Tijdens zijn eerste buitenlandse bezoek als bondskanselier heeft Friedrich Merz meteen een duidelijk signaal gegeven: Europa moet meer investeren in defensie. In Parijs benadrukte hij samen met de Franse president Emmanuel Macron het belang van nauwere samenwerking en strategische autonomie voor de EU, zeker in het licht van de oorlog in Oekraïne en de veranderende geopolitieke verhoudingen.
De kersverse Duitse bondskanselier Friedrich Merz bracht zijn eerste buitenlandse bezoek aan de Franse hoofdstad Parijs. Daar ontmoette hij president Emmanuel Macron. De symboliek van die ontmoeting is niet te missen: Duitsland en Frankrijk willen hun leidende rol binnen Europa opnieuw onderstrepen.
Merz benadrukte bij de gelegenheid het belang van verhoogde defensie-uitgaven door álle EU-lidstaten. Volgens hem is dat noodzakelijk om de huidige militaire capaciteitstekorten binnen het blok aan te pakken én om de steun aan Oekraïne op lange termijn vol te houden.
Strategische autonomie als gemeenschappelijk doel
Zowel Merz als Macron spraken zich uit voor een versterkte Europese samenwerking op defensievlak. Ze willen samen werk maken van een meer autonome en veerkrachtige Europese Unie, die beter bestand is tegen wereldwijde crisissen.
De Frans-Duitse as wordt daarbij opnieuw naar voren geschoven als de motor van verdere integratie en samenwerking binnen Europa. Door zich gezamenlijk te positioneren, hopen beide landen ook andere EU-lidstaten mee te trekken in hun visie op defensie en veiligheid.
Volgende stop: Polen
Na Frankrijk reist Merz binnenkort door naar Polen. Ook dat bezoek past binnen de bredere strategie van Duitsland om de banden met Europese partners aan te halen. De nieuwe bondskanselier lijkt zo een duidelijke koers te willen varen: Duitsland moet een actieve rol spelen in het versterken van allianties, zowel binnen als buiten de EU.