De European Broadcasting Union (EBU) en topman Martin Österdahl zijn momenteel in crisisoverleg in aanloop naar de finale van het 86ste Eurovisiesongfestival van vanavond. Diskwalificatie van de Nederlander Joost Klein en de situatie rond Israël zou bij steeds meer landen voor onvrede hebben gezorgd over de gang van zaken.

Er is al langer heel wat te doen bij het Eurovisiesongfestival over de deelname van Israël door voortdurende bombardementen en aanvallen in de Gazastrook. Bovendien zou de situatie daarrond ook achter de schermen grimmiger en grimmiger geworden zijn. Sommige artiesten hebben hun ongenoegen laten blijken daarover, terwijl Israëlische journalisten ongevraagd deelnemers uit andere landen lastigvallen.

Daarnaast is er ook de zaak rond Joost Klein. De Nederlandse deelnemers is uit de wedstrijd gezet na een “incident met een vrouwelijk lid van de productiecrew”.

Veel protesten

Al deze situaties hebben ervoor gezorgd dat er met Zwitserland, Griekenland en Ierland drie landen niet kwamen opdagen voor de vlaggenceremonie tijdens de generale repetitie deze middag. Ierland kwam ook tijdens die repetitie zelf niet opdagen. Die zou in overleg zijn met de EBU over een incident dat vandaag is gebeurd. Bambie Thug zei verder ook dat die vindt dat Israël moet gediskwalificeerd zijn omdat er op de zender KAN voortdurend negatief over hun gepraat wordt.

De Franse zanger Slimane stopte zijn repetitie dan weer vroegtijdig om op te roepen tot vrede. Tot slot liet Noorwegen weten dat Alessandra Mele, vorig jaar nog deelnemer, besloten heeft de punten niet voor te lezen door de gespannen situatie. Zij deed die aankondiging met de hashtag #FreePalestine.

En nu?

Meer dan redenen genoeg dus om te beseffen dat er iets serieus aan de gang is achter de schermen van het Eurovisiesongfestival. Dat de conclusie van deze gesprekken zullen zijn, is voorlopig nog afwachten. De kans dat de wedstrijd niet doorgaat, lijkt zeer klein.