De oorspronkelijke incarnaties van twee beroemde animatiefiguren – Mickey en Minnie Mouse -, gecreëerd door Walt Disney in de film “Steamboat Willie”, worden op 1 januari in de VS vrijgegeven in het publieke domein, ruim 95 jaar na hun eerste verschijning.

Waarom is dit belangrijk?

• Deze gebeurtenis is van belang omdat het de deur opent voor allerlei nieuwe interpretaties en creaties met deze personages. Toen Winnie de Pooh vorig jaar uit de auteursrechten viel, werd het personage geïntroduceerd in een horrorfilm.

Zoom in. Vanaf 1 januari mag iedereen naar eigen goeddunken Mickey en Minnie Mouse in nieuwe werken te gebruiken, zolang ze gebaseerd zijn op de “Steamboat Willie”-versies en niet de latere animatie-evoluties.

• Interessant om weten is dat deze figuren oorspronkelijk in 2004 publiek domein zouden worden. Maar het Amerikaanse Congres kwam tussen en stond een verlenging van 20 jaar toe.
• Het enige copyright dat verloopt, is op de originele, acht minuten durende korte “Steamboat Willie“.
  • Mickey sprak niet, had effen zwarte ogen zonder pupillen en had geen handschoenen aan zijn handen.
  • Bestaande auteursrechten beschermen nog steeds alle latere versies van Mickey en Minnie. Inclusief de meer bekende, vocale en gekleurde Mickey die de meeste mensen vandaag de dag kennen.

Wat niet mag

• Wat niet mag: consumenten in verwarring brengen door hen te laten denken dat jouw creatie is geproduceerd door Disney.
  • Toen het originele boek van Winnie de Pooh in het publiek domein kwam, werd de figuur in een horrorfilm gebruikt. Deze productie is gebaseerd op het boek en niet op Disneys bewerking van het boek.
  • Het ligt voor de hand dat Disney geen live-actionhorrorfilm zou produceren met een van zijn populairdere kinderpersonages.

Zoom out. Op 1 januari 2024 worden naast deze animatiefiguren ook andere werken publiek domein.

• Lady Chatterley’s Lover van D.H Lawrence.
• The Circus geregisseerd door Charlie Chaplin.
• Een volledige lijst, opgesteld door Jennifer Jenkins, directeur van het Duke Center for the Study of the Public Domain, staat hier.