Ex-bassist Gorki Erik Van Biesen is nu Biezen: “Mijn grootste troost is dat ik weet dat Luc dit geweldig gevonden zou hebben”

Erik Van Biesen, ex-bassist van Gorki, neemt een nieuwe start als Biezen en geeft op zaterdag 26 maart zijn releaseconcert  van de overigens schitterende plaat The Birds Return in de Gentse Charlatan. Wij hadden een mooi en bijwijlen emotioneel gesprek over verlies, vriendschap en het nemen van een nieuwe start. En uiteraard kunnen we dit gesprek niet anders starten dan bij Luc De Vos, de kompaan en kameraad met wie Erik 22 jaar in Gorki zat. 

Erik Van Biesen: Ik ben muzikant, ik ben altijd perfect gelukkig geweest als bassist. Ik kon mijn ei leggen, ik kwam niks tekort. Luc en ik, wij maakten samen muziek hé. Ik was daarbij betrokken, bij dat creatieproces. Daarnaast had ik nog andere groepen die mij als producer wilden dus ik had werk te over. En dan sterft Luc en dan verlies je niet alleen één van je allerbeste vrienden, maar ook – heel praktisch dan – een half inkomen.

We planden een ganse theatertour om de 25e verjaardag van Gorki te vieren, er waren nieuwe nummers op komst. En plots valt dat allemaal weg. Je kan het vergelijken met het faillissement van de fabriek waar je werkt. Ik ben zelfstandige, ik heb geen muzikantenstatuut dus heel praktisch wil dat zeggen: ik kan niet gaan stempelen als ik zonder werk val.

Op dat moment was ik 52 en als je een beetje realiteitszin hebt dan weet je: niemand gaat mij nog bellen. Ik zal het zelf moeten doen. En dus heb ik, op mijn 53e, een debuutplaat gemaakt. Ik wil nummers maken en mensen raken met mijn nummers, maar de realiteit is ook dat we moeten leven.

Het verschil is nu dat jij op de voorgrond komt te staan, met je naam, met je gezicht, terwijl je vroeger altijd comfortabel in de schaduw kon verdwijnen.

Van Biesen: En ik zing en ik vertel mijn eigen verhaal. Het is heel anders, absoluut. Ik ben nu een jaar met Biezen bezig en ik weet nu dat ik het graag doe. Ik begin het liever en liever te doen zelfs. Ik heb er ook nooit eerder de tijd voor gehad om het te doen. Ik ben ook jarenlang betrokken geweest bij de oprichting van de rockschool en ik werkte samen met de beste tekstschrijver van West-Europa. De omstandigheden die me ertoe gedwongen hebben waren niet fijn, maar het is wel fijn dat ik nu de kans krijg om een heel nieuw facet van mezelf te ontdekken. Ik heb een nieuwe fabriek geopend.

Je zegt het: je hebt een fabriek geopend. Een plaat maken kost ook geld.

Van Biesen: Zeker. Ik hoop dat ik nu ga kunnen leven van mijn productiewerk, het lesgeven en mijn eigen muziek, maar nu is het een moeilijke periode. Ik heb deze plaat volledig zelf betaald. Dat is ook de reden waarom er geen vinyl is, omdat je dat er financieel niet uit krijgt. Ik moet vanaf nul terug beginnen nu. Ik moet met mijn plaat terug naar de mensen gaan, maar dat kan me niet schelen. Waarschijnlijk rijd ik zeer binnenkort zelf naar Duitsland om daar mijn plaat te gaan aanprijzen.

De grote zoektocht

Voorlopig staat wel alleen nog maar de cd-release in de Charlatan (26/3) op het programma. Komen er nog meer optredens?

Van Biesen: De omkadering is zich nu nog aan het zetten. Ik heb een manager gezocht en een boekingskantoor. De plaat is nu af, ik heb nu pas een artikel te verkopen. Eerst moet je dat hebben voor de rest kan volgen.

Je hebt al gezegd dat je bent geschrokken van hoe hecht je vriendschap met andere muzikanten bleek te zijn.

Van Biesen: In nood kent men zijn vrienden: het is een huizenhoog cliché, maar gelukkig bleek het ook een waarheid te zijn. Jonas Maes bijvoorbeeld, gitarist bij The Paranoiacs: het was al van het einde van The Paranoiacs geleden dat ik met hem gewerkt had. Eric Bosteels, tien jaar drummer van Gorki geweest en pas nu hebben wij terug een band met elkaar. Geert Bonne, de eerste drummer van wat toen nog Gorky heette: plots hangen die mensen aan de telefoon als je een moeilijke tijd doormaakt. Die mensen hebben wel geholpen om me terug op de rails te zetten.

Op een bepaald moment moet je dan gaan nadenken over hoe je wil klinken, over een sound.

Van Biesen: Ik had natuurlijk mijn ervaring als producer, waarbij je ook altijd bezig bent met klank, waardoor ik snel wist hoe ik het precies wilde maken. Ik wilde geen keyboards op de plaat dus alles wat je hoort, is echt. Ik wilde er ook al van in het begin twee blazers bij omdat ik daarmee donkerte wilde creëren in de muziek. De trombone en de bariton sax bleken daar perfect voor. De grote zoektocht was hoe ik mezelf daarin moest plaatsen met mijn stem. Trouwens, dit is nog maar het begin. Deze plaat is af en dus ben ik al aan de volgende aan het denken en ik wil in de toekomst mijn sound nog verder opentrekken, in de breedte.

Twee van je beste vrienden

Je stemtimbre roept vergelijkingen op. Ik heb er al gelezen met Mark Knopfler, maar ikzelf moet meer aan Mark Lanegan denken.

Van Biesen: Ik ben blij dat je dat zegt. Die donkerte in Lanegan z’n stem en hoe hij z’n stem zet: dat pakt mij. Ik doe Mark Lanegan niet na hé, het kwam gewoon zo m’n strot uit, letterlijk dan. Ik heb ook niet gezocht naar mijn stem. Ik wil van ’s morgens tot ’s avonds zingen en dat kan je alleen maar als je je nummers eerlijk brengt, met je eigen stem. Als ik 65 ben wil ik graag nog optreden.

Jij bent in feite nog altijd een punker in hart en nieren hé.

Van Biesen: Ja, in 1979 heb ik m’n eerste plaat gemaakt. Volle punkperiode. Mijn grote muzikale voorbeelden zijn ook in die strekking te vinden. Ik vind de drive van Chris Spedding een voorbeeld voor elke gitarist, de mentaliteit van Johnny Thunders van The New York Dolls vind ik geweldig. En The Ramones, natuurlijk. Die heb ik 17 keer live gezien en daar kan niks tegenop.

Er staat één cover op de plaat: Bring On The Dancing Horses van Echo & The Bunnymen. Waarom moest dat erop?

Van Biesen: Ik heb dat nummer gehoord onderweg naar de MIA’s begin 2015, waar Luc een Lifetime Achievement Award zou krijgen. Ik zat bij Geert in de auto en ik hoorde de zin “Bring on the new Messiah.” De plaat gaat heel veel over religie, daarom dat ik het wel vond passen. Ik kan begrijpen dat mensen aangetrokken worden door de duidelijkheid van de regels van religie, dat ze dat nodig hebben als houvast. Maar ik hou niet van religie, ik hou niet van de machtstrijd van religies, maar wanneer twee van je beste vrienden kort na elkaar sterven, dan begin je na te denken over vergankelijkheid en dan begin je tekens te zien.

Twee inderdaad, want in het boekje staan er twee kruisjes: bij Vossieboy en bij Olybol.

Van Biesen: In september van datzelfde jaar is er inderdaad nog een goeie vriend van mij gestorven. Dat was al heel ingrijpend, maar het bleek een voorbode van wat er nog zou komen. We waren niet de meest hechte vrienden, maar hij was wel zo iemand waarvan ik zeker was dat hij er altijd zou staan wanneer het nodig zou zijn. Dat zijn vrienden hé. We waren ongeveer dezelfde leeftijd, hij is veel te jong gestorven. Als je twee mensen dichtbij jou op zo’n korte periode kwijtraakt: dat tekent een mens. Zeker omdat het ook twee keer zeer onverwacht was, omdat ik geen afscheid heb kunnen nemen. Het is zwaar geweest, maar ik probeer nu positief te denken: zonder die ingrijpende gebeurtenissen zou ik deze plaat nooit gemaakt hebben. Als ik al een eigen plaat gemaakt zou hebben dan zou het een totaal andere geweest zijn.

Opvallend: Too Short A Lifetime, de single van een jaar geleden, staat niet op The Birds Return, de debuutplaat.

Van Biesen: Die single, dat was een verwerkingsproces. Deze plaat is dat niet meer. Het nummer hoorde niet meer thuis in het geheel van The Birds Return. Bert Huysentruyt, drummer van Gorki, is ook gestopt een tweetal weken voor we deze plaat gingen opnemen dus het Gorki-gegeven werd altijd minder en minder sterk. Biezen is geen doorslagje van Gorki. We zingen in het Engels en muzikaal zijn het twee totaal verschillende dingen, maar uiteraard zitten er nog verwijzingen in naar die moeilijke periode.

Zoals in het openingsnummer Hanging In waarin ik je hoor zingen “I’m in a tunnel/a dark tunnel.”

Van Biesen: Ja, bijvoorbeeld. Weet je, ik weet waar Luc over schreef. We hebben samen veel platen gemaakt. Ik weet dat hij soms dingen tegen de mensen zei en tegelijkertijd iets anders bedoelde. Pas nu hij er niet meer is, begint het tot de mensen door te dringen wat Luc echt wilde zeggen. Ik hoop dat het bij mij niet zo gaat zijn.

Merci

Ik zag onlangs een documentaire over Jeff Buckley. Eén van zijn bevriende muzikanten zei daarin “Ik mis het samen muziek maken. Maar ik mis nog veel meer de nachtelijke lange telefoongesprekken, het samen op café gaan en het lachen, het plezier maken. Het gevoel dat ik een echte vriend had.” Die uitspraak deed me aan jou en Luc denken.

Van Biesen: Wij hebben samen aan de telefoon nummers gemaakt, gewoon door onnozel te doen tegen elkaar. Zijn instrumenten staan nog bij mij in de studio. Hij kwam soms een uur vroeger dan wanneer de repetitie begon en dan keken we samen naar Slisse & Cesar op dvd. Natuurlijk mis ik hem nog. Elke dag. Mijn grootste troost is dat ik weet dat hij wat ik nu aan het doen ben fantastisch gevonden zou hebben.

Als je nog één keer met Luc rond de tafel zou kunnen zitten, wat zou je ‘m nog willen zeggen?

Van Biesen: (denkt lang na, wordt stil en pinkt een traan weg): Gewoon: “Doeme hé!” Gewoon dat. Wij hebben zoveel plezier gemaakt samen, nooit iets met tegenzin gedaan. Op het podium, in de camionette of repeteren: alles was altijd plezant. Dat urenlange lachen: dat mis ik. De woordspelletjes die we deden: dat mis ik. Onze stemmetjes veranderen en dat heel de dag aanhouden. Van die onnozeliteiten: die mis ik. Voor dat alles zou ik willen zeggen: merci. Merci.

Meer
Lees meer...