Een volledige mondmaskerplicht in het lager onderwijs komt er niet. Een langere krokusvakantie ook niet. Ook voor studenten uit het hoger onderwijs zitten er momenteel geen versoepelingen aan te komen. Maar toch heeft het onderwijsveld de regels rond die drie onderwerpen vanavond een stuk strenger gemaakt. Dit hebben Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en het onderwijsveld beslist.
Kinderen uit het lager onderwijs zullen niet algemeen verplicht worden om een mondmasker te dragen. Een masker wordt wél verplicht in het vijfde en zesde leerjaar wanneer in dat leerjaar minstens één besmetting met het coronavirus is vastgesteld of wanneer iemand in quarantaine moet.
Dat heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) beslist na overleg met virologen, de onderwijskoepels en de vakbonden.
‘Afkoelingsperiode’
De krokusvakantie wordt dan toch niet verlengd. Wel krijgen leerlingen uit het secundair onderwijs de week voor die vakantie volledig van thuis uit les. Dat noemt het onderwijsveld een ‘afkoelingsperiode’.
Die periode start op 8 februari en geldt enkel voor leerlingen uit het gewoon secundair onderwijs. Kinderen uit het lager onderwijs, kleuters en kwetsbare scholieren kunnen de week voor de krokusvakantie wél nog naar school.
Geen bubbels mengen
“Afstandsonderwijs is veel moeilijker te organiseren voor kleuters, kinderen en de meest kwetsbare scholieren”, verduidelijkte Ben Weyts. “Bovendien zou er bij een collectieve sluiting van de basisscholen opnieuw buitenschoolse opvang voorzien moeten worden, minstens voor de kinderen van ouders met een essentieel beroep.”
“Dat zou betekenen dat er verschillende bubbels van verschillende scholen met elkaar vermengd worden. En da’s net wat virologen afraden”, zegt Weyts.
Kotbubbel
Daarnaast wil Weyts ook het systeem van zogenaamde kotbubbels uitwerken voor studenten uit het hoger onderwijs. “Corona hakt er zwaar in bij onze studenten”, vertelde hij aan de openbare omroep. “We moeten het probleem van sociale isolatie, eenzaamheid en mentale gezondheid ernstig nemen. We willen nu regels op maat van studenten uitwerken. Zo krijgen ze een positief perspectief.”