Een nieuwe stam van COVID-19, officieel XFG maar beter bekend als ‘Stratus’, verspreidt zich snel. De variant werd in januari voor het eerst ontdekt in Zuidoost-Azië, maar duikt nu steeds vaker op in de Verenigde Staten. Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) was Stratus eind juni al verantwoordelijk voor 14 procent van alle COVID-19-gevallen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft Stratus toegevoegd aan haar officiële watchlist, maar ziet het risico voor de volksgezondheid op wereldschaal voorlopig als “laag”. Belangrijk daarbij is dat bestaande COVID-19-vaccins volgens de WHO effectief zouden blijven tegen zowel milde als ernstige ziekte veroorzaakt door deze variant.
Afkomst en kenmerken
Stratus is een recombinatie van twee eerdere COVID-19-varianten: F.7 en LP.8.1.2. Die laatste is momenteel de op één na meest voorkomende stam in de VS. Hoewel Stratus bepaalde mutaties heeft die het mogelijk maken om de immuunreactie beter te omzeilen, lijkt het minder besmettelijk dan de huidige dominante varianten.
De tot nu toe beschikbare gegevens wijzen er niet op dat Stratus ernstigere ziekte veroorzaakt of andere symptomen oplevert dan eerdere Omicron-varianten.
Symptomen lijken op eerdere varianten
De klachten die met Stratus worden geassocieerd, zijn vergelijkbaar met die van andere COVID-19-varianten. Het gaat onder meer om:
- koorts en koude rillingen
- hoest en kortademigheid
- keelpijn, verstopte of lopende neus
- verlies van smaak of reuk
- vermoeidheid en spierpijn
- hoofdpijn
- misselijkheid, braken en diarree
Artsen benadrukken dat het belangrijk blijft om alert te zijn op deze symptomen, vooral bij risicogroepen.
