Een grootschalige Russische aanval op de Oekraïense energie-infrastructuur heeft geleid tot een verlaging van de elektriciteitsproductie in meerdere kerncentrales. De impact op het elektriciteitsnet dwingt Oekraïne tot drastische maatregelen.

Op 28 november werden Oekraïnes energievoorzieningen opnieuw zwaar getroffen door een Russische aanval met meer dan 180 drones en raketten. Dit offensief richtte zich op belangrijke energiefaciliteiten en veroorzaakte stroomuitval in meerdere regio’s. Minister van Energie Herman Halushchenko omschreef de aanval als een “enorme klap” voor het elektriciteitsnet. Als gevolg hiervan moesten kerncentrales hun productie verlagen om de stabiliteit van het netwerk te waarborgen.

De kerncentrales in Khmelnytskyi, Rivne en Zuid-Oekraïne werden het zwaarst getroffen. Hoewel de reactoren zelf geen schade opliepen, moesten noodmaatregelen worden getroffen om verdere risico’s te vermijden.

Reactoren draaien op lager niveau

Alle negen operationele reactoren in Oekraïne verlaagden hun productieniveau. In Rivne werd één reactor volledig losgekoppeld van het netwerk, terwijl de kerncentrale in Khmelnytskyi de verbinding met twee elektriciteitslijnen verloor. Desondanks blijven de kerncentrales externe elektriciteit ontvangen, een essentiële factor om veilige operaties te garanderen.

De reductie in productieniveaus is de tweede in minder dan twee weken. Op 17 november werd een vergelijkbare maatregel genomen na nachtelijke aanvallen.

Internationale bezorgdheid over nucleaire veiligheid

De situatie baart ook internationaal zorgen. Rafael Mariano Grossi, hoofd van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), benadrukte de kwetsbaarheid van Oekraïne’s energie-infrastructuur en de potentiële gevolgen voor nucleaire veiligheid. Op de dag van de aanval moesten twee IAEA-teams, die inspecties uitvoerden in Oekraïense kerncentrales, schuilen vanwege luchtalarmsirenes. Dit illustreert de precaire omstandigheden waaronder kernenergie in Oekraïne wordt beheerd.