Hoe een hotel symbool staat voor de teloorgang van Noord-Korea

Wie ooit de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang bezoekt, kan moeilijk naast het Ryugyong Hotel kijken. Met zijn 330 meter torent het piramidevormig hotel hoog uit boven de skyline van de stad. Toch schuilt er achter de glazen façade een duistere werkelijkheid.

Om de impact van het Ryugyong Hotel op de Aziatische staat te begrijpen, moeten we even terug naar de jaren zeventig. De Koude Oorlog is in volle ‘strijd’, het Koreaanse schiereiland wordt gedomineerd door twee wereldmachten: Zuid-Korea wordt gesteund door de Verenigde Staten en Noord-Korea kan de Sovjet-Unie tot zijn belangrijkste sponsor rekenen.

Machtsstrijd

Het einde van de Tweede Wereldoorlog luidde meteen de start in van een nieuw conflict: de grote wereldblokken beconcurreerden elkaar op zowat elk concurrent. In Azië is de Vietnamoorlog daar het beste voorbeeld van, maar ook de Koreaanse Oorlog kan niet onderdoen. Het noordelijke deel van het Koreaanse schiereiland was bezet door de Sovjets, terwijl de VS het zuiden regeerde. Als scheidingslijn werd de 38e breedtegraad genomen (dezelfde strategie als in Vietnam, waar de 17e breedtegraad fungeerde als grens). Beide machtsblokken stichtten in Korea hun vazalstaten: Noord-Korea werd de communistische staat, terwijl Zuid-Korea trouw was aan het westen.

Na de Koreaanse Oorlog bleven beide Korea’s vrij gelijk in stijl: beiden waren dictaturen, gesponsord door een grote wereldmacht. Ook de economieën liepen redelijk gelijk, tot de jaren tachtig. De Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel werd gekozen als organisator van de Olympische Spelen in 1988, tot groot ongenoegen van de Noord-Koreaanse leider Kim Il-sung. Toen een Zuid-Koreaans bedrijf, Ssanyong Group, wereldwijde lof kreeg voor de bouw van het hoogste hotel ter wereld in Singapore, was de maat vol voor Kim Il-sung. Noord-Korea moest en zou, koste wat kost, even goed doen als haar zuiderbuur.

Overklassen

Hierop besloot de leider dan maar zelf Olympische Spelen te organiseren. Alle deelnemers zouden verblijven in het hoogste hotel ter wereld, het Ryugyong. Zoals dat gaat in een dictatuur, gaan zo’n plannen ook effectief door: in 1987 werden de eerste stenen gelegd van wat het olympisch hotel moest worden tegen 1989. Het hotel zou 105 verdiepingen tellen met meer dan 3.000 kamers; 8 verdiepingen bovenin het hotel konden zelfs ronddraaien. Hier zouden de restaurants worden gebouwd. Het gebied rond het hotel zou een “mixed zone” worden: gokken, drinken, roken… zou allemaal toegestaan worden. Allemaal om westerse investeerders te lokken.

Een lichtshow met de Noord-Koreaanse vlag op de top van het Ryugyong Hotel – Getty Images

De zomer van 1989 was prachtig voor Noord-Korea: de hele wereld streek neer in Pyongyang voor de niet-Olympische spelen (officieel het Wereldfestival voor jeugd en studenten). Of ja, prachtig… alvast voor Kim Il-sung. Noord-Korea spendeerde één vierde van de begroting aan het festival, zo’n 4,5 miljard dollar. Stadions, hotels, zelfs speciaal geïmporteerde Mercedes-wagens om bezoekers in rond te voeren… het geld werd door deuren en ramen gegooid. Echter, de kers op de taart ontbrak. Westerse bezoekers zagen boven al die pracht en praal een half-afgewerkte piramide staan. Het Ryugyong Hotel raakte niet op tijd klaar voor het festival. Nieuwe deadline: 1992, de 80e verjaardag van de Supreme Leader.

Afgrond

Alle kosten voor het festival bleken de doodsteek voor de dictatuur. Toen ook de sponsoring van de Sovjet-Unie stokte na de uiteenval van dat land, zakte Noord-Korea nog dieper in een crisis. Daardoor werd het Ryugyong in 1992 niet voltooid, waarna beslist werd de werken te stoppen: Noord-Korea had geen geld meer. De kers op de taart kwam enkele jaren later, met wat achteraf bekend stond als de Noord-Koreaanse hongersnood.

In de vijf jaar durende hongersnood, tussen 1994 en 1999, stierven naar schatting één tot drie miljoen Noord-Koreanen. De oorzaak? Enerzijds de juche-ideologie van Kim Il-sung, de wil om zelfbedruipend te zijn, vooral op het vlak van voedsel. Anderzijds viel de schuld grotendeels op Kim Jong-il, de nieuwe (incompetente) leider van het land na de dood van zijn vader in 1994. Hij hanteerde doorheen de voedselcrisis de army-first policy: het leger kreeg voorrang op voedsel- en energievoorraden, de rest van de bevolking mocht gewoon creperen. Het leger tevreden houden om geen militaire coup te veroorzaken, lijkt nog een aanvaardbare strategie. Exclusief voedsel invliegen voor het buffet van de grote leider zelf, dat was iets minder aanvaardbaar. Een volledige Noord-Koreaanse generatie groeide op met fysieke en mentale problemen, ten gevolge van de voedselcrisis.

Toekomst

Het Ryugyong was uiteraard niet de absolute oorzaak van heel deze crisis, maar staat er wel symbool voor. Symbool voor het regime, dat zoveel geld uitgaf aan schijn naar de buitenwereld toe, dat het de eigenlijke, echte problemen niet wou inzien.

In 2008 werd aangekondigd dat de Egyptische ondernemer Orascom het hotel zou afwerken. De betonnen schelp werd bedekt met glas en men begon aan het interieur. Het leek alsof Kim Jong-il het afgewerkte hotel zag als een teken, dat de crisis over was en Noord-Korea weer het land van weleer zou worden. Sinds de dood van Kim Jong-il, en de machtsovername door diens zoon Kim Jong-un, ligt de bouwwerf er weer verlaten bij. Sindsdien is het Ryugyonghotel pas echt een symbool geworden voor Noord-Korea.

Schone schijn aan de buitenkant, maar een rudimentair, half-afgewerkt en kil interieur. Of hoe een cadeautje van je grootvader toch nog enige symbolische waarde krijgt. Voor Kim Jong-un lijkt het nog geen verloren cadeau: sinds de bouwwerken heropgestart werden, werd aan de buitenkant ook een groot LED-scherm gehangen, om propaganda voor het regime te tonen. Het lijkt er dus op dat het hotel nog niet helemaal afgeschreven is.

Meer
Lees meer...