De zesdelige reeks ‘Pistol’ (Disney+) wakkert onze nostalgie aan naar een tijd waarin muziek nog een revolutie kon veroorzaken

Anarchy In The UK. God Save The Queen. Pretty Vacant. Het zijn de bekendste nummers van de punkband Sex Pistols en ze staan allemaal op hetzelfde album: ‘Never Mind The Bollocks, Here’s The Sex Pistols’. Het was het visitekaartje en meteen ook het afscheid van de band die initieel slechts tweeënhalf jaar bestond. Over die turbulente jaren waarin alles snel en heftig was heeft Oscarwinnaar Danny Boyle nu een minireeks gemaakt.

Pistol vertelt het fascinerende verhaal van het begin van een tijdperk. In de eerste van de zes afleveringen maken we kennis met Steve Jones, een verloren jongeman zonder warme thuis die zijn woede kwijt kan in de muziek. Hij en zijn bandleden kunnen niet geweldig goed spelen, maar dat maakt helemaal niet zo veel uit. Jones pikt een hoop materiaal bij elkaar – onder andere van David Bowie – en gaat daarmee aan de slag. Zijn anarchistische karakter wordt opgemerkt door Malcolm McLaren, de eigenaar van de SEX-winkels van modeontwerpster Vivienne Westwood. Hij werpt zich op als de manager van de band – die dan nog niet Sex Pistols heet – en vervangt Jones als zanger al snel door het ongeleide projectiel John Lydon, die bekend zal worden als Johnny Rotten. Tijdens zijn auditie belooft Rotten één ding: “Ik kan alleen maar vals zingen.”

https://www.youtube.com/watch?v=9KhxwG0eCiE&t=10s&ab_channel=FXNetworks

McLaren ziet in de band in wording een vehikel om hun kleding en een nieuwe levensstijl te promoten. Hij vindt immers dat Engeland een schop onder de kont verdient. Londen is in slaap gesukkeld, de symfonische rock heeft de alternatieve muziek zeer ontoegankelijk gemaakt voor de jeugd en de hitparade wordt aangevoerd door When I Need You van Leo Sayer. Tegelijkertijd staat een subcultuur op die duidelijk iets anders wil: ze willen hun eigen muziek maken, ook al zijn ze er niet bedreven in, hun eigen woede uiten en hun eigen mode dragen. Daarbij zullen ze het niet nalaten om te provoceren. De punkers zijn opgestaan.

Eigenheid en vrouwelijkheid

In het begin van de tweede aflevering zien we punkicoon Jordan – ze stierf dit jaar en wordt hier gespeeld door Maisie Williams – onderweg naar haar werk. Ze paradeert in doorkijkstof door de straten en zit ongestoord op de trein met haar borsten zichtbaar. Toch is het niet haar eerste bedoeling om te provoceren, maar wel om gewoon haar eigenheid en vrouwelijkheid te presenteren en te dragen waar ze zich goed in voelt. Dat anderen daar aanstoot aan nemen, is eerder hun probleem dan dat van Jordan zelf.

© Miya Mizuno/FX

Het verklaart meteen waarom een reeks als Pistol zo veel interessanter is dan de talloze biopics die tegenwoordig gemaakt worden over muzikale iconen als Aretha Franklin, Queen of Elvis Presley: Pistol kadert de punk als jeugdcultuur. De Sex Pistols waren allemaal jongeren uit het arbeidersmilieu voor wie de maat vol was: ze werden door de politiek vergeten, en zagen een maatschappij waar ze niet bij wilden horen. De wereld was niet de hunne en hun eigen toekomst leek verloren. In hun muziek gaven ze uiting aan die frustraties. Daardoor ontstond een gigantische muzikale en culturele clash, een generatiekloof.

De zoektocht van Chrissie Hynde

Wie al ietwat thuis is in de muziekgeschiedenis zal meer uit deze reeks kunnen halen. Zo is de gelijkenis tussen Chrissie Hynde en Sydney Chandler meer dan treffend en is het een meerwaarde wanneer je weet dat Hynde – die in de reeks nog gewoon achter de toonbank staat bij SEX – later het boegbeeld zal worden van The Pretenders. Hier droomt ze ervan om bij een band te horen, maar volgens McLaren is ze te goed voor de Sex Pisols. Ze krijgt van ‘m de contactgegevens van een zekere Mick Jones, maar die belt Chrissie ietwat later op dat hij een “all-male” band gaat vormen. Het is leuk als je op dat moment weet dat Jones op dat moment The Clash bij elkaar aan het brengen was.

© Miya Mizuno/FX

Nog later denkt Chrissie haar kans te kunnen grijpen wanneer Sex Pistols een lid buiten schoppen dat volgens hen niet bij hun imago past. “Het is al in orde”, zegt Jones. “We hebben al iemand.” Waarop je Hynde’s gezicht ziet opklaren wanneer ze vraagt “Ga je mij vragen?”. Driewerf helaas. Hoewel zij het zou maken en ook Blondie, Patti Smith en Siouxsie & The Banshees bekende gezichten zouden worden in de punkscene, bleken vrouwen vooral hun eigen projecten te moeten oprichten om te mogen meespelen.

Uitstekende jonge cast

De reeks werd gebaseerd op Lonely Boy: Tales From A Sex Pistol, de memoires van Steve Jones, de gitarist van de legendarische punkband. Johnny Rotten vond de plannen voor de reeks respectloos en liet weten dat hij zijn toestemming voor het project niet verleend had. In de rechtbank vocht hij het recht aan om de muziek van de band te gebruiken, maar dat was buiten de andere leden gerekend die wel hun fiat gaven. Ook voelde Lydon/Rotten zich er niet comfortabel bij dat hij neergezet zou worden door “a random actor.”

Nochtans doet de jonge cast het uitstekend en Anson Boon – die Rotten speelt – niet in het minst. Boon zet Rotten neer als een figuur om schrik van te krijgen. Een onvoorspelbaar iemand die zoekende was naar zijn rol binnen Sex Pistols, maar zijn plaats ook vond en met verve omarmde.

© Miya Mizuno/FX

Toby Wallace zet een uitstekende Steve Jones neer, een verloren en eenzame jongeman die verlangt naar gewoon wat warmte om zich heen, maar niet lijkt te weten hoe hij moet connecteren met mensen. Tot hij het kan doen via de muziek.

Of Cristian Lees, die Glen de bassist speelt, die in de vierde aflevering bekent dat hij bas leerde spelen om zijn eenzaamheid te doorbreken maar nooit de ballen had om een bandje op te richten. Glen, die altijd het verwijt krijgt om niet bij de bende te horen omdat hij naar een betere school is geweest, maar verder wel uit eenzelfde soort arbeidersmilieu komt dan de anderen. En wat te denken van Thomas Brodie-Sangster, die Malcolm McLaren op heerlijke wijze neerzet als een gladde paling die iedereen weet in te pakken met zijn gevoel voor taal, tot aan een rechter toe.

Het ingedutte Engeland

Pistol schetst een beeld van een tijdperk toen er nog heel wat te verkennen en te veroveren was door de jeugd. Een beeld van een maatschappij waarin muziek en jongerencultuur nog een aardverschuiving kon veroorzaken. Danny Boyle doet dat niet zelden met humor: de archiefbeelden waarin Leo Sayer onbewogen met zijn handen in zijn zakken in een roze kostuum When I Need You staat te zingen op tv zijn hilarisch, het optreden dat Sex Pistols geven in een hotel waar de dj die hun publiek opwarmt disco staat te spelen ook. In dezelfde sequentie krijgen ze de vraag om wat zachter te spelen omdat de bingospelers in de kamer naast de hunne de nummertjes niet kunnen horen.

© Miya Mizuno/FX

Of het precies zo gegaan is, weten we niet, dit is geen documentaire maar een fictiereeks. Toch helpt het om een treffend beeld te schetsen van hoe anders en hoe saai de wereld aangevoeld moet hebben voor de punkers. Niet dat we er noodzakelijk graag waren bij geweest, want het leken ons nogal hectische en grimmige tijden, maar een serie als Pistol laat het ons toe om nostalgisch te zijn naar die tijden die we nooit meegemaakt hebben. Naar een tijd waarin muziek nog een revolutie kon veroorzaken.

Als we eerlijk zijn kunnen we alleen maar besluiten dat de wereld van vandaag soms iets té hard lijkt op het ingedutte Engeland dat in Pistol geschetst wordt. Als we daarover aan het denken worden gezet tijdens het kijken dan heeft deze reeks allicht zijn doel al bereikt.

Alle zes de afleveringen van Pistol zijn nu te bekijken via Disney+.

Meer
Lees meer...