De Vasten is begonnen, maar wat houdt dat weer in?

Carnaval zit er weer op. Gisteren luidde Aswoensdag officieel de Vasten in, ook bekend als de veertigdagentijd. De periode loopt tot en met Stille Zaterdag, de dag voor Pasen, maar wat zijn de regels van die bedoening ook weer? Wat mag je, als vrome katholiek, nog eten en drinken en wat niet? En op welke tijdstippen mag er gegeten worden?

Met Aswoensdag is de Vastenperiode gisteren begonnen. Katholieken doen op die dag aan boetedoening. De gelovigen krijgen dan in de mis een kruisje van as op hun voorhoofd getekend door de pastoor. Daarmee toon je berouw voor je zonden. De slagzin van Aswoensdag: “Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren.”

Tijdens de Vasten herinneren katholieken het verhaal uit de bijbel waarin Jezus veertig dagen in de woestijn doorbracht zonder eten of drinken.

EPA

Remmen los op zondag

Wiskundige knobbels hebben het al door: tussen 14 februari (Aswoensdag) en 31 maart (Stille Zaterdag) zijn er maar liefst 46 dagen, en geen 40. Toch is ‘veertigdagentijd’ geen foute benaming. Zo is het dieet op de zes zondagen van de Vasten niet van kracht. Schranzen maar! Maar wat houdt dat dieet precies in?

De katholieke kerk verwacht dat je op Aswoensdag en Goede Vrijdag, de vrijdag voor Pasen, sowieso geen snoep, vlees of alcohol consumeert. Je dag moet dan in teken van soberheid staan, aangezien op die dag de kruisiging en dood van Jezus herdacht wordt.

istock

‘Modern’ vasten

Voor de rest van de Vasten zijn er eigenlijk geen concrete voorschriften. Wel is het gangbaar om weinig of geen vlees te eten en is/was het in veel streken de gewoonte om elke dag een snoepje in een streng afgesloten kist op te bergen. Tegenwoordig laat de kerk de concrete invulling van de vastenplicht vooral aan de individuele gelovigen over. Belangrijk is dat je bepaalde pleziertjes inperkt.

Sommige gelovigen kijken bijvoorbeeld meer of minder televisie of zitten minder op sociale media of internet. Daarnaast zijn er nog steeds kloostergroeperingen, zoals de Jezuïeten, de Norbertijnen en de Benedictijnen, die zich aan een specifiek vastenregime houden.

istock

Versoepeld door de eeuwen heen

Maar ooit ging het er een pak zwaarder aan toe. In de tweede eeuw begonnen christenen drie dagen voor Pasen te vasten. Later werd dat uitgebreid naar de hele Goede Week, exclusief Paaszondag. Pas op het einde van de derde eeuw kwam de veertigdagentijd in zwang. Het was in die tijd ten strengste verboden op tijdens de drie laatste dagen van de Vasten ook maar iets te eten.

Tijdens de rest van de Vasten mocht je maar één maaltijd per dag eten. In de vroegchristelijke periode werd die maaltijd rond zonsondergang geconsumeerd. In de negende eeuw werd die naar drie uur verschoven en in de veertiende eeuw naar de middag.

iStock
Meer
Lees meer...