De Belgische politieke kaste lijkt, ook bij de systematische opmars van extreemlinks en -rechts, blind voor de enorme impact van Facebook op kiezers. Op dat platform spenderen PVDA en zeker Vlaams Belang een veelvoud van de klassieke partijen. Maar een oorlog tussen Twitter en de Amerikaanse president Trump, dreigt nu in het gezicht van Facebook, en ook extreme partijen, te ontploffen.
In het nieuws: Trump vaardigt een ‘executive order’ uit dat sociale media verantwoordelijk maakt voor wat ze publiceren.
De details: Een ruzie tussen Twitter en de president ontspoort, en heeft mogelijk grote gevolgen.
- Deze week dinsdag was er het historische precedent van Twitter. Het bedrijf plaatste bij een tweet van Donald Trump, die foute info over stemmen via brief verspreidde, onderaan een link naar de correcte info.
- Twitter-CEO Jack Dorsey kwam ook met duiding: “We zullen in de toekomst ook incorrecte of betwiste informatie over verkiezingen in vraag blijven stellen. En we zullen fouten die we maken toegeven.”
- Maar Trump reageerde woest: hij zou Twitter wel eens een lesje leren. Want volgens een stomende president, die sprak van censuur, heeft Twitter de Rubicon overgestoken: “Als Twitter aan factchecking begint te doen, dan stoppen ze de facto met een platform te zijn, en dan gelden er andere regels.”
- Vannacht kondigde hij z’n tegenzet aan, die misschien wel veel meer impact zal hebben dan hij zelf ooit gedacht had: via een ‘executive order’ wil hij de sociale media verantwoordelijk maken voor wat ze publiceren.
- Tot nog toe genoten bedrijven als Facebook, Google en Twitter van een vrijstelling van die verantwoordelijkheid, zoals omschreven in sectie 230 van de Communications Decency Act. Die beschouwt sociale media als gewone ‘distributeurs’ van content, niet als de producenten ervan, waar ‘uitgevers’ zoals bijvoorbeeld krantenuitgevers, tv-stations of nieuwssites dat wel zijn.
Wat dit betekent? ‘Platform or publisher‘, de essentiële vraag.
- De discussie of Facebook, Twitter en zelfs Instagram, de zogenaamde ‘platformen’, zelf verantwoordelijk zijn voor de content die erop verschijnt, sleept al jaren aan. De grote techbedrijven hebben tot nu toe met hand en tand gevochten om een ‘platform’ te zijn en te blijven.
- Dit tot grote woede van de ‘publishers’ van deze wereld: mediabedrijven en nieuwsredacties, die overal informatie, content, maken, waarop die platformen dan groot worden, en trafiek rond verzamelen. Terwijl de publishers vechten om hun contentproductie betaalbaar te houden, en steeds aanspreekbaar zijn over wat gepubliceerd wordt, stroomde bij Facebook en Twitter miljarden aan reclame-inkomsten binnen, en kon gelijk wat daar aandacht krijgen, ook fake news.
- Dat fake news, waar sommigen een miljoenenbusiness van gemaakt hebben, binnen het commerciële ecosysteem van Facebook zelf, krijgt al jaren quasi vrije baan bij Mark Zuckerberg.
- Steeds meer voelen de grote spelers zelf aan dat hun positie, “wij zijn niet verantwoordelijk”, moeilijker houdbaar is: op Facebook waren al live moorden en pakken grof geweld te zien, wat leidde tot scherp ingrijpen op dat vlak.
- Maar niet voor alle content, en zeker niet voor politieke artikels en video’s. Facebook laat gretig toe dat politieke partijen en lobbyorganisaties adverteren. Twitter heeft dat al een tijdje verboden. Maar met het besluit van Trump gaat er een revolutie komen voor de werking van Facebook en Twitter, met grote economische en juridische gevolgen.
De gevolgen: Een felle oorlog tussen Twitter en Facebook, waarbij die laatste stevig aan de kant van Trump gaat staan.
- Het is nog niet duidelijk in hoeverre het ‘executive order’ van Trump meteen praktisch afdwingbaar zal zijn, en of het juridisch wel standhoudt. Maar dat de impact van die beslissing zeer groot kan zijn, ook voor de president zelf, is nogal duidelijk.
- Trump z’n woedde over het ingrijpen van Twitter zou zo wel eens het meest in het gezicht van Facebook kunnen ontploffen: al jaren post Trump, ook als president, allerlei zaken op z’n eigen Facebookpagina, zonder dat Zuckerberg en zijn rechterhand Sheryl Sandberg ooit ingrepen.
- Integendeel, Zuckerberg, die onlangs nog lunchte met de president, zette zich de afgelopen 24 uur helemaal achter Trump, en viel Dorsey en Twitter frontaal aan. “Privébedrijven moeten gewoon niet in de positie komen dat ze moeten oordelen over wat waar is en wat niet“, zo stelde Zuckerberg op Fox News. Dat dit net een van de essentiële taken is van de mediasector, toch voor het grootste deel privébedrijven, daar ging Zuckerberg dan toch wel heel makkelijk aan voorbij.
- Mogelijk hoopte de grote Facebookbaas dat Trump zelf naar Fox aan het kijken was: hij hield een pleidooi om toch maar het ‘executive order’ van de president tegen te houden: “Ik denk dat een overheid die ervoor zou kiezen om platformen te censureren, net omdat ze bezorgd zijn over censuur op die platformen, niet bepaald de juiste reflex zou zijn”, zo stelde Zuckerberg. Maar Trump zette toch door, tot afgrijzen van heel Facebook, dat nu met de handen in het haar zit.
- Maar Dorsey schoot terug. “We gaan blijven wijzen op incorrecte of omstreden informatie over verkiezingen, wereldwijd. Dat maakt ons geen ‘arbiter of truth‘. Onze intentie is om foute verklaringen te weerleggen, en informatie te tonen, zodat mensen zelf kunnen oordelen”, zo stelde hij op Twitter.
De boeiendste vraag voor ons: Hoe zit het met de politieke rol van sociale media in België, en de consequenties van deze discussie?
- Dat Facebook, Twitter en in toenemende mate Instagram ook bij ons politiek een zeer relevante rol spelen, is een open deur intrappen. Alle politici zijn daarop actief, gebruiken het vaak als kanaal om hun reacties te geven, om hun boodschap te verspreiden, en het publiek te bespelen.
- Dat laatste gebeurt door betalende berichten te ‘pushen’ naar gebruikers op Facebook: die krijgen dan plots posts in hun tijdlijn die ze normaal gezien niet zouden zien. Overigens is Facebook, in vergelijkende studies met onder meer uitgaven op televisie, in kranten of op radio, veruit de goedkoopste methode om snel veel mensen te bereiken.
- De impact ervan op kiesresultaten is zeer moeilijk te meten. Maar wie zou denken dat ze niet relevant zijn, vergist zich schromelijk. Zo moest vriend en vijand bijvoorbeeld toegeven dat bij de recente interne voorzittersverkiezingen van Open Vld, Egbert Lachaert (Open Vld) met vlag en wimpel ‘won’ op sociale media: hij was veel meer aanwezig dan rivaal Bart Tommelein (Open Vld), en investeerde ook meer mensen en middelen in campagnes op Facebook. Het resultaat is gekend.
- In de meest recente lijstjes van populaire politici doken ‘nieuwe namen’ zoals Tom Van Grieken (Vlaams Belang), Peter Mertens (PVDA) en Conner Rousseau (sp.a) meteen de top vijf binnen. Is het toeval dat net dit trio bij de absolute top in Vlaanderen behoort van politici die op hun persoonlijke accounts hoge bedragen spenderen om mensen te bereiken?
- Van alle politieke partijen is Vlaams Belang veruit de grote kampioen van Facebook, met 557.800 likes op de pagina van de partij en met 464.000 likes op die van voorzitter Tom Van Grieken. Zij spenderen astronomische sommen, een substantieel deel van de Belang-partijdotatie (die royaal is voor alle partijen in dit land) wordt in het betalend systeem gestort, zeker in coronatijden, waarbij iedereen thuis naar een scherm zit te staren:
- Sinds maart vorig jaar gaf Vlaams Belang iets meer dan 1 miljoen euro uit op de partijpagina aan advertenties.
- Voor voorzitter Tom Van Grieken gaf de partij nog eens 421.000 euro uit in diezelfde periode.
- Zelfs een compleet onbekend Europees Parlementslid als Tom Vandendriessche (Vlaams Belang) gaf uit eigen middelen al bijna 100.000 euro uit in die periode.
- De andere partijen staan erbij als een koe die naar een trein kijkt, met uitzondering van de PVDA, die ook bereid blijkt honderdduizenden euro’s aan een kapitalistisch Amerikaans bedrijf te spenderen, om de extreemlinkse boodschap te verspreiden.
- Niet dat N-VA, sp.a, Groen, Open Vld en CD&V geen social media-teams hebben: iedere partij, iedere minister zelfs, heeft mensen die specifiek elke dag bezig zijn met wat ze kunnen posten en verspreiden op Facebook, Instagram en Twitter. Maar het grote verschil is dat ze niet bereid zijn hun buidel fors open te trekken en systematisch honderdduizenden euro’s in het systeem van Facebook te pompen.
- Voor een aantal Vlaamse partijen is het ook gewoon een kwestie van geld: zeker na de laatste verkiezingen zitten de meeste partijen in een krimpscenario: ze krijgen minder geld, want haalden minder stemmen. Ze hebben studiediensten, personeel, gebouwen: ze kunnen niet plots één miljoen euro in hun budget vrijmaken voor Facebook. Vlaams Belang deed dat wel onder Van Grieken, en zet er nu zelfs de turbo onder: zo vergroot de kloof op Facebook nog verder.
Waar het schoentje knelt: Het ‘nieuws’ of de content waar Vlaams Belang en PVDA mee adverteren, is niet altijd zo zuiver.
- Extreme partijen adverteren zo massaal, zelfs in die mate dat ze een eigen ‘account’ krijgen vanuit Facebook: iemand die ze rechtstreeks kunnen bellen bij vragen en problemen. Dat is uitzonderlijk voor een mastodont als Facebook, het onderstreept hoe graag Zuckerberg en co die uitgaven zien komen, Vlaams Belang of niet.
- Maar regelmatig is er bij die berichten van het Belang wel sprake van misinformatie: nieuws dat zodanig is gedraaid of ‘herwerkt’ dat het toch behoorlijk ver of helemaal naast de feiten is.
- Daarbij gebruikt men originele nieuwsbronnen, knipt men de titel of een passage, en wordt het ‘nieuws’. Een paar recente voorbeelden:
- Vicepremier Alexander De Croo (Open Vld), die zou stellen “dat we geen horecasector meer willen in dit land”, wat een wel bijzonder selectief citaat uit Trends was.
- Het ‘nieuws’ dat minister van Justitie Koen Geens (CD&V) 1.200 gedetineerden door de coronacrisis heeft vrijgelaten, cijfers uit Het Nieuwsblad, die in werkelijkheid veel lager waren.
- Het bericht uit De Tijd: “België voerde mondmaskers uit ondanks verbod”, waar alle context die er in de zakenkrant bij stond verdween.
- Los van de vraag of kranten en nieuwssites überhaupt toestemming hebben gegeven om hun logo en titels te laten gebruiken in betalende Facebookcampagnes, is er de potentiële schade voor die nieuwsmerken: hun ‘nieuws’ wordt in de gehaktmolen plots iets heel anders.
- Al jaren kondigt de politiek aan iets te willen doen. Op Europees niveau zijn er initiatieven tegen fake news, maar in praktijk gebeurt er nauwelijks iets: het frontale gevecht aangaan met Facebook over de vraag ‘publisher or platform‘, dat deed de Europese Commissie nooit tot nu toe. Maar nu Trump de deur wagenwijd openzet, worden in Brussel mogelijk toch ook mensen wakker.
- Zeker de Europese mediasector zal met enige gretigheid die discussie tegemoetzien: als Facebook en Twitter volwaardig ‘publisher’ moeten worden, gaat meteen parallel met fake news de hele discussie over hoeveel betaald moet worden voor originele content vanuit nieuwsredacties weer losbarsten. Nu maakt Facebook gratis gebruik van wat journalisten overal ter wereld publiceren en wat mensen in hun timeline posten.
- Ook hier gebeurt de discussie overigens niet in het ijle. In België kondigde de regering Michel in 2018 in de State of the Union, de regeerverklaring in het najaar, aan dat ze een initiatief zou nemen tegen fake news. Maar dat kwam er nooit, doordat het kabinet in het najaar viel over het Marrakech-pact. En in de crisistijd van corona is het niet bepaald een prioriteit, zo lijkt het.
Interessant om te volgen: Een onderzoekscommissie of een ad-hoccommissie?
- Opvallend: terwijl het Vlaams Parlement een ad-hoccommissie installeert om de aanpak in de coronacrisis te gaan onderzoeken, maar voorlopig geen onderzoekscommissie toelaat, is federaal een heel ander geluid te horen.
- En nog opvallender: het is Groen, dat met Vlaams fractieleider Björn Rzoska de voorzitter van die ad-hoccommissie levert, terwijl Groen-voorzitter Meyrem Almaci federaal net een fel pleidooi voor een heuse onderzoekscommissie kwam leveren.
- Opvallend, want die laatste commissie heeft veel meer macht om echte onderzoeksdaden te stellen. PVDA en Vlaams Belang, die in het Vlaams Parlement ook aandrongen op zo’n stevig instrument, kregen geen gehoor. De meerderheid daar, van N-VA, CD&V en Open Vld, zette z’n voet, en uiteindelijk sloten Groen en sp.a een compromis: het werd dus een ad-hoccommissie, maar wel met Rzoska als voorzitter.
- “Wat wij in het Vlaams Parlement wilden, was écht een onderzoek om vast te stellen was is fout gelopen, en om verantwoordelijkheden te constateren. Wij zijn a priori nog altijd voor zo’n onderzoekscommissie. Maar wij wilden ook een commissie over meerdere thema’s, het voorstel van PVDA was gewoon een te beperkt voorstel. En dat Rzoska voorzitter is, is net de garantie dat tot op het bot kan gegaan worden“, zo verklaarde Almaci voor de camera’s van Villa Politica.
- De politieke realiteit is uiteraard heel verschillend in de Kamer en in het Vlaams Parlement: in dat eerste halfrond is er geen meerderheid, en kan dus niemand een dergelijke initiatief van een onderzoekscommissie tegenhouden. Meerdere partijen, van cdH tot N-VA, hadden al gezegd zo’n commissie te willen.
- Maar op Vlaams niveau heeft de Vlaamse regering, met haar meerderheid, een stevige greep op het parlement. En hoewel ook binnen N-VA, Open Vld en zelfs CD&V en haar Vlaamse fractie er ook kritische stemmen zijn, die gerust een onderzoekscommissie wilden, ging de regering dwarsliggen.
- Verschillende bronnen wijzen erop dat viceminister-president Hilde Crevits bij CD&V haar veto stelde voor zo’n onderzoekscommissie. Haar collega-minister Wouter Beke (CD&V) is diegene die door zo’n instrument het meest in de problemen kan komen. Dat de commissie er niet komt, zelfs al was dat wat CD&V-voorzitter Joachim Coens expliciet gevraagd had, is veelzeggend. “De interne pikorde is zo wel nog eens aangetoond”, zo is in de wandelgangen van het Vlaams Parlement te horen.
- Bovendien start de ad-hoccommissie ook met een duidelijke boodschap: “Als er onderweg bezwarende elementen of te veel vragen zouden bovenkomen, dan kan de commissie zich meteen ook omvormen tot een heuse onderzoekscommissie“, zo stelde Rzoska bij de start meteen. Een aantal Parlementsleden uit de meerderheid lijkt nu al van plan daarin zeker een rol te willen gaan spelen.
Quasi onvermijdelijk: De vakbonden van het onderwijs zijn boos, en dreigen met acties, nu de scholen heropenen.
- Nu de lichten eindelijk op groen gaan om duizenden leerlingen weer naar de les te krijgen, reageren de vakbonden misnoegd. De socialistische bond ACOD stuurde zelf een bevraging naar haar leden. Die zouden zich in grote mate ‘actiebereid‘ tonen.
- Maar of het tot stakingen zal komen, is maar de vraag. Dat zou, na maanden van geen onderwijs, tenzij via computerschermen, meteen de vakbond lijnrecht tegen de ouders zetten.
- Hoe dan ook, het gaat er heet aan toe. Want ook de christelijke vakbond duwt erop dat haar leden “indien nodig een nieuwe risicoanalyse moeten eisen van de school”. “Elk personeelslid dat geconfronteerd wordt met een scholier in de klas die geen mondmasker draagt, heeft alle recht om niet aan de slag te gaan. Die zullen wij op alle mogelijke manieren steunen”, zo dreigt COC-baas Koen Van Kerkhoven in De Morgen.
- Harde taal dus, voor het eerst sinds de crisis. Want tot nu toe wist Ben Weyts (N-VA), minister van Onderwijs, zijn onderwijskoepels, maar ook de vakbonden, aan z’n kant te houden, met veel overleg. Dat maakte dat hij telkens niet alleen stond, elke keer vanuit de Vlaamse regering een versnelling werd gevraagd om het onderwijs te heropenen, in contrast met het zuiden van het land, waar de Franse Gemeenschapsregering veel trager reageerde, en bijvoorbeeld ook niet tot preteaching overging.
- Maar nu de striktere veiligheidsregels voor het onderwijs wegvallen, reageren de leerkrachten via hun vakbonden dus bezorgd en boos. Nochtans is alles in samenspraak verlopen met de expertengroep van de GEES en voorzitter Erika Vlieghe. Die hadden uitvoerig overleg met kinderartsen.
- Maar alle aanpassingen zijn moeilijk en het idee om plots opnieuw voor volle klassen te staan, gaat er blijkbaar psychologisch moeilijk in. Zo ontspoorde de discussie over mondmaskers in het middelbaar onderwijs wat. Eerst waren ze verplicht, dan na het Overlegcomité van woensdag waren ze ‘sterk aanbevolen’ en gisteren weer opnieuw verplicht, maar niet tijdens de speeltijd.
Interessante studie: Belgen zijn pessimistisch over de toekomst van het land, zeker Vlaams Belang- en PVDA-kiezers.
- Niet echt verwonderlijk, maar toch: de meeste Europeanen zijn positief over hun eigen toekomst, maar zien die van hun land negatief in. Die optimismeparadox zit bij alle sociale groepen, landen en leeftijden. Dat is de conclusie van een pan-Europese bevraging van de Bertelsmann Stiftung.
- Nog steeds 58 procent van de EU-burgers is optimistisch over zijn of haar toekomst. In Duitsland springt dat zelfs naar 65 procent die persoonlijk optimistisch is, terwijl maar 44 procent dat is over hun land. In Spanje zijn de cijfers gelijk. In België is maar 50 procent persoonlijk optimistisch: lager dan het Europese gemiddelde dus. Enkel Frankrijk (61 procent pessimistisch) en Italië (56 procent pessimistisch) doen slechter.
- De Belgen zijn best pessimistisch over de toekomst van hun land: 64 procent is negatief. In heel de EU is het gemiddelde 58 procent. Enkel opnieuw Italië (72 procent pessimistisch) en Frankrijk (69 procent pessimistisch) doen het nog slechter dan België.
- Het is opvallend dat die pessimistische kijk het meest voorkomt bij kiezers van extreemrechts in heel Europa. In Frankrijk zijn Front National-kiezers 82 procent pessimistisch. De Lega in Italië heeft 81 procent die pessimistisch is over de toekomst van het land. In België zijn 65 procent van de Vlaams Belang-kiezers pessimistisch over hun eigen toekomst en zelfs 78 procent over de toekomst van hun land.
- Bijzonder opvallende uitzondering: de PVDA/PTB in Wallonië. “Zij is de enige linkse partij in heel het onderzoek die zo massaal pessimisten aantrekt“, zo stelt het onderzoek. 84 procent heeft een negatieve inschatting over de eigen toekomst, en eenzelfde cijfer over de toekomst van België.
Een interessant idee: Moet 21 juli, de nationale feestdag, een “moment van nationale rouw en samenhorigheid” worden?
- België heeft toch wel bijzonder veel geleden onder de coronacrisis. Wie twijfelt aan de internationale vergelijkingen en de cijfers, moet misschien eens de Europese cijfers van oversterfte raadplegen: niet bepaald fraai voor dit land.
- Groen wil die doden niet zomaar geruisloos laten voorbijgaan. Partijvoorzitter Meyrem Almaci wil daarom op de nationale feestdag de overledenen van de coronacrisis laten herinneren. Hun namen zouden voorgelezen worden tijdens een plechtigheid. Eerder dan met vlaggen te zwaaien en militairen te laten marcheren, is het hét moment om nationaal te herdenken.
- Tegelijk wil Groen ook andere helden eren, in plaats van F-16’s en pantservoertuigen: “De helden die de samenleving draaiende hielden tijdens de crisis“. Werkers uit de zorg en de logistiek, maar ook “vuilnisophalers, postbodes of kassiers, en de veiligheidsdiensten”, zo zegt Groen aan Belga.
- “Nu de coronacurve naar beneden gaat en de samenleving stilaan heropstart, is het het moment om even stil te staan bij de mensen die hun leven verloren en de helden van deze crisis te bedanken. We stellen voor om op 21 juli een moment van nationale rouw en samenhorigheid te organiseren”, zegt Almaci.