Eindelijk is er ’n nieuw album van Jasper Steverlinck: “Soms moet je iets gedaan hebben voor je weet dat dat niet is wat je wil”

Het was 2013 toen we voor het eerst lazen dat Jasper Steverlinck aan een soloplaat was beginnen werken. Het was het eerste wapenfeit na zijn twee passages in The Voice Van Vlaanderen (2011 en 2013) en sinds de pauzeknop was ingedrukt bij Arid (2012). En toen werd het stil. Twee singles en een ep gingen de plaat vooraf, maar nu is er ‘Night Prayer’, de eerste plaat van Jasper Steverlinck onder eigen naam met eigen werk.

Jasper Steverlinck: Ik ben superblij dat ze er eindelijk is, natuurlijk. Het heeft lang geduurd, maar dat had ook wel zijn redenen. Ik heb een tijdje aan de opnames gewerkt met Jake Gosling, een hele bekende producer, maar uiteindelijk is dat niet geworden wat ik ervan verwacht had en heb ik besloten om de plaat opnieuw op te nemen, met Jean Blaute. Iedereen focust nu op het “fout lopen” tussen Jake en mij, maar ik zie dat zo niet. Alles is een proces en je leert ook uit dingen, ook uit de dingen die niet goed gaan. Soms moet je iets gedaan hebben voor je weet dat dat niet is wat je wil.

Sony Music

Op zich was mijn samenwerking met Jake echt tof, we komen nog altijd goed overeen. Alleen was het een zoektocht naar in welke vorm ik de nummers die ik voor deze plaat geschreven heb op plaat wilde zetten. Ik heb 16 jaar in een groep gezeten dus heel onbewust dacht ik dat ik nog allerlei extra moest doen met de nummers die ik had: gitaar en drums en bassen en zo erbij halen. Ik heb het toen zelfs met That’s Not How Dreams Are Made gedaan, maar die song wilde dat niet. Dat wrong. “All she wanted to be was naked”, heb ik toen gezegd.

En waarom niet?

Ik kan mij That’s Not How Dreams Are Made ook niet anders voorstellen. Allicht omdat ik ‘m nu ken zoals ik ‘m ken, maar ik denk ook dat hij in de meest pure vorm het meest tot zijn recht komt.

Steverlinck: Ja, dat was het! Ik heb allerlei dingen geprobeerd, maar als ik achteraf opnieuw naar andere versies luisterde had ik altijd het gevoel dat ik schoonheid en emotie was kwijtgeraakt. Ik had zoiets van “Ik kan dat toch niet gewoon zo op plaat zetten?” En nu zeg ik: “En waarom niet?”

Toen ik ‘m de eerste keer hoorde moest ik aan Damien Rice denken, die al jaren alleen met zijn gitaar op het podium staat.

Steverlinck: Ik ben ook een grote fan van hem. Hij zat niet in mijn hoofd tijdens het maken van die plaat, maar wel achteraf als iemand me vroeg waarom ik in godsnaam alleen ging spelen. Dan zei ik: “Kijk naar Damien Rice!”, die doet dat zelfs op grote festivals.

Het kan. Hij bewijst het. Er bestaan zoveel conventies in muziek en hij gooit die allemaal overboord. Ook zijn nummers die met toeters en bellen zijn versierd kleedt hij helemaal uit als hij ze live gaat spelen en die blijven als een wolkenkrabber overeind staan.

Ik begrijp waarom je geen drummer meeneemt op tournee. Als ik het goed heb hoor ik het de eerste drums op de plaat pas bij Here’s To Love, dat is het vierde nummer op ‘Night Prayer’, de plaat. Het duurt tot Someday voor we nog eens drums horen, kort. Dat is het zevende nummer.

Steverlinck: Het zit er inderdaad niet heel veel in. Ik denk op een vijftal nummers van de veertien. Ik vind ook niet dat iedereen die er is altijd moet spelen. Als de drummer heel lang niet speelt en dan plots eventjes wel, dan heeft het wel meer effect, zoals bijvoorbeeld in Here’s To Love. Het feit dat die extra muzikanten er nu wel bij zijn, dat is de verdienste van Jean Blaute. Ik stond daar zelfs eerst wat weigerachtig tegenover omdat ik al zoveel had geprobeerd en daar niet nog een keer mee wilde beginnen. Jean wist ook wat ik wilde en hij zei ook “Als het er niet toe doet, als het geen meerwaarde is, dan vliegt het eraf.”

Een andere filosofie: zang en basisinstrumenten zijn allemaal in één take opgenomen. Er is niet geknipt en geklapt. Als het niet goed was deden we een andere take, maar we hebben altijd het resultaat genomen van binnen één en dezelfde take. Alleen de strijkers zijn later opgenomen gewoon omdat we geen geld hadden om die de hele tijd in de studio te houden. Ook met Dre Pallemaerts – de drummer en iemand met wie ik nog nooit had gespeeld – was die klik er als vanzelf: spelen in service of the song.

Ironisch hé, dat je na al die omzwervingen bij Jean Blaute eindigt – dicht bij huis – met de vaststelling dat je songs zo weinig mogelijk nodig hebben.

Steverlinck: Ja, echt. Weet je, het was me niet zozeer om dat buitenland te doen. Ik heb een tijdje een Engels management gehad en zo kwam ik makkelijker bij mensen als Jake Gosling terecht.

Uiteindelijk kiezen de mensen, nog altijd

“Ik wil ook commercieel succes. Zoveel mogelijk, zelfs”, zeg je in de perstekst. Uiteindelijk is dat toch wat iedere artiest wil, alleen durft bijna niemand het zo onomwonden te zeggen. Aan “commercieel succes” hangt voor ‘echte artiesten’ toch nog vaak iets vies.

Steverlinck: Goh, daar ben ik allemaal voorbij. Ik maak mijn eigen keuzes nu en ik kan daar nu ook veel harder in zijn dan vroeger. Ik héb bijvoorbeeld gekozen om mijn plaat opnieuw op te nemen. Ik verlies liever met mijn keuzes dan dat ik verlies met iemand anders zijn keuzes. Dat heeft me geld en tijd gekost, maar als artiest wil ik naar buiten komen met iets waar ik helemaal achter kan staan.

Als ik nu één van jouw nummers hoor op de radio, dan is dat een rustpunt tussen al de drukte en het geweld. Dat had ik ook met Thinking Of A Place van The War On Drugs, een nummer dat elf minuten ongestoord verder kabbelt en toch een hit is geworden. Dat is een voorbeeld van het feit dat niemand succes kan voorspellen.

Steverlinck: Mijn nummers zijn wel nog conventioneler dan die van The War On Drugs, maar ik begrijp wat je bedoelt. De analogie klopt, Stijn Meuris zei dat ook. “Gadverdamme man”, zei hij, “klinken dat dat doet! Maar er zit niks in, man. Alleen een gitaar en een stem!” En hij gebruikte ook het woord ‘rustpunt.’

Ik heb het geluk gehad dat het nummer gebruikt is in een aflevering van Die Huis toen het al een tijdje uit was en dat het daardoor opgepikt is door een groter publiek, want om dezelfde reden wilde mensen het nummer niet uitbrengen: omdat het niet paste bij de andere dingen die je vandaag op de radio hoort. Alleen Radio 1 steunde het van in het begin.

De platenbaas hier bij Sony zei het ook: de mensen moeten je nummer kunnen horen, want als ze het niet horen kan het geen succes worden, dat is een gegeven. Maar van zodra ze er toegang toe hebben, is het het publiek dat kiest. De mensen kiezen, nog altijd.

Pleister op de wonde

Mijn voorlopige favoriet van de plaat is Sad Reminders.

Steverlinck: Ik ben blij dat je dat zegt, dat is het enige nummer waarop ik van begin tot eind piano heb gespeeld. Op alle andere nummers is het Valentijn Elsen. Het is een heel triest nummer hé, maar je kan je daar aan laven. Ik word blijer van trieste nummers, het is een pleister op de wonde.

Ik heb dat ook. Someday vind ik ook een hele speciale. Daarin zing je echt vanuit een ander perspectief en vertel je een verhaal over Billy en Eva. Dat is iets dat ik je nog niet eerder heb horen doen.

Steverlinck: Ik denk dat dat wel iets is dat in mij zit, alleen heb ik het nu pas ontdekt. (lacht) Meestal vertaal ik mijn gevoelens, vertrekt een song van mijn gevoel. Ik vind het tof dat je dat nummer aanhaalt. Ik heb altijd de schrik gehad dat zo’n verhaal te veel afstand creëert, maar het was mij opgevallen dat Paul Simon dat vaak doet dus heb ik het ook maar eens geprobeerd.

“Billy’s got his reasons why he cannot stay/he’s living for tomorrow/he just can’t live that way” kan je ook perfect op jezelf toepasen. Mensen kunnen films en series ook begrijpen, of een roman. Mensen kunnen zich best verplaatsen in een personage zonder dat dat je nummer per se afstandelijk maakt.

Je hebt er nog hé: Johnny & Mary van Robert Palmer is een prachtnummer. Zeker als je het dan hoort in de versie van Todd Terje en Bryan Ferry.

Steverlinck: Ja! Dat is zo goed. Ik heb die versie leren kennen door een vriend van me, van bij Drums Are For Parades, die me die versie liet horen. Zo goed, jongens! Ik denk dat dat verhalende wel meer in mijn werk gaat sluipen omdat ik ontdekt heb dat dat niet minder eerlijk hoeft te zijn.

Ik heb één keer het verhaal verteld van mijn zoon die autisme heeft. Dat is een verwerkingsproces. Ik wil dat niet negatief doen klinken, maar dat heeft me wel veranderd als mens: hoe ik met dingen omga en hoe ik naar de dingen kijk, bijvoorbeeld. Dat zit ook in Someday. Voor mij is dat een nummer over hoop. Someday.

Liefde Voor Muziek, The Voice Van Vlaanderen en Arid

Binnenkort zien wij je samen met Helmut Lotti, K’s Choice, Silvy De Bie, Coco Jr., Niels Destadsbader en Sharon den Adel in Liefde Voor Muziek. Toen ik de namen las dacht ik meteen dat je daar ook nummers in hun essentie zou kunnen laten schitteren. Want kleedt pakweg Skin van Sylver of Ice Queen van Within Temptation helemaal uit en je komt ook tot de song in zijn essentie.

vtm.be

Steverlinck: Ik denk dat je in die ene zin al heel veel vervat hebt van wat ik daar ga doen en waarom ik het wilde doen. Liefde Voor Muziek is eigenlijk nog het enige programma waar je echt nog iets met muziek kan doen. Er zijn programma’s die meer pretenderen een meer credibel programma over muziek te zijn, maar in De Wereld Draait Door bijvoorbeeld krijg je letterlijk één minuut. Dat is het niet hé.

Ik heb ook aan de mensen van Liefde Voor Muziek gevraagd “Kan ik en mag ik mijn ding doen?” en dat kon. Ik heb bijna al die nummers benaderd zoals het verhaal waar ik nu in zit: wat zit er in de kern van dat nummer? Ik ben op zoek gegaan naar een schoonheid die er misschien eerst niet was. Dat was echt een zoektocht, maar wel iets waar je erg veel van leert.

Ik ben opgegroeid in het tijdperk van dEUS en toen was je niet meer cool als je naar reclame keek, maar dat is allemaal voorbij. Ik heb twee keer meegedaan aan The Voice Van Vlaanderen en ik heb het gevoel dat ik daar ook heel erg mezelf kon zijn. Jonge mensen denken ook niet meer zo heel erg in vakjes. Ik ben ooit die gasten van Bazart eens tegengekomen, toen ze nog niet zo bekend waren. Ik merkte ook dat al die grenzen niet meer bestonden in die hun hoofden. Isabelle A kon en Tom Barman kon ook: ze maken beide muziek, alleen doen ze het op een andere manier.

Grappig, ik heb platen van dEUS thuis en ik heb een plaat van Isabelle A.

Steverlinck: Kijk, dat bedoel ik! Het is een én-én-verhaal geworden tegenwoordig. Je hoeft niet meer alleen maar “de rocker” te zijn. Alles wat je goed vindt, kan je gewoon verzamelen en beluisteren.

Zie je je ooit nog terugkeren naar The Voice? Je hebt twee keer meegedaan en bent twee keer gewonnen. Tot op heden ben je nog altijd de enige coach die daar twee keer gewonnen is.

Steverlinck: Hopelijk hou ik dat nog even vol. Als ze me vragen zeg ik ja, tenzij ik het te druk heb. Ik vond het heel leuk om te doen, ik meen dat. Mijn vrouw is altijd lerares geweest en in The Voice van Vlaanderen merkte ik plots wat het kan betekenen om je kennis door te geven en ik vond dat wel tof. Van mensen als Alex Callier en David Poltrock kan je écht wel dingen leren. Zo kunnen die kandidaten snel iets oppikken waar wij misschien wel veel langer over gedaan hebben om dat te leren.

Als ik mensen één ding kan aanraden is het gewoon: volg je buikgevoel. Als je het niet voelt, doe het dan niet. The Voice was echt een hele toffe periode voor mij omdat ik toen al gestopt was met Arid en op dat moment geen muziek aan het maken was en zo kon ik toch nog met muziek bezig zijn.

Is Arid gestopt? Officieel staan jullie op “indefinite hiatus.”

Steverlinck: Eerlijk: ik zie ons niet terugkeren. Ik denk dat het gewoon op was. David Du Pré en Steven Van Havere waren ook al veel met andere projecten bezig – niet noodzakelijk in de muziek – en daaraan merkte je wel dat de focus al van Arid aan het wegdraaien was. Ik voelde me in die laatste periode wel wat alleen, ook in de band.

Ik heb toen ook nog getwijfeld om misschien andere dingen te gaan doen dan muziek, gewoon om je rijkheid als mens te ontwikkelen. Jij kan waarschijnlijk ook nog heel veel dingen waar je misschien nog niet aan begonnen of toegekomen bent. Omstandigheden creëren vaak wie je denkt dat je bent. Er zijn zo momenten in je leven waarop je je hele pad kan verleggen. Ik ben nu wel weer bij de muziek beland, maar wel in een geheel nieuw hoofdstuk.

‘Night Prayer’ is nu uit bij Sony Music. Jasper Steverlinck treedt binnenkort onder andere op in de Vooruit te Gent (25/04), De Roma in Borgerhout (26/04), Het Depot (06/05), op Boomtown te Gent (21/07), het Cactusfestival in Brugge en OLT Rivierenhof in Deurne (25/08).

Alle concertdata vind je terug op zijn officiële site.

vtm.be
Meer
Lees meer...