Harvey Weinstein heeft beroep aangetekend tegen zijn veroordeling voor aanranding en verkrachting. De voormalige filmproducer voert aan dat de rechter talrijke fouten heeft gemaakt die hebben geleid tot een oneerlijk proces.

Weinstein (69) werd in februari wegens seksueel misbruik tot 23 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De jury achtte hem schuldig aan het onder dwang toedienen van orale seks bij zijn voormalige assistente, Mimi Haleyi, en verkrachting van ex-actrice Jessica Mann. Hij werd echter vrijgesproken van de zwaarste aanklacht, ‘roofzuchtige verkrachting’.

Onpartijdig jurylid?

Volgens de advocaten van Weinstein heeft de rechter verschillende fouten gemaakt die hebben geleid tot een oneerlijk proces. Een van hen, Barry Kamins, stelt dat de rechter jurylid 11 had moeten uitsluiten. Die laatste was volgens de verdediging niet onpartijdig omdat ze de auteur is van een roman over seksuele uitbuiting door “roofzuchtige oudere mannen”. 

De advocaten voerden ook aan dat Weinstein het recht op een eerlijk proces werd ontzegd omdat sommige experts over bepaalde zaken niet mochten getuigen, en dat Weinstein “een strenge en buitensporige straf” kreeg.

“Helaas voor de heer Weinstein heeft het vonnis van de rechtbank geen betrekking op de heer Weinstein, de man, en het gedrag waarvoor hij is veroordeeld, maar op de heer Weinstein, de mediaschurk”, zeggen de advocaten van Weinstein.

#MeToo-beweging

In oktober 2017 leidden de beschuldigingen van seksueel misbruik tegen Weinstein tot de wereldwijde #MeToo-beweging en klachten van tientallen vrouwen aan zijn adres. Hij werd in mei 2018 in New York gearresteerd op verdenking van verkrachtingen. 

Samen met zijn broer Bob Weinstein richtte Harvey in 1979 de filmmaatschappij Miramax op. In 1993 kocht de Walt Disney Company het bedrijf voor een geschatte 60 miljoen dollar, al bleven de broers medevoorzitters. Daarna regen ze de Oscars aan elkaar, met films als Pulp Fiction, The English Patient, Good Will Hunting, Shakespeare in Love en The King’s Speech.