Als je wekker om 7.00 staat en je wordt wakker met de tonen van Leonard Cohen op Studio Brussel, dan weet je: dit is het geluid van onheil. Cohen, de Canadese dichter en toondichter, stierf vannacht op 82-jarige leeftijd, exact 21 dagen nadat zijn muzikaal testament ‘You Want It Darker’ op de wereld was losgelaten.
We zijn ook zo stilaan blij dat 2016 op zijn laatste benen loopt, want het track record is niet mooi. Op alle vlakken, maar toch ook op het muzikale front. De iconen vielen bij bosjes, te beginnen met Bowie in januari, Prince in april en Cohen nu, in november. Twee ervan lieten een muzikaal testament na, bij één ervan kwam het als een verrassing. ‘Blackstar’ werd na de voor de buitenwereld onverwachte dood van Bowie met andere oren beluisterd. Op ‘You Want It Darker’ was het duidelijk dat Cohen afscheid aan het nemen was.
Leaving The Table
Meest frappant in dat opzicht is Leaving The Table waarin hij eindigt met de zinnetjes “I’m leaving the table/I’m out of the game.” Of zoals hij het zelf nog zei in een interview dat op 17 oktober gepubliceerd werd in The New Yorker: “I’m ready to die”, een uitspraak die hij nadien wel zelf terugbracht tot “overdreven” en met zijn zelfde gevoel voor humor voegde hij eraan toe: “I’ve always been into self-dramatization.” Hij zou eeuwig leven, voegde hij er nog aan toe.
Het is nu niet het moment om zijn grootste hits aan te halen. Zijn oeuvre is mooi en indrukwekkend en indrukwekkend mooi. Duik gewoon in het oeuvre en ontdek. Wat we hier willen doen is, met het hart, een antwoord proberen geven op de vraag waarom Leonard Cohen zo’n grote was. En die “was” schrijven doet al pijn.
82 en nog steeds relevant
Veertien platen en het zijn allemaal in meerdere of mindere mate pareltjes. Een paar platen zouden een ander arrangement kunnen gebruiken, want Cohen probeerde lang bij de tijd te blijven door het gebruik van synths en drummachines. Het stond ‘m niet. Het was pas toen hij weer gewoon zichzelf werd – zo rond Old Ideas (2012) dat hij weer op volle kracht meespeelde.
Zijn laatste was ongetwijfeld één van zijn beste en meest naar de keel grijpende. We zijn dan ook blij dat de plaat vanuit het niets naar één ging in de Album Charts in Vlaanderen, maar ook in Nederland, Oostenrijk, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Ierland, Nieuw-Zeeland en thuisland Canada de eerste plaats haalde. Het bewijs dat iemand die 82 is en al 50 jaar dezelfde soort muziek maakt toch nog muzikaal en commercieel relevant kan zijn.
“Just a kid with a crazy dream”
De lifetime achievement-awards, de tributeconcerten, de coverplaat, de documentaires: hij heeft ze allemaal bij leven en welzijn nog meegemaakt en daar zijn we blij om. Leonard Cohen was zeker iemand die in de laatste fase van zijn leven nog geëerd en gewaardeerd werd. Hij was een late starter in het muzikale circuit en bracht zijn debuutplaat (Songs Of Leonard Cohen, 1968) pas uit op z’n 33e, voordien was hij dichter en schrijver, nergens was het woord toondichter ooit meer gepast.
Op zijn 60e noemde hij zichzelf “just a kid with a crazy dream.” In hetzelfde tempo ging hij vooruit en eindigde hij met arenashows in zijn zeventiger jaren. Het was een financiële kater die hem deed besluiten om in 2012 terug de hort op te trekken, memorabel voor ons Belgen zijn de concerten die hij op het Sint-Pietersplein in Gent gaf: drie keer in 2010 en maar liefst vijf keer in 2012.
Hij heeft mooie laatste jaren gehad, voelde het respect voor zijn werk alleen maar groeien. In 2008 werd hij opgenomen in de Rock And Roll Hall Of Fame, zijn Nevermind werd de begingeneriek van het tweede seizoen van True Detective, de titeltrack van zijn laatste plaat kreeg een avant-première in het derde seizoen van Peaky Blinders en er staat ons ook nog een mooie scène voor de geest uit de film Take This Waltz (2011) die genoemd werd naar een nummer van Cohen.
Hallelujah
Het muzikale wapenfeit waar Leonard Cohen het makkelijkst mee geassocieerd wordt is Hallelujah, een nummer dat hij opnam op z’n 50e. Eerlijk: het is niet de mooiste versie van het nummer. Die werd geschreven door Jeff Buckley. Maar het nummer werd wel ontelbare (werkelijk ontelbare) keren gecoverd en we denken graag dat via de versie van Buckley luisteraars dan toch weer het opstapje hebben genomen naar Leonard Cohen.
Zo kwam Cohen alleszins ook in ons leven: door de covers. Die van Jeff Buckley, natuurlijk, maar Suzanne van Frank Boeijen was één van de eerste songs waardoor we ontdekten wie Leonard Cohen was. Zie ook: Herman Van Veen. Of de mooie versie van Suzanne die Boeijen opnam met de betreurde Yasmine. Diezelfde Yasmine coverde trouwens ook Dance Me To The End Of Love in 2007 als Dans Me.
Voor het hart
Als we het ons goed herinneren was het Marc Didden die het onlangs nog in Canvas zei in de culturele talkshow Culture Club: “Dylan was voor het hoofd, Cohen voor het hart.” Een voorbeeld hiervan zijn de gevleugelde woorden “There’s a crack in everything/that’s how the light gets in.” Het is een zinnetje dat iedereen wel eens heeft horen waaien, op een bemoedigend kaartje heeft geschreven of op de sociale media heeft gepost op een moeilijk moment zonder te weten waar het z’n oorsprong had. Wel, voor eens en altijd: die regels komen uit Anthem van Leonard Cohen.
“De man met de hoed” werd hij altijd genoemd, maar wat hij ook altijd was en altijd onmiskenbaar geweest is: een ladies man. Hij heeft er zelf over gezongen, over hoe goed hij altijd in de markt is blijven liggen, op Because Of, een nummer dat hij in 2004 op plaat zette. Hij is de vrouwen dankbaar voor al wat ze voor hem gedaan hebben, of zoals hij het in Because Of voordroeg: “’Because of a few songs/ Wherein I spoke of their mysterie/ Women have been exceptionally kind to my old age.” Nog een mooie: You smiled at me like I was young/It took my breath away”, uit On The Level, één van de pareltjes uit de laatste plaat.
Himalaya
De naam van Cohen ging trouwens ook vaak over de lippen in de discussie die volgde op de toekenning van de Nobelprijs Literatuur aan Bob Dylan. De teneur was vaak: waarom Dylan wel en Cohen niet? Het antwoord is simpel: Dylan was eerder en had een grotere maatschappelijke impact.
Daar kon Cohen zelf zich trouwens ook in vinden, want hij reageerde op het nieuws van Dylan die de Nobelprijs had gewonnen met de woorden “De Nobelprijs Literatuur aan Bob Dylan toekennen is als een medaille geven aan de Himalaya omdat hij de hoogste berg is.” Goed mee gelachen, maar voor de slechte verstaander: het was de evidentie zelve, ook voor Cohen.
Marianne
Om af te sluiten willen we graag een heel persoonlijke anekdote delen. In onze agenda maken we regelmatig plaats voor vrijwilligerswerk in een dagcentrum voor mensen met jongdementie. Daar worden we vaak getroffen door schoonheid en de kracht van muziek. Eén iemand hebben we daar in tranen zien uitbarsten bij So Long, Marianne “omdat het zo schoon is.” Dat is de kracht van muziek, de kracht van Cohen.
Hij kan nu eindelijk weer bij zijn Marianne zijn. de Noorse vrouw die zijn muze werd in de jaren 60, volgens Cohen de mooiste vrouw die hij ooit ontmoet heeft. Hij schreef er So Long, Marianne over, een onsterfelijk nummer.
Marianne Ihlen stierf dit jaar, op 28 juli. In een laatste brief aan haar schreef hij toen “Know that I am so close behind you that if you stretch out your hand, I think you can reach mine… Goodbye old friend. Endless love, see you down the road.”