In het zevenmaal voor een Oscar genomineerde ‘Belfast’ blikt Kenneth Branagh terug op de eigen jeugd in Noord-Ierland, het levert een film met een kloppend hart op

Er zijn in het verleden al heel wat films over The Troubles gemaakt en onze eeuwige favoriet blijft In The Name Of The Father (1993), maar een benadering als in Belfast zagen we niet eerder. Regisseur en scenarist Kenneth Branagh baseerde de film op zijn eigen jeugdherinneringen. Hij scoorde er alvast zeven Oscarnominaties mee en is daarmee één van de favorieten binnen een week of drie, in de nacht van 27 op 28 maart.

Kenneth Branagh is nu in onze bioscoopzalen te zien met twee films tegelijkertijd, want behalve Belfast speelt ook zijn Death On The Nile nog steeds. De twee films konden niet meer verschillen: Belfast kleinschalig, warm en persoonlijk, zijn tweede Agatha Christie-verfilming volgepakt met sterren, maar zonder hart en onpersoonlijk.

Het grote verschil zit ‘m natuurlijk in het feit dat Branagh hier zijn eigen verhaal vertelt en niet dat van iemand anders. De filmmaker werd in 1960 in Belfast geboren in een protestantse familie. Hier vertelt hij het verhaal van zijn beleving van The Troubles – de problemen in Noord-Ierland tussen katholieken en protestanten – door de ogen van de negenjarige Buddy. Daaruit kunnen we vooral besluiten dat Buddy, logisch voor een negenjarige, niet héél erg met die Troubles bezig was.

Dromen van andere werelden

Hoe abstract is het ook, protestanten en katholieken die plots niet meer in elkanders buurt willen wonen? Boze mensen die molotovcocktails gooien en supermarkten plunderen? Buddy ziet het gebeuren, maar is er niet mee bezig. Waar Buddy wel mee bezig is, is met kind zijn. Zich laten omringen door familie. Verliefd worden. En zich laten betoveren door de graphic novels van Thor, de boeken van Agatha Christie, de Thunderbirds, James Bond, dromen van andere werelden door naar televisie te kijken en naar de bioscoop trekken om er zich te vergapen aan de vliegende auto in Chitty Chitty Bang Bang (1968).

© Focus Features

Belfast heeft geen grote of vernieuwende dingen te zeggen over The Troubles in Noord-Ierland, maar heeft ook die ambitie niet. Het is vooral een film die ontstaan is uit de liefde voor familie en de buurt waarin je opgroeit. En de liefde voor een tijd waarin je nog gewoon op straat kon spelen en waarin iedereen die in elkanders straat woonde, elkaar ook nog kende.

Het grootste gedeelte van de plot draait in Belfast dan ook rond een eventuele verhuis. In Noord-Ierland swingen de werkloosheidscijfers de pan uit en de vader van Buddy (Jamie Dornan) is een gewild schrijnwerker in Londen. Hij werkt er al en gaat op en neer naar zijn gezin, maar nu hij er ook een huis met tuin aangeboden krijgt en een nieuwe klus die hem jarenlange werkzekerheid zou geven, heeft het gezin het over een verhuis.

Dat wil ook zeggen: oma en opa en de gekende buurt achterlaten. En zo wordt Belfast toch ook weer een beetje actueel, want de film maakt voelbaar hoe snel dingen kunnen ontsporen in een land en hoe erg het moet worden alvorens mensen die verknocht zijn aan hun (t)huis beslissen om te vertrekken.

© Focus Features

Een beetje te veel Van Morrison

De mooiste scènes spelen zich aan het einde van de film af, wanneer in enkele scènes voelbaar wordt gemaakt hoe hartverscheurend het kan zijn om afscheid te moeten nemen van je eerste grote liefde, hoe onbegrijpelijk grotemensenproblemen kunnen zijn voor een negenjarige jongen en hoe de ene generatie altijd maar één ding wil voor de volgende: dat de jongeren het beter hebben dan zijzelf. Dat Jamie Dorman als vader ook nog eens mag benadrukken dat het niet zozeer uitmaakt wélke religie je precies aanhangt, zo lang je maar een fatsoenlijk mens bent, vonden wij zelf ook een belangrijke boodschap. Het kwam hier niet drammerig over, maar paste mooi in het kader van het verhaal.

© Focus Features

We dragen Belfast dus zeker een warm hart toe, maar een perfecte film is het niet. We stellen ons vragen bij de meerwaarde van het zwart-wit, tien songs van Van Morrison op de soundtrack is een beetje te veel van het goede (al is And The Healing Has Begun wel de perfecte eindnoot) en de pogingen tot humor doen nogal geforceerd aan (de scène met het waspoeder).

Maar de film heeft wel een kloppend hart en dat is wat maakt dat we toch blij de zaal uitliepen. En omdat hij afklopt op 98 minuten hebben we eindelijk ook nog eens een film gezien die niet de drang had om een verhaal te rekken tot tweeënhalf uur.

Score: 7/10

Meer
Lees meer...