De Olympische Spelen zijn volop aan de gang. Ook ons land hoopt de komende dagen nog op enkele medailles, al begint de tijd te dringen. Wie de voorbije dagen, net zoals wij, de hele dag door sport heeft gekeken, heeft waarschijnlijk ook de stok al gezien waarmee elke wedstrijd start.
Een openingsceremonie en een eindceremonie, die zijn we gewoon. Maar tijdens de Olympische Spelen in Parijs krijgt elke wedstrijd ook zijn eigen miniceremonie. Die vindt plaats net voor de wedstrijden en wordt door een bekende persoon tot een goed einde gebracht. Maar waar komt de traditie vandaan?
Tikken op de grond
Voor elke officiële wedstrijd wordt er een sportlegende of een bekend gezicht uitgenodigd om met een houten object, meestal een stok, op de grond te tikken. Op die manier is de olympische wedstrijd symbolisch geopend.De miniceremonie heet in het Frans les trois coups. In het Nederlands wil dat zoveel zeggen als ‘de drie kloppen’.
Het is de eerste keer dat deze ceremonie op de Olympische Spelen wordt gebruikt, maar in Frankrijk is het een eeuwenoud gebruik op Franse podia. De bedoeling van de ceremonie is het verbinden van het publiek met de performers, in dit geval de sporters. Maar met het gebruik willen de Spelen ook aantonen dat elke wedstrijd uniek is en respect verdient.