In Egypte is de “Avenue of Sphinxes” – een weg die de tempelcomplexen van Luxor en Karnak met elkaar verbindt – door president Abdel-Fattah el-Sisi officieel opnieuw voor het publiek geopend. Die ceremonie vormt de bekroning van een groot restauratieproject, dat meer dan zeven decennia in beslag heeft genomen.
De autoriteiten hopen dat de route – ruim 2,7 kilometer lang – tot een extra troef zal uitgroeien voor het Egyptische toerisme, een van de grote pijlers van de economie van het land.
Toetanchamon
De “Avenue of Sphinxes” dankt zijn naam aan de talloze stenen beelden die de weg omzomen. “De weg had oorspronkelijk 1.057 beelden, waarvan een derde al is opgegraven”, benadrukt Khaled el-Anani, de Egyptische minister van Oudheden.
“Van een aantal beelden zijn alleen nog de sokkels overgebleven. Het werk is echter nog niet voltooid. Er wordt nog altijd naar nieuwe beelden gezocht.”
Ongeveer 3.500 jaar geleden zou met de aanleg van de weg zijn begonnen. “De weg werd gebouwd voor de jaarlijkse viering van het Opet-festival, maar werd ook gebruikt voor andere feesten en speciale gelegenheden, zoals de kroning van de farao’s”, merkt archeoloog Ahmed Amer, gespecialiseerd in egyptologie, op.
Luxor was onder de naam Thebe tijdens die periode hoofdstad van Egypte.
De beelden wegen tussen vijf en zeven ton. De archeologen wijzen erop dat langs de “Avenue of Sphinxes” drie verschillende types van beelden kunnen worden teruggevonden. “Een eerste vorm toont het lichaam van een leeuw met het hoofd van een ram”, benadrukken ze. “Die beelden werden opgericht tijdens de regering van farao Toetanchamon.”
“De tweede vorm laat een volledige ram zien en werd tijdens het bewind van farao Amenhotep III gebouwd. De derde en meest bekende vorm is de sfinx – het lichaam van een leeuw met het hoofd van een mens – en wordt aan het bewind van Nectanebo I gelinkt.”
Oorlogen
Door de eeuwen heen zijn veel beelden beschadigd of begraven. Op een aantal trajecten van de weg werden door de lokale bevolking zelfs woningen gebouwd. Het eerste spoor van de antieke weg werd in 1949 teruggevonden. De ontdekking gebeurde tijdens onderzoek dat de Egyptische archeoloog Mohammed Zakaria Ghoneim in de buurt van de tempel van Luxor uitvoerde.
Ghoneim slaagde erin acht beelden op te graven. In de loop van de daaropvolgende decennia werden tijdens verdere opgravingen aan weerszijden van de weg nog meer standbeelden teruggevonden.
De werken dienden echter herhaaldelijk voor langere periodes te worden stilgelegd. Dat had onder meer te maken met de verschillende oorlogen die Egypte de voorbije decennia heeft gevoerd. Voor de restauratie van de weg moesten tevens een aantal structuren – zoals een honderd jaar oud kerk en een moskee die drieënhalve eeuw geleden was gebouwd – worden afgebroken.
Mustafa al-Saghier, directeur van het tempelcomplex van Karnak en algemeen supervisor van het revival-project, merkt echter op dat bij de opgravingen ook andere archeologische vondsten – zoals een muur, daterend van de Romeinse periode – werden gedaan.
Het Egyptische toerisme is door de uitbraak van de coronacrisis bijzonder zwaar getroffen. Twee jaar geleden kon het land nog 13 miljoen buitenlandse toeristen melden. Dat aantal was vorig jaar teruggevallen tot 3,5 miljoen bezoekers. Ook de inkomsten uit het toerisme vielen daardoor van 13 miljard dollar tot 4 miljard dollar terug.
De Egyptische autoriteiten hopen dat de openstelling van de “Avenue of the Sphinxes” een bijdrage kan leveren tot de heropleving van het toerisme. Ze wijzen erop dat Luxor met al zijn historische schatten als het grootste openluchtmuseum van de wereld kan worden bestempeld.