De onrechtvaardigheid van sociale rechtvaardigheid

Het debat/hysterie (hoe u het noemt) over Liesbeth Homans (N-VA) en haar uitspraken heeft niets opgeleverd. Men heeft een uitgebreide tekstanalyse/intentieproces (hoe u het noemt) gehouden. De echte inhoud heeft men mooi ontweken. De kernvraag luidt: hoe zien wij sociale rechtvaardigheid?

Ik ga ontzettend oud klinken, maar hoe deed men het vroeger? En dan bedoel ik, waar bleef men met de kinderen als men andere dingen te doen had? Soms bleef de moeder aan de haard, op de tweede plek kwamen de grootouders en andere familieleden, daarna vrienden, buren of kennissen. In een hechte samenleving kon dit zijn.

Spijtig genoeg leven we in een consumptiemaatschappij. Ouders gaan beide werken en zeker met de vrouwenemancipatie is de vrouw aan de haard verleden tijd. Grootouders proberen de kinderen op te vangen maar dit lukt niet altijd. Niet-familieleden is eerder zeldzaam, er is weinig animo voor dat. In plaats van dit failliet van de maatschappij op te lossen, opteert de overheid voor gesubsidieerde kinderopvang.

Geen wenselijke situatie

Ik zeg duidelijk dat deze situatie niet wenselijk is. Ongetwijfeld krijgen die kinderen de nodige aandacht van de onthaalmoeders (ik respecteer de maatschappelijke rol die zij spelen), maar eigen bloed is nog altijd beter. Dit is beter omdat het kind aan zijn familie kan hechten, dat deze die kan opvoeden en dat het kind de volledige aandacht krijgt die het nodig heeft. Kinderopvang is de laatste optie. Veel gezinnen hebben niet zo’n warme familie of missen dat netwerk.

Het wordt dus iemand anders zijn job om op die vervelende kinderen te passen. Het is frappant hoe de samenleving zijn eigen verantwoordelijkheden van zich afschuift en overlaat aan Vadertje Staat. Men maakt kinderen maar wilt er niet voor zorgen. Ik moet oppassen wat ik zeg, want er zijn moeders/vaders die met pijn in het hart hun kinderen afgeven. Het is een kwestie van moeten om het nieuwe mondje te voeden. Iets meer gegoede gezinnen kunnen ouderschapsverlof aanvragen maar dit kan toch geen 2,5 jaar duren? Sommige bedrijven proberen tegemoet te komen aan die noden door eigen opvang te organiseren maar dat zijn de happy few.

Voorkeursbehandeling voor werkloze

Het is nu zoals het is, dan moet de overheid maar de nodige zorgen leveren. Met dit allemaal in het achterhoofd, is het raar dat men tegen het voorstel van Homans is. Een werkloze zit thuis en kan voor de kinderen zorgen, deze ondersteunen en laten ontwikkelen. Kinderopvang is enkel nodig wanneer deze gaat solliciteren. Een luxepositie!

Toch krijgt de werkloze een voorkeursbehandeling. In Knack onthulde Lies Corneillie iets dat mij van mijn stoel deed vallen: “Er zijn immers ook ouders die niet gaan werken omdat ze geen plaats vinden in de opvang, of omdat opvang te duur is”. Dus, om kinderen te laten opvangen moet je wel werkloos zijn want er is niet genoeg plek en het is te duur. De wereld op zijn kop! Daarom dat kinderopvang eerst voor de werkenden moet zijn, en daarna voor de werklozen. De kosten voor de werkloze moet hoger zodat deze lager kan worden voor de werkenden.

Even recapituleren: kinderopvang zou pas overwogen moeten worden als er geen andere opties zijn en moet dragelijk voor iedereen zijn, zeker de werkenden want deze hebben de meeste redenen om er gebruik van te maken.

Sociale rechtvaardigheid

En nu krijg ik de linkse goegemeente over me heen, want ik duw de werklozen in de armoede en vooral, ik ben sociaal onrechtvaardig. Sociale (on)rechtvaardigheid op zich is een wezenlijk betwist begrip dat te pas en te onpas als dooddoener wordt gebruikt. Of zoals Kanye West het zou zeggen: “Nobody knows what it means but it’s provocative”. Het is enkel uitgevonden om mensen slecht te voelen zodat deze zich verontschuldigen en te buigen voor de linkse pastoor.

Wat is die sociale rechtvaardigheid? Mijn definitie luidt: het herverdelen van het kapitaal om de solidariteit tussen individuen te bewaren met als doel het creëren van gelijke kansen voor een menswaardig bestaan. Concreet vanuit een links oogpunt is het rechtvaardig om werklozen (die minder geld hebben dan werkenden) te ondersteunen met lagere tarieven voor de kinderopvang.

Sociale rechtvaardigheid is daardoor vandaag een exclusief terrein van socialisten. Dit verengt het debat en het beleid. Sociale rechtvaardigheid van socialisten is eigenlijk heel asociaal en onrechtvaardig en dat is door de wildgroei aan discriminerende “sociale” correcties.

Have’s en have-nots

Sociale correcties verdelen mensen in twee groepen: de have’s en have-nots. De have’s hebben een papiertje dat hen recht geeft op een voorkeursbehandeling, dit kan gaan van mensen met een beperking tot een leefloner. De have-nots zijn diegene die uit de boot vallen.

Gelukkig zijn er sociale correcties die inkomensafhankelijk zijn. Men heeft dan een grens gesteld. Gaat men onder X, dan is men arm genoeg om van deze correctie gebruik te maken.

Realiteit is ingewikkelder. Armoede is niet iets dat je kan gieten in een formuletje of generaliseren tot het hebben van een etiket. Armoede is simpelweg mensen die chronisch geldtekort hebben: hun kosten min hun inkomsten zijn negatief. Armoede-bedreigde mensen zijn neutraal of hebben een licht positief overschot (maar niet voldoende voor onvoorziene kosten). Daarom dat het concept “werkende arme” bestaat, mensen die werken en toch niet voldoende rondkomen.

Paradox van de sociale zekerheid

Hier is het paradoxale: mensen met een etiket hebben vaak meer over op het einde van de maand dan gewone mensen. Door blind te staren op het etiket en inkomen, vergeet men wat werkelijk telt. Als men door sociale correcties de kosten zo drastisch kan reduceren dat men met een hoger positief saldo eindigt dan een werkende, dan gaat er iets fout. Dat is exact wat de werkloosheidsval is: het loont niet om te werken, want dan betaalt men de volle pot en houdt men minder over dan wanneer men van de sociale voorzieningen profiteert. Is dit sociaal rechtvaardig?

Dit zet de sociale zekerheid stevig onder druk. In het verleden werd gewoon meer belast, meer bepaald de inkomsten van arbeid. De belastingdruk steeg, dit drukte de nettolonen naar beneden (of zorgde voor hogere brutolonen en dito loonkosten) waardoor werknemers in de gevarenzone dreigde te komen. Hogere loonkosten zorgde voor meer ontslagen. Meer armen en werklozen zorgde voor hogere kosten van de sociale zekerheid, wat de belastingen weer deed verhogen, … Ons systeem is al jaren in een negatieve spiraal. Is dit sociaal rechtvaardig?

Nu is er een centrumrechtse regering aangetreden die de negatieve spiraal moet doorbreken. Eerst moeten de overheidsbedrijven rendabel worden. De hogere kosten zetten overheidsbedrijven onder druk om op de sociale tarieven te besparen (bv. geen gratis busabonnement voor gepensioneerden). Ook wordt deze integraal doorgerekend naar de werkenden, die dan weer minder overhouden op het einde van de maand en in de armoede sukkelen.

Daarnaast gaat men besparen op de erkenningen, geen etiket = geen kosten. Men is strenger om sociale voorzieningen toe te kennen of men legt bijkomende voorwaarden op. Echt structureel is het niet, want het echte probleem ligt bij de woekerende sociale tarieven. Door mensen hun etiket af te pakken veroorzaakt men alleen meer leed. Het is niet hun fout dat hun etiket zeer kostelijk is. Men moet van het one-size-fits-all dogma af en dat op drie punten.

One-size-fits-all = wrong

Ten eerste moet een etiket niet noodzakelijk zorgen voor een sociaal tarief. Waarom zou rijke gepensioneerden zoals Lippens een gratis busabonnement hebben? Waarom zouden gepensioneerden die nu al niet op de bus gaan elk jaar een gratis busabonnement krijgen? Sociale tarieven moeten niet blind zijn maar op maat zijn.

Ten tweede moet er meer gradaties zijn. In plaats van te kiezen tussen twee extremen (volle pot of sterk verminderd sociaal tarief) moet er tussentarieven zijn. Het is soms voldoende om een kleine korting te krijgen op de elektriciteitsfactuur om uit het dal te kunnen gebruiken.

Ten derde moet men afstappen van het inkomensbeleid. Wat telt is het overschot (of in het geval van armoede het tekort) op het einde van de maand, onafhankelijk van welk inkomen dat men heeft. Elk gezin is anders. Tools zou ontwikkeld moeten worden om aan budgetbeheer te doen. De overheid kan begeleiden maar men zou dit ook zelf kunnen doen online. Men zou kunnen bekijken welke uitgaven hoog zijn en daarop kunnen besparen, en dan pas een sociaal tarief uitreiken. Andersom, men kan een sociaal tarief geven om het gezin te ontlasten en deze te laten investeren in zaken die de uitgaven doet dalen (zoals isolatie). Maatwerk is weerom het sleutelwoord hier.

Door gerichte, kleinere sociale tarieven te voorzien kan men een gezin uit de armoede houden én het leefbaar houden voor bedrijven en de sociale zekerheid.

Conclusie

Socialistische recepten werken niet. De armoede is in dit land niet gedaald, ook al smeet links 25 jaar lang geld ertegenaan. De kosten en schulden die ze creëren is des te groter en dit wordt verhaald op de gewone man/vrouw in de straat. Solidariteit zou gekoesterd moeten worden, maar voor velen is het maximum bereikt. Een radicale hervorming van het hele systeem moet er gebeuren. Simpelweg zomaar onnodig cadeaus uitdelen moet stoppen. De volgende generatie dankt u.

Meer
Lees meer...