De International Council on Clean Transportation (ICCT), de ngo die Dieselgate ontdekte in 2015, publiceerde vorige week een spraakmakend rapport. Uit onderzoek bleek dat meer dan drie kwart van de nieuw verkochte dieselvoertuigen in de EU en het Verenigd Koninkrijk een hogere uitstoot heeft dan officieel door de fabrikant is aangegeven. The Morning Drive spreekt hierover met Alain De Jong van autowebsite Gocar.
Beluister het volledige interview met Alain De Jong hier:
De essentie: Verschillende autofabrikanten van dieselvoertuigen zouden gebruik hebben gemaakt van zogenaamde verboden “sjoemelsoftware”, die de uitstoot van stikstofoxiden tijdelijk flink verminderd.
- Volgens het ICCT-rapport zou dergelijke software zijn toegepast tussen 2009 en 2019 in de EU het VK. Hierdoor konden miljoenen dieselvoertuigen worden verkocht onder de Euro 5- en 6-normen, terwijl ze in werkelijkheid veel meer stikstofoxide uitstoten dan werd geadverteerd.
- “Het gaat over heel veel wagens van een groot aantal verschillende merken”, zegt Alain De Jong. “Het is blijkbaar iets dat in heel de sector aan de gang was. Het gaat daarbij niet enkel over Volkswagen, er zitten ook Japanse merken bij. In het rapport zien we dat het om vier op de vijf voertuigen zou gaan. En dat is toch wel een heel groot probleem”.
- Toen in 2015 bekend raakte dat Volkswagen gebruikmaakte van sjoemelsoftware, leidde dat tot verschillende rechtszaken tegen de autofabrikant. “Sommige kopers hebben destijds een schadevergoeding ontvangen en nog altijd lopen er verschillende zaken tegen het bedrijf”, licht De Jong toe. “Dat wagens van consumenten verboden zullen worden, dat verwacht ik niet, maar er komt in ieder geval nog een staartje aan de hele zaak”.
- In de VS werd na 2015 Volkswagen gedwongen om voertuigen terug te kopen of effectieve oplossingen voor de uitstoot aan te bieden. Ook betaalde het bijna 3 miljard dollar aan een fonds om de Amerikaanse staten te helpen de vervuiling door het wegvervoer terug te dringen. Milieu-organisatie ClientEarth heeft opgeroepen tot de oprichting van een soortgelijk schoonmaakfonds in Europa.
- De Britse en EU-wetgeving schrijft voor dat regeringen gevallen van mogelijke manipulatievoorzieningen moeten onderzoeken en fabrikanten moeten verplichten corrigerende maatregelen te nemen als dergelijke verboden voorzieningen worden aangetroffen.
Tests worden uitgevoerd in laboratoria
- De EU heeft de afgelopen drie decennia steeds strengere grenswaarden voor uitlaatemissies vastgesteld, waaraan de fabrikanten voldoen door nieuwe technologieën aan alle voertuigen toe te voegen, zoals het “stop-and-go-systeem”.
- “Ze (De Europese normen, red.) zijn waarschijnlijk in realiteit moeilijk haalbaar, omdat emissietests eerst worden uitgevoerd in laboratoria. Maar wanneer men op de openbare weg rijdt, zijn de omstandigheden natuurlijk totaal anders. Men ziet dat er in de realiteit toch meer brandstof wordt gebruik, wat samen gaat met meer uitstoot”, aldus De Jong. “Dus misschien moet heel de testfase en de homologatie fase of procedures worden herzien”.
(as)