“Je kan niet winnen”: Antwerpse cartooniste vertelt over haar aanranding die een ijzersterke comic werd

Een doodgewone dag op een Brusselse boulevard: de 27-jarige artieste Hanne Dewachter komt terug van een job-interview als een voorbijganger haar borst vastgrijpt. Dewachter is kwaad, héél kwaad: er is absoluut niks dat ze aan de situatie kan veranderen. De machteloosheid die ze voelt, wordt een comic, een machtige aanklacht tegen wat helaas een herkenbaar fenomeen is. 

Het is al úren aan het stortregenen wanneer we Hanne Dewachter ontmoeten in een cafeetje in het Gentse. Ze tekent voor een Gents productiehuis, de droom voor iemand met een bachelor in de animatiekunst. Appelblauwzeegroen en zwart haar, een fijn brilletje: zo ziet ze eruit. Ze is warm, scherpzinnig en vooral hilarisch: ondanks wat haar overkwam in Brussel lachen we bijna anderhalf uur aan een stuk. Van trauma is niet veel te merken, maar Dewachter is wel kwaad.

Normaal tekent ze elke week een comic over haar dagelijkse leven: Dork Toes. Zwart-wittekeningen die superherkenbaar zijn voor wie jong is en op zoek naar dé job. ’t Is dus niet dat de strip die tot dit interview leidt, typisch is voor Dewachters werk. Maar dat net zij besluit om haar eigen aanranding te verstrippen, lijkt ons geen toeval.

“Eigenlijk heb ik heel droog proberen weergeven wat er gebeurd is”, zegt ze aan newsmonkey. “De eerste versie van de strip was veel emotioneler, dat heb ik er wat uitgehaald omdat er wat afstand nodig was tussen mij en de strip. Maar wat je ziet is precies wat er gebeurd is.”

“Ik zag hem wel komen”

Wat er gebeurd is, da’s vaag taalgebruik voor wat véél vrouwen al hebben meegemaakt: op een doodgewone woensdagavond loopt Dewachter op de Simon Bolivarlaan in Brussel, na een interview. “Ik zag hem wel komen, maar ik had geen schrik, daar had ik ook geen reden voor. Ik was op mijn Gameboy aan het spelen, trouwens een veelgebruikte techniek om ‘bezig’ te lijken, en toen voelde ik plots een hand op mijn rechterborst.”

Nog voor ze goed en wel beseft wat er gebeurt, is de hand weg en de man een paar meter verder. Schrik heeft Dewachter niet, maar wel een groot what the fuck-gevoel. “De eerste seconde was ik in shock. Je registreert dat niet, je denkt gewoon ‘Huh?’, maar daarna was ik kwaad. Ik wou iets doen. Da’s voor mij het belangrijkste in de strip, dat je ziet wat ik wou doen op dat moment, maar niet gedaan heb.”

“Moet je nog iets hebben van de winkel?”

Wat Dewachter wél doet is de man eens flink haar middelvinger geven. Veel is het niet, maar zijn reactie is typerend. “Die vent geeft mij doodleuk een thumbs-up, en daar word ik nog kwader van. Want voor hem zijn er géén consequenties, die zijn allemaal voor mij.” Nadien loopt ze door naar het station van Brussel-Noord en daar dringt pas echt door wat er gebeurd is.

Als Hanne ons het berichtje toont dat ze naar haar vriend stuurt, krijgen we even de rillingen. Dat ze aangerand is, dat ze onderweg is naar huis en of hij nog iets nodig heeft uit de winkel.

“Veel vrouwen wuiven een beetje weg wat er hen overkomen is. Er zijn er zelfs genoeg die niet meer weten dat ze ooit zijn aangerand. Omdat het allemaal niet zo erg is, of omdat ze niet willen overkomen alsof ze overdrijven,” zegt Dewachter. “Maar dat wil niet zeggen dat het niet effectief gebeurd is.” Ze vraagt zich vooral af wie er tot zo iets in staat is. Want ook haar mannelijke vrienden reageren vol onbegrip.

Dork Toes

Je kan niet winnen

“Er zijn twee soorten reacties”, zegt ze daarover. “Enerzijds heb je vrouwen, die hebben het allemaal al eens meegemaakt, of toch de meerderheid en dan de mannen. Zij begrijpen ook niet wie dat soort dingen doet.”

In haar omgeving is iedereen begripvol, zegt Dewachter. “Mijn vriend heeft mij ook meteen gebeld, en toen heb ik uiteindelijk de trein terug naar Antwerpen genomen. Ik had m’n trein net gemist dus moest nog even wachten, niet het ideale moment.”

“Maar wat me vooral frustreerde, en da’s ook duidelijk in de strip, is dat ik absoluut niets kon doen. En ik wou nochtans, je ziet dat denkproces. Ik wou me kwaadmaken, ik wou ‘m slaan, maar da’s geen goed idee. Op dat moment kan je niet winnen, want ik sta alleen op straat, naast iemand die een kop en een half groter is dan mij. Hij is veel sterker, maar het kan ook zomaar dat het plots mijn schuld wordt.”

Dork Toes

“Je bent toch niet verkracht”

Da’s meteen de enige keer dat ik hoor dat Hanne zich opjaagt. Verder is ze rustig, extreem rustig, en kan ze het voorval eigenlijk al met veel gevoel voor humor bekijken. Maar ze is de eerste om te waarschuwen dat zo’n dingen wel vaak gebanaliseerd worden. “Je bent toch niet verkracht,” zeggen sommige mensen, maar dat kan toch de maatstaf niet zijn?”

Maar voor Hanne’s aanrander zijn er, net zoals voor tientallen (honderden?) vrouwen elke dag, geen gevolgen. “Ik wou dat er consequenties waren,” zegt ze daarover. “Want ik moet hier alle dagen verder mee en hij wandelt letterlijk gewoon weg. Hij haalt er zelfs nog een kick uit als ik m’n middenvinger opsteek.”

Naar de politie gaan is geen optie. “Geen bewijs, geen mensen op straat, dat heeft geen zin. Ik zou ‘m wel nog zó kunnen tekenen,” gniffelt ze. “Maar dat heeft dus geen zin. Ik wou wel dat m’n telefoon geladen was geweest. Dan had ik zelf een foto kunnen maken, of een filmpje. Dat had misschien wél geholpen.”

Geen hysterische vrouw

En dus tekent Hanne. Want dat kán ze, ze tekent professioneel bij een animatiestudio in Gent en was ook in Brussel op weg terug van een sollicitatiegesprek. En ze tekent dus Dork Toes, normaal een wekelijks platform voor wat Hanne overkomt, die dag ook de plek waar ze haar woede kwijt kan. Op de trein naar Antwerpen, waar ze woont, komt de eerste versie van de comic uit haar vingers. Die poetst ze later op. “Om afstand te creëren. Eigenlijk opnieuw om het een beetje minder erg te laten lijken. Want dat doe je al snel, om niet als hysterische vrouw gezien te worden. Maar vooral omdat de boodschap universeel is.”

Tijdens het hele gesprek valt op dat Dewachter niet het type is om nu meteen alle mannen aan het kruis te nagelen. Integendeel, in een eerdere strip over rape culture, ‘rape culture badges’ maakte ze al haar personages expliciet genderneutraal. “Ook mannen worden aangerand”, zegt ze, “daar ben ik me heel erg van bewust. Ik denk ook niet dat die man mij specifiek haat of zo, helemaal niet. Maar de kans was er en die heeft hij gegrepen. En zolang er geen gevolgen zijn, zal dat blijven gebeuren.”

Voor haar heeft het eigenlijk weinig veranderd, zegt ze zelf. “Hoewel, ik heb nu wel een zakmes in m’n broek zitten.” Ze toont het mij. Je kan er zo eentje in elke winkel kopen. “Eigenlijk belachelijk, want ik zou niet weten wat ik er mee moet doen. Maar dat is zowat het enige.” Of het daarmee afgerond is, weet ik niet. Maar Dewachter heeft net een tweede boek uit en doet dit jaar nog Facts aan. Drukke tijden voor de boeg, en ze heeft er duidelijk zin in.

Bekijk de Dork Toes (en een hele reeks andere hilarische strips) in z’n geheel hier.