De groep in De Expeditie: Namibië kan de zee al bijna ruiken en proeven, maar de laatste dag in de woestijn blijkt misschien wel de zwaarste te zijn. De duinen zijn hoger dan ooit en juist dan steekt een zeer hevige en enorm vervelende zandstorm op.
Een tocht van 194 kilometer met temperaturen tot 54 graden brengt de groep in De Expeditie: Namibië naar Saddle Hill, de eindplaats van hun tocht aan de Atlantische Oceaan. Na heel wat zware – maar ook leuke – momenten en dertien dagen in de woestijn is de eindstreep eindelijk in zicht. Maar ook de laatste dag krijgen ze het niet cadeau. Ze moeten nog heel wat steile en hoge duinen overwinnen en juist dan vliegt het zand hen om de oren.
Zandstorm
“Ik denk dat de woestijn ons niet gewoon op ons gemakje wou laten vertrekken. Dat wordt nog effe langs alle kanten slagen in het gezicht krijgen. Maar het heeft ook wel iets apocalyptisch!”, vat Willem De Schryver de omstandigheden goed samen.
“Die wind doet wel iets met een mens. Enerzijds is dat cool, leuk en spectaculair, maar als het te lang duurtn steekt dat enorm tegen. Dan wil je dat het stopt want je wordt gewoon fysiek gezandstraald”, klinkt het dan weer bij Omar Souidi. “Ik had me wel iets anders voorgesteld bij onze laatste dag in de duinen. Het is wel mooi, maar megavermoeiend”, deelt Linde Merckpoel de mening van haar expeditieleden.