Miles Davis, het is een naam die bij velen van ons hooguit een belletje doet rinkelen omdat we weten dat hij een jazzmuzikant was. Met een beetje geluk kunnen we er nog bij vermelden dat hij de artiest is die Kind Of Blue maakte, de meest invloedrijke jazzplaat aller tijden. Die Miles Davis is vandaag 25 jaar geleden overleden en dit jaar is er een bijzondere film over deze bijzondere man gemaakt, die jammerlijk genoeg maar erg vluchtig in onze zalen te zien was. We halen Miles Ahead (de titel van de film) graag even vanonder het stof en hopen dat er prikkels genoeg zijn in onderstaand artikel om eens collectief in de man zijn rijke oeuvre te duiken.
Miles Davis heeft vele bijnamen die veelzeggend zijn. De mooiste daarvan is The Picasso of Jazz, verwijzend naar zijn vele verschillende muzikale periodes. Hij speelde eerst bebop (hele snelle jazz, aan sprinttempo), ging over naar de cooljazz (veel trager, met ruimte tussen de noten). Het was dan ook Miles Davis die ooit zei: “Het gaat niet om wat er geschreven staat, maar om wat er niet geschreven staat.”
Aan het eind van de jaren zestig ‘ging’ Davis elektrisch met een elektrische piano, elektrische bas en een elektrische gitaar. De ‘groove’ werd belangrijk. Nadat Davis op het Isle of Wight Festival Machine Gun van Jimi Hendrix hoorde wilde Davis direct een band met hem beginnen. “It’s that goddamned motherfucking ‘Machine Gun.'” antwoordde Miles op een vraag wat hij vond van de muziek van Hendrix, maar door het overlijden van Hendrix kwam een samenwerking er nooit.
Miles Ahead zoomt in op een periode van vijf jaar in het leven van Miles Davis waarin hij geen muziek heeft uitgebracht en die misschien wel de interessantste periode uit zijn leven was, want wanneer zwijgt een artiest die al zoveel te zeggen heeft gehad? Wanneer hij berooft is van zijn expressie.
Totale verrassing
Het idee voor een film over Miles Davis gaat al lang mee, al vanaf wanneer Don Cheadle – regisseur, producent en hoofdrolspeler van Miles Ahead – auditie ging doen voor Ali, een film over Muhammed Ali die in 2001 het levenslicht zag en waarin uiteindelijk Will Smith de hoofdrol speelde. Schrijver Chris Wilkenson suggereerde daar dat een film over Davis een goed idee zou zijn én dat hij diens familie kende. Het duurde uiteindelijk tot 2006, toen Miles Davis werd bijgezet in de Rock And Roll Hall Of Fame, toen het idee weer vanonder het stof werd gehaald. Daar zei zijn neef immers voor de microfoon en camera dat Cheadle de enige persoon was die hij Miles zag vertolken én dat er een film zou komen over Miles Davis met Don Cheadle in de hoofdrol, een plan dat rond die tijd ook voor Cheadle zelf als een totale verrassing kwam.
Cheadle ging er helemaal voor, want als hij een film over Miles Davis zou maken, dan zou hij ook trompet leren spelen en dat was dus wat hij deed. Als je hem ziet soleren in de film, dan spéélt hij ook echt.
Rusteloze ziel
In het begin van Miles Ahead zien we Don Cheadle in een schitterende vertolking als Davis naar de radio bellen nadat die So What uit Kind Of Blue gespeeld hebben. Hij belt, zegt dat hij de bal heeft misgeslagen met die plaat, die door zowat iedereen op handen wordt gedragen. Ook dat was Davis: een rusteloze ziel. Zijn eigen grootste criticus en altijd op zoek naar iets nieuw. Davis zelf was Kind Of Blue dan ook al na zes maanden kotsbeu.
Hij voelde een compulsieve drang tot vernieuwing, wilde alleen maar vooruit en wilde nooit herhalen wat hij al kende. In totaal heeft hij zo’n 100 platen gemaakt, waarvan het merendeel live platen zijn, maar ook die staan op zichzelf. Hij speelde de nummers van op de studioplaten immers in radicaal andere versies of speelde nieuwe composities, voor het eerst op het podium. Het is iets dat hij leerde bij “Bird and Diz” zoals hij ze in Miles Ahead noemt, oftewel Charlie Parker en Dizzy Gillespie, in wiens band hij nog speelde:: ze improviseerden op het podium, wat Davis deed zeggen: “Ik wilde elke avond stoppen.”
Van Charlie Parker leerde hij naast hoe het moest ook hoe het niet moest. Hij leerde van Parker ook drugs snuiven en hield daar stevige heroïneverslavingen aan over die hem nagenoeg onderuit haalden en hem zijn typerende manke loopje opleverden.
Biopic meets gangstermovie
Eind 1975 trok Davis zich terug uit de muziek en wilde hij geen trompet meer spelen. Gevraagd naar waarom Davis de trompet aan de kant legde antwoordde hij “Ik had gewoon niks te zeggen”, maar Don Cheadle maakte er een complexer verhaal van: “Ik wilde geen geboorte-tot-graf-film maken. Als ik een film over Miles Davis zou maken, dan moest die creatief zijn. Ik wil met mijn medium doen met hij met het zijne deed.” En net als Miles zelf, wilde Cheadle steeds vooruit gaan. Dus werd Miles Ahead een raar, maar interessant beestje, een soort van mix tussen een biopic en een gangsterfilm over Miles Davis.
Miles Ahead draait uiteindelijk om een geheimzinnige tape die uit het huis van Miles Davis gestolen wordt door de platenmaatschappij Columbia Records en waar Miles achteraan gaat omdat hij niet wil dat de muziek wordt uitgebracht. Of zoals hij zelf in het begin van de film zegt: “Ik heb me in die vijf jaar met veel shit bezig gehouden die weinig met muziek te maken had.”
We zien hem in fragmentarische flashbacks afglijden en fouten maken – Miles Ahead is geen liefdesbrief aan een genie – maar evengoed zien we meesterlijke stukken jazzmuziek en dat maakt Miles Ahead een must voor iedere muziekliefhebber én een uitgelezen gelegenheid om in het oeuvre van Miles Davis te duiken dat heel wat rijker is dan Kind Of Blue alleen.
“Alsof je in een compositie van Miles rondloopt”
Nog een laatste keer regisseur Don Cheadle over zijn film: “Deze film is niet bedoeld om elke vraag over Miles Davis te beantwoorden. Deze film is bedoeld als ervaring, alsof je in een compositie van Miles rondloopt.” Kortom: Miles Ahead is er om te prikkelen, om nieuwsgierig te maken naar het rijke (muzikale) leven van Miles Davis. En dat is al een mooi begin.
Miles Ahead is als digital download op iTunes verkrijgbaar vanaf 5 oktober. Dvd en Blu-ray volgen op 2 november.