De leiders van alle EU-lidstaten komen donderdagavond om 18 uur bijeen via een videoconferentie over de coronacrisis. Premier Alexander De Croo (Open Vld) zal op die meeting pleiten voor een verbod op niet-essentiële reizen. Daarnaast staat ook de invoering van een Europees vaccinatiebewijs op de agenda.
Verbod niet-essentiële reizen
Na de eerste golf van de coronapandemie in Europa is tussen de landen van de Europese Unie afgesproken om de grenzen onderling niet meer te sluiten. De economische gevolgen daarvan zijn namelijk zeer groot en dat wilden alle leden in de toekomst vermijden. “De ongecoördineerde en overhaaste sluitingen in maart 2020 toonden dat het niet het virus stopt, maar wel de economie verzwakt”, zegt de Europese Commissie.
Een sluiting van de grenzen komt er dus niet, maar toch wil premier Alexander De Croo extra maatregelen. Het “sterk afraden” van plezierreizen blijkt namelijk onvoldoende te werken. En aangezien België het op dit moment een stuk beter doet dan de meeste andere Europese landen zit de schrik er dik in dat reizigers het coronavirus zullen importeren. Daarom pleit De Croo voor een verbod op niet-essentiële reizen. Vanuit heel wat andere landen is er echte zware tegenkanting.
Premier De Croo hoopt donderdagavond duidelijk te krijgen over welke extra maatregelen België mag nemen vrijdag op het nieuwe Overlecomité.
Vaccinatiebewijs
“De vaccins zijn ons meest dringende onderwerp”, valt te lezen op de uitzending van Europees voorzitter Charles Michel aan de Europese premiers, presidenten en bondskanselieren. Daarbij zal er onder andere gesproken worden over een zogenaamd Europees vaccinatiepaspoort.
Zo’n bewijs moet het op termijn eventueel mogelijk maken voor wie gevaccineerd is, om zonder extra test of quarantaine tussen EU-landen te reizen. Een definitieve beslissing daarover zal waarschijnlijk nog niet genomen worden. Er zijn namelijk nog veel te veel juridische en praktische zaken die uitgeklaard moeten worden.
Testen
Tot slot zal het op de virtuele EU-top ook gaan over coronatesten. Daarbij gaat het onder andere over het erkennen van de uitslag van een sneltest in andere landen. De verschillende lidstaten bereikten daarover al een principeakkoord.
Daarnaast wil de Europese Commissie ook dat alle EU-landen veel vaker onderzoeken welke varianten van het SARS-CoV-2-virus vastgesteld worden. Op dit moment is er maar één land dat meer dan 1 procent van de positieve testen verder onderzoekt. Europa wil dat opdrijven naar 5 of zelfs 10 procent. Zo hoopt de Commissie sneller zicht te krijgen op de verspreiding van besmettelijkere mutaties.