelopen. “Het is niet ongebruikelijk bij ebolagevallen dat gezondheidswerkers in de eerste gevallen worden gemeld”, zei Ki-Zerbo. “Het is belangrijk om te weten onder welke omstandigheden ze mogelijk besmet is geraakt.”
Ondertussen ook heropflakkering in Congo
Ondertussen bevestigde Congo een vierde nieuw geval van ebola in Noord-Kivu, waar op 7 februari een opflakkering van het virus werd gemeld. Er wordt niet gedacht dat de uitbraken verband houden met elkaar.
Een vrouw die op 3 februari in Oost-Congo stierf aan het ebolavirus was ‘vrijwel zeker’ besmet door haar man, die een uitbraak overleefde die in juni eindigde. Het geval wijst opnieuw op iets waar virologen voor vrezen: dat ebola vele maanden, zo niet jaren, in sperma kan leven, terwijl het dodelijk blijft.
Studies gaven al eerder aanwijzingen dat het ebolavirus actief zou kunnen blijven in verschillende lichaamsvloeistoffen. Naast bloed, wat de meest gemeenschappelijke vector voor transmissie van het virus is, ook in sperma.
‘Het bewijs is in de loop der jaren gegroeid dat het virus in sperma kan worden aangetroffen na drie, tot zelfs negen maanden, of zelfs twee jaar in sommige gevallen’, volgens Ngoy Nsenga van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). ‘Daarom is nu al een onderdeel van onze begeleiding van overlevenden om hen te leren dat seksuele activiteit een risico van overdracht met zich meebrengt, en zelfs om tests uit te voeren op hun sperma om na te gaan of ze vrij zijn van het virus.’
De echtgenoot van de in begin februari overleden vrouw werd minder dan een jaar geleden ontslagen uit een behandelcentrum voor ebola in de stad Butembo. Ongeacht of het nieuwe geval verband houdt met de laatste uitbraak, zullen ambtenaren dit beschouwen als een nieuwe uitbraak, de 12e in Congo sinds ebola werd ontdekt in 1976. Butembo, een stad met bijna 1 miljoen mensen, was het epicentrum van de vorige uitbraak. Het is ook waar de vrouw met ebola vorige week stierf.
Het sperma van de echtgenoot van de overleden vrouw was overigens getest op ebola. En die test was negatief. Daarbij moet wel gezegd worden dat tests in het verleden al vaak valse negatieven hebben opgeleverd. In eerdere gevallen werd ebola maanden later aangetroffen in de oogvloeistoffen van overlevenden en hetzelfde geldt voor vaginale vloeistoffen, maar het lijkt het langst in sperma te blijven.